Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 Algemene veiligheidswaarschuwingen Beoogd gebruik Aansprakelijkheid van de fabrikant Deze gebruiksaanwijzing Identificatieplaatje Verwerking Wegwijs in de gebruiksaanwijzing Om energie te besparen 2 Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 Algemene beschrijving Bedieningspaneel Andere onderdelen Accessoires 3 Gebruik 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.
Waarschuwingen 1 Waarschuwingen 1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen PERSOONLIJK LETSEL • Het apparaat en de bereikbare delen ervan worden heel warm tijdens het gebruik. Houd kinderen uit de buurt. • Raak geen verwarmingselementen aan tijdens gebruik van het apparaat. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Probeer geen vlammen/brand te doven met water: schakel het apparaat uit en bedek het vuur met een deksel of een brandwerende deken.
Waarschuwingen • Probeer nooit om zelf het apparaat te repareren, zonder tussenkomst van een gekwalificeerde technicus. • Trek nooit aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. BESCHADIGING VAN HET APPARAAT • Gebruik geen schurende of bijtende middelen op de glazen onderdelen (bijv. poeders, ontvlekkers of metaalsponsjes). Gebruik eventueel houten of plastic gereedschappen. • Gebruik geen ruw, schurend of scherp materiaal. • Ga niet op het apparaat zitten.
Waarschuwingen • Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot ze niet verder kunnen. De mechanische veiligheidsblokkeringen die de verwijdering van de roosters voorkomen moeten naar beneden en naar de achterzijde van de ovenruimte gericht zijn. • Reinig het apparaat niet met een stoomreiniger. • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat.
• Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur. • Til dit apparaat niet op door de handgreep beet te pakken. Installatie en onderhoud • DIT APPARAAT MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN IN BOTEN OF CARAVANS. • Het apparaat mag niet geïnstalleerd worden op een voetstuk. • Plaats het apparaat met behulp van een tweede persoon in het meubel. • Om de mogelijke oververhitting van het apparaat te vermijden moet het niet achter een decoratieve deur of een paneel geïnstalleerd worden.
Waarschuwingen Voor dit apparaat • Let op dat stoom op bepaalde temperaturen niet zichtbaar is. • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Tijdens of na het kookproces de deur van het apparaat voorzichtig openen. • Zet tijdens het stomen altijd de schaal onder de geperforeerde ovenschaal om druppels van kookvocht op te vangen. • Bedek de bodem van de ovenruimte niet met aluminiumfolie. • De bodem van de ovenruimte en de stoombak dienen altijd vrij te zijn. • Vaatwerk moet stoom- en hittebestendig zijn.
Waarschuwingen • Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk onderdeel van het apparaat en moet gedurende de volledige levensduur intact en op een eenvoudig te bereiken plaats worden bewaard. • Deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor het gebruik van het apparaat doorlezen. • De verklaringen van deze handleiding bevatten afbeeldingen die beschrijven wat normaal gesproken op het display wordt weergegeven.
Waarschuwingen 1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 1.8 Om energie te besparen In deze gebruiksaanwijzing komen de volgende begrippen voor: • Verwarm het apparaat uitsluitend voor als dit in het recept is aangegeven. • Ontdooi bevroren levensmiddelen voordat u ze in de ovenruimte plaatst, tenzij anders op de verpakking is aangegeven. • Bij meerdere bereidingen wordt geadviseerd om de levensmiddelen achtereenvolgens te bereiden zodat u de reeds opgewarmde ovenruimte het beste kunt benutten.
Beschrijving 2 Beschrijving NL 2.
Beschrijving 2.2 Bedieningspaneel 1 Toets ON/OFF Met de ON/OFF-toets kan het apparaat worden in- of uitgeschakeld. 2 Display Aan de hand van het touchscreen display kunt u met het apparaat communiceren. Raak de iconen aan voor toegang tot de beschikbare functies. Het display geeft alle parameters die aan de werking verbonden zijn weer.
Beschrijving 2.3 Andere onderdelen Koelventilator Plaatsbare vlakken Het apparaat beschikt over vlakken om roosters en ovenschalen op verschillende hoogtes te plaatsen. De plaatsbare hoogtes worden begrepen van laag naar hoog (zie „Algemene beschrijving“).
