Inhoudsopgave 1 VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN _____________________________________________71 2 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT ________________________________________________________73 3 REGELING VAN HET GAS________________________________________________________________77 4 LAATSTE HANDELINGEN ________________________________________________________________79 5 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT ____________81 6 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT __________________
Presentatie 1 VEILIGHEIDS- EN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN.
Presentatie KLAP DE GLAZEN AFDEKKING VAN DE KOOKPLAAT NEER EN BEGELEID HEM DAARBIJ MET DE HAND. LET OP: HET GLAZEN DEKSEL KAN BREKEN ALS HET OVERVERHIT WORDT. ZET ALLE BRANDERS UIT EN WACHT TOT ZE AFGEKOELD ZIJN VOORDAT U HET DEKSEL DICHT DOET. HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT. HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN.
Instructies voor de Installateur 2 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen. Afhankelijk van het type installatie behoort het apparaat tot de klasse 1 (Fig.A) of tot de klasse 2 - onderklasse 1 (Fig. B-C). Dit apparaat behoort tot de klasse Y voor wat betreft brandgevaar.
Instructies voor de Installateur 2.1 Elektrische aansluiting Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op de plaat in de opbergruimte voor voedsel. Deze plaat mag nooit worden verwijderd.
Instructies voor de Installateur 2.3 Afvoer van verbrandingsproducten De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die door de normen worden opgelegd.
Instructies voor de Installateur 2.4.3 Aansluiting op vloeibaar gas Gebruik een drukregelaar die voldoet aan de geldende norm en breng de aansluiting tot stand met de gasfles, volgens de geldende norm. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.
Instructies voor de Installateur 3 REGELING VAN HET GAS Alvorens reiniging of onderhoud uit te voeren moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden. 3.1 Aanpassing aan de verschillende gassoorten De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G20 (2H+) 20 mbar. Als hij op andere gassoorten moet werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld.
Instructies voor de Installateur 3.3 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers Nominaal warmtevermogen (kW) Brander Hulpbrander Halfsnelle Snel Drievoudige krans VLOEIBAAR GAS – G30/G31 50 mbar By-pass mm 1/100 25 30 39 Beperkt debiet (W) Debiet g/h G30 Debiet g/h G31 1 1.75 3 Diameter mondstuk 1/100 mm 43 – H2 58 - M 70 - S 350 450 800 73 127 218 71 125 214 3.
Instructies voor de Installateur 4 LAATSTE HANDELINGEN Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst. Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt, moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe gassoort. 4.
Instructies voor de Installateur 4.4 • • • 4.5 Montage van de opstaande rand (alleen op de modellen waarop dit voorzien is) Draai de moeren B los. Plaats de opstaande rand op het blad, en laat de pennen C corresponderen met de gaten D. Bevestig de opstaande rand op het blad door de schroeven A vast te draaien.
Instructies voor de Gebruiker 5 BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT lle bedieningen en controles van de oven zijn verzameld op het frontale bedienigsbord. In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van de gebruikte symbolen..
Instructies voor de Gebruiker 6 GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT 6.1 Ontsteking van de branders van de kookplaat Alvorens de branders van de kookplaat te ontsteken dient u te controleren of de vlamverdelerkransen goed op hun plaats zitten met hun kapjes, en erop letten of de gaten A van de vlamverdelers corresponderen met de bougies en de thermokoppels.
Instructies voor de Gebruiker 6.3 Diameter van de pannen (Mod. 90 cm.) BRANDERS 1. 2. 3. 4. Hulpbrander Halfsnelle Snel Drievoudige krans Ø min. en max. (in cm.
Instructies voor de Gebruiker 7 GEBRUIK VAN DE OVEN Vergewis u ervan bij de modellen met elektronische programmator, dat op het display het symbool verschijnt alvorens de oven te gebruiken. Ga bij de modellen met analoge klok en timerknop op het symbool staan. 7.
Instructies voor de Gebruiker 7.3.3 Gebruik van het draaispit in fornuizen met een maxi-oven Plaats het draaispitframe in de tweede stand van onderen en zorg ervoor dat de bus voor de spies uit de oven naar buiten steekt. Plaats de spies zoals afgebeeld (1) in de tekening en duw het frame de oven in tot het uiteinde van de spies zich tegenover het gat van het draaispitmotortje bevindt. Nu moet u de spies naar links duwen tot hij de in de tekening afgebeelde (2) stand heeft ingenomen.
Instructies voor de Gebruiker 8 ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR DAARMEE UITGERUSTE MODELLEN) (ALLEEN OP DE LIJST FUNCTIES TIJDSCHAKELAAR DRUKKNOP TIJD VAN HET KOKEN DRUKKNOP EINDE VAN HET KOKEN DRUKKNOP VERMINDERING WAARDE DRUKKNOP VERHOGING WAARDE 8.1 Instelling van de tijd Wanneer men de oven voor de eerste keer gebruikt, ofwel, na een onderbreking van de electriciteit, aan.
Instructies voor de Gebruiker Om na de instelling de resterende bereidingstijd te kunnen zien moet op de toets worden gedrukt; voor het tijdstip van het einde van de bereiding drukt u op de toets . Instellingen met inconsequente waarden wordt logisch verhinderd (bijv. een tegenstelling tussen het einde van de bereidingstijd en een langere duur wordt niet door de programmeur geaccepteerd). 8.
Instructies voor de Gebruiker 9 REINIGING EN ONDERHOUD 9.1 Reiniging van het roestvrij staal en geëmailleerde uitvoeringen Om het roestvrij staal in goede staat te houden moet het regelmatig worden schoongemaakt na elk gebruik van het fornuis, nadat dit is afgekoeld. 9.1.1 Gewone dagelijkse reiniging Gebruik voor het schoonmaken en conserveren van de roestvrij stalen oppervlakken altijd specifieke producten die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis bevatten.
Instructies voor de Gebruiker 9.2.2 De roosters Haal de roosters weg en maak hen schoon in lauw water en een niet-schurend reinigingsmiddel, en let erop dat alle aankoekingen worden verwijderd. Plaats de roosters terug op de kookplaat. Het voortdurende contact van de roosters met de vlam kan in de loop der tijd het glazuur in de buurt van de gebieden die blootstaan aan de hitte aantasten. Dit is een volkomen natuurlijk verschijnsel dat geheel niet van invloed is op de functionaliteit van deze component. 9.
Instructies voor de Gebruiker 10 BUITENGEWOON ONDERHOUD De oven vereist zo nu en dan kleine onderhoudsingrepen of vervanging van onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage, zoals pakkingen, lampjes, enz. Hier volgen de specifieke instructies voor alle ingrepen van deze aard. Voor de werkzaamheden moet altijd de elektrische voeding naar het apparaat worden uitgeschakeld. 10.