Beschrijving Deksel stoombak Rooster voor ovenschaal Voor het gelijkmatig verdelen van de stoom in de ovenruimte. Geperforeerde ovenschaal Om op een ovenschaal te zetten, voor het bereiden van voedsel dat kan lekken. Rooster Voor het stomen van vis en groente. Ovenschaal Nuttig voor het plaatsen van houders met voedsel in bereiding.
Beschrijving Beschermingskapje (enkel op sommige modellen) Op sommige modellen zijn niet alle accessoires aanwezig. Voor het afsluiten en beschermen van de aansluiting van de temperatuursonde wanneer deze niet gebruikt wordt. Karaf De originele bijgeleverde of optionele accessoires kunnen worden aangevraagd bij erkende servicecentra. Gebruik enkel de originele accessoires van de fabrikant. Andere houders voor de bereiding Bevat de vloeistof tijdens het vullen en legen van het reservoir.
Gebruik 3 Gebruik Waarschuwingen De temperatuur in de ovenruimte kan tijdens het gebruik hoog oplopen Gevaar op verbranding • Houd de deur dicht tijdens de bereiding. • Bescherm de handen met ovenwanten bij het hanteren van voedsel in de ovenruimte. • Tijdens of na het kookproces de deur van het apparaat voorzichtig openen. • Let op dat stoom op bepaalde temperaturen niet zichtbaar is. • Geen gerechten bereiden die vloeistoffen met een hoog alcoholpercentage bevatten.
Gebruik • Gebruik geen spuitbussen in de nabijheid van het apparaat. • Gebruik of laat geen ontvlambaar materiaal in de nabijheid van het apparaat. • Gebruik geen plastic vaatwerk of houders om voedsel te bereiden. • Plaats geen blikken of gesloten houders in de ovenruimte. • Laat het apparaat niet onbewaakt achter tijdens bereidingen waarbij vetten en oliën kunnen vrijkomen. • Verwijder alle ovenschalen en roosters die tijdens de bereiding niet gebruikt worden uit de ovenruimte. Voorbereiding 1.
Gebruik Roosters en ovenschalen Configuratie 2+1 Roosters en ovenschalen moeten in de zijgeleiders worden geplaatst tot aan het eindpunt. • De mechanische veiligheidsblokkeringen, die de ongewenste verwijdering van de roosters en de ovenschalen voorkomen, moeten naar beneden en naar de binnenzijde van de ovenruimte gericht zijn.
Gebruik 3.2 Het gebruik van de oven NL Display Het display toont de parameters en de waarden van de actueel geselecteerde handeling. U kunt het gebruiken door de „virtuele” toetsen aan te raken en/of door de aangegeven waarden te scrollen. (de afbeelding toont het scherm van het hoofdmenu) Informatiegedeelte In dit gedeelte wordt alle informatie over de menu’s en submenu’s van de handelingen die in hoofdgedeelte lopen weergegeven.
Gebruik Afhankelijk van de pagina die weergegeven wordt, zijn ook de volgende toetsen aanwezig: Connectiviteit (enkel op sommige modellen) DEURBLOKKERING Vereisten voor de connectiviteit: • Smartphone of tablet-pc met besturingssysteem iOS versie 10.x of hoger of Android versie 5.1 of hoger. • Wifi-netwerk (band 2.4 GHz, veiligheidsinstelling WPA2) geactiveerd en beschikbaar op de plaats waar het apparaat geïnstalleerd is. • Internetverbinding.
Gebruik 4. Raak de toets BEVESTIGEN (in het deel rechtsonder) aan om de huidige tijd in te stellen. De huidige tijd kan ook ingesteld of gewijzigd worden door ongeveer 3 seconden lang te drukken op de tijd die op het display weergegeven wordt. Deactivering van het display Als de instelling „ Tijd weergeven“ op Off is ingesteld en het scherm met de klok weergegeven wordt, schakelt het display 2 minuten uit zonder dat de gebruiker een handeling verricht.
Gebruik Selectie van een bereidingsfunctie met stoom 4. Selecteer de functie „STOOM ”. Geen voorwerpen en gerechten op de bodem van de ovenruimte zetten. De bodem van de ovenruimte en de stoombak dienen altijd vrij te zijn. Indien net een bereiding met een temperatuur hoger dan 100°C heeft plaatsgevonden, moet de ovenruimte eerst afkoelen voordat een bereiding met stoom kan plaatsvinden. 5. Raak de toets TEMPERATUUR aanverwante waarde aan. of de 1. Zet het gerecht in de ovenruimte. 2.
Gebruik Onder de duur wordt het voorziene tijdstip voor het einde van de bereiding (in het voorbeeld „13:05”) weergegeven. 7. Raak de toets BEVESTIGEN (rechtsonder ) aan om de geselecteerde nieuwe bereidingstemperatuur te bevestigen. of In het tijdstip voor het einde van de bereiding zijn de minuten voor de voorverwarming opgenomen. 9. Scroll door de waarden tot de gewenste bereidingsduur (bijvoorbeeld „25 minuten”) wordt weergegeven. 11.
Gebruik Vullen van het reservoir Gebruik vers kraanwater dat niet te hard is, onthard water of bronwater zonder koolzuur. 16. Breng het uiteinde van het slangetje op de bodem van de karaf (of houder) aan. Gebruik geen gedestilleerd water, kraanwater met veel chloor (> 40 mg/l) of andere vloeistoffen. 12. Vul de geleverde karaf (of een houder) met voldoende water voor de duur van de bereiding. 13. Open de deur van het apparaat. 14. Plaats de karaf (of houder) op de geopende ovendeur. N.B.
Gebruik 20. Sluit de deur. Het apparaat laadt automatisch de benodigde hoeveelheid water voor de bereiding op basis van de tijdsduur. Het apparaat stopt automatisch de bereiding indien er geen water meer is; er klinkt een geluidssignaal en op het display verschijnt de vraag om het reservoir met water te vullen. Als de deur wordt gesloten, wordt eventueel water dat in het slangetje is achtergebleven, opgezogen door een automatisch systeem om druppelen te voorkomen. U kunt geborrel horen. Dit is normaal. 21.
Gebruik Voorverwarming Einde van de bereiding met stoom De bereiding met stoom wordt altijd voorafgegaan door een voorverwarmingsfase die de ovenruimte op de ingestelde temperatuur brengt. Deze fase wordt aangeduid door het progressief stijgen van de temperatuur. Aan het einde van de bereiding wordt op het display Functie beëindigd weergegeven en hoort u een kort geluidssignaal dat u kunt deactiveren door een willekeurig punt van het display aan te raken of de deur te openen.
Gebruik 27. Raak de toets START aan om de afvoer van het water in de karaf (of de houder) te starten. Het water kan uitsluitend met geopende ovendeur worden afgevoerd. Controleer altijd of het slangetje uit zijn zitting is verwijderd en in de karaf (of de houder) is aangebracht, alvorens de afvoer te starten met toets START . Aan het einde geeft het display aan dat de afvoer van het resterende water is afgerond. 28. Raak de toets BEVESTIGEN aan. 419 NL 23.
Gebruik 29. Schud het slangetje om eventueel resterend water te verwijderen. 30. Plaat het slangetje terug in zijn zitting en verwijder de karaf. 31. Verwijder het deksel van de stoombak uit de ovenruimte en maak hem met de geleverde spons droog. OPMERKING: Het deksel van de stoombak kan erg heet zijn: draag geschikte bescherming. 32. Verwijder condens van de bodem en wanden van de ovenruimte, van de ovendeur, de voorkant van het apparaat en uit de druppelvanger van de ovendeur met een spons.
Advies voor de bereiding met stoom • Pasta en rijst: als de temperatuur van 100°C is bereikt, is bereidingstijd gelijk aan die van de bereiding op een kookplaat. Stop de pasta of de rijst in een metalen ovenschaal en dek het af met een centimeter water. Voor optimale resultaten tijdens de bereiding van rijst, raden we aan om het deksel of aluminiumfolie op de houder aan te brengen. Dit zorgt ervoor dat de rijst al het water kan opnemen en direct kan worden geserveerd.
Gebruik • Gerechten opwarmen: de stoomfunctie voorkomt dat de gerechten uitdrogen en kan de vochtigheidsgraad verbeteren. Een gerecht dat eerder is bereid kan afgedekt met aluminiumfolie in circa 10-12 minuten worden opgewarmd. Voor kant-en-klare gerechten is twee keer zo lang nodig als op de verpakking is vermeld. • Ontdooien: de stoomfunctie kan worden gebruikt om voedsel te ontdooien. De tijden variëren.
Voor het selecteren van de Sous-videbereiding: 1. Raak in het „hoofdmenu” de toets BEREIDING aan. 2. Doorloop het scherm van rechts naar links. Voor het vacuümbereiden moet u: • Beschikken over een vacuümkamermachine door middel waarvan een beter en veiliger vacuüm mogelijk is voor vaste en vloeibare levensmiddelen. • Controleren of het verzegelingsvlak van het zakje schoon is en vrij van voedselresten.
Gebruik Advies: • Gebruik bij voorkeur verse ingrediënten van goede kwaliteit die tot aan het moment van gebruik goed bewaard zijn. • Voor een beter bereidingsresultaat kunt u alvast zout en kruiden aan het zakje toevoegen. • Maak alles goed schoon en verwijder botten of graten die anders het zakje kunnen doorprikken waardoor de bereiding verstoord wordt. • Laat geen nog te bereiden gerecht te lang op kamertemperatuur liggen.
Gebruik of de 8. Scroll langs de waarden tot het gewenste stoompercentage (bijvoorbeeld „50%”) wordt weergegeven. 5. Scroll door de waarden tot de gewenste bereidingstemperatuur (bijvoorbeeld „200°C”) wordt weergegeven. 9. Raak de toets BEVESTIGEN aan 6. Raak de toets BEVESTIGEN 11. Scroll door de waarden tot de gewenste bereidingsduur (bijvoorbeeld „1 uur”) wordt weergegeven. (rechtsonder ) aan om de geselecteerde nieuwe bereidingstemperatuur te bevestigen. 10.
Gebruik Onder de duur wordt het voorziene tijdstip voor het einde van de bereiding (in het voorbeeld „13:40”) weergegeven. In het tijdstip voor het einde van de bereiding zijn de minuten voor de voorverwarming opgenomen. 13. Raak de toets START aan om het vullen van het reservoir te starten. Voorverwarming De gecombineerde bereiding wordt altijd voorafgegaan door een voorverwarmingsfase die de ovenruimte op de ingestelde temperatuur brengt.
Gebruik 18. Start de bereiding door de toets START aan te raken. Lijst van gecombineerde bereidingsfuncties STOOM GEVENTILEERD Intense en homogene bereiding. Het inzetten van stoom zorgt ervoor dat de organoleptische eigenschappen van de levensmiddelen beter bewaard blijven. Ideaal voor geroosterd kalfsvlees, eend en het bereiden van hele vis.
Gebruik Selectie van een traditionele bereidingsfunctie 1. Raak de weergegeven tijd op het display aan. 2. Raak in het „hoofdmenu” de toets BEREIDING aan. 4. Selecteer de gewenste functie (bijvoorbeeld „GEVENTILEERD ”). 5. Raak de toets START (rechtsonder ) aan om de voorverwarmingsfase te starten. De in gang zijnde functie stopt als de deur wordt geopend en wordt automatisch voortgezet als de deur wordt gesloten. Voorverwarming 3.
Gebruik Raak de toets aan om de voorverwarming uit te sluiten. De temperatuur kan tijdens elke fase van de bereiding worden gewijzigd. 1. Raak de toets TEMPERATUUR aanverwante waarde aan. of de NL Aan het einde van de voorverwarming hoort u een geluidssignaal en wordt een bericht op het display weergegeven dat aangeeft dat u het te bereiden gerecht in de ovenruimte kunt plaatsen. Het wijzigen van de bereidingstemperatuur 6. Open de deur. 7. Zet het gerecht in de ovenruimte. 8. Sluit de deur. 9.
Gebruik Bereiding met tijdinstelling Met bereiding met tijdinstelling wordt de functie bedoeld waarmee u met de bereiding kunt beginnen, en deze na een ingestelde tijd kan doen eindigen. 1. Raak de toets DUUR BEREIDING de betreffende waarde aan. of 3. Raak de toets BEVESTIGEN aan om de geselecteerde bereidingsduur te bevestigen. De waarden van uren en minuten kunnen afzonderlijk worden geselecteerd. De duur van de bereiding met tijdsinstelling loopt van 1 minuut tot maximaal 13 uur.
Gebruik Delay timer Met Delay timer wordt de functie bedoeld waarmee u de bereiding kan doen eindigen op een door u ingesteld tijdstip, met automatische uitschakeling van de oven. 3. Raak de toets BEVESTIGEN aan om het geselecteerde waarop de bereiding moet eindigen te bevestigen. Einde van de bereiding 2. Scroll langs de waarden tot het gewenste tijdstip waarop de bereiding moet eindigen (bijvoorbeeld „20:00”) wordt weergegeven.
Gebruik Lijst van traditionele bereidingsfuncties GRILL STATISCH Traditionele bereiding voor het bereiden van één gerecht per keer. Ideaal voor het bereiden van gebraad, vet vlees, brood, pastei. GEVENTILEERD Intense en homogene bereiding. Ideaal voor koekjes, taarten en bereidingen op meerdere hoogtes tegelijk. WARMELUCHT De warmte wordt snel en gelijkmatig verdeeld. Geschikt voor alle gerechten, ideaal voor het bereiden op meerdere hoogtes tegelijk zonder dat geuren en smaken zich mengen.
Gebruik Bereiding met laag energieverbruik: deze functie wordt aanbevolen voor de bereiding op één vlak, met een laag energieverbruik. Deze functie wordt aanbevolen voor alle levensmiddelen, met uitzondering van levensmiddelen die veel vocht kunnen produceren (zoals bijvoorbeeld groenten).
Gebruik Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de temperatuursonde • Niet aan de kabel trekken om de temperatuursonde uit het contact of het levensmiddel te verwijderen. • Zorg ervoor dat de temperatuursonde of de kabel ervan niet in de deur blijft haken. • Zorg ervoor dat de temperatuursonde of de kabel ervan niet met de verwarmingselementen in de ovenruimte in aanraking komt.
Gebruik Instelling van de bereiding met de temperatuursonde 1. Selecteer een bereidingsfunctie. 2. Raak de toets TEMPERATUUR of de aanverwante waarde aan. 3. Scroll langs de waarden tot de gewenste bereidingstemperatuur wordt weergegeven. 4. Raak de toets BEVESTIGEN onderste gedeelte in het Als de oven op een te lage temperatuur ingesteld wordt, stelt het apparaat automatisch de minimumtemperatuur in die nodig is om de geselecteerde Doeltemperatuur te kunnen bereiken. aan.
Gebruik Met voorverwarming: 9. Start de voorverwarmingsfase door de toets START aan te raken. Incorrect gebruik Gevaar op verbranding • Bescherm de handen met hittebestendige handschoenen. Aan het einde van de voorverwarming hoort u een geluidssignaal en wordt een bericht op het display weergegeven dat aangeeft dat u het te bereiden gerecht in de ovenruimte kunt plaatsen. 11. Open de deur van het apparaat. 12. Plaats de ovenschaal met het te bereiden levensmiddel op de specifieke geleiders. 13.
Gebruik 6. Sluit de voorverwarmingsfase uit door de toets VOORVERWARMING aan te raken. 7. Open de deur van het apparaat. 8. Plaats de ovenschaal met het te bereiden levensmiddel op de specifieke geleiders. 9. Steek de stekker van de temperatuursonde in de specifieke aansluiting aan de zijkant. Gebruik de sonde om het beschermkapje te openen. Bereiding met de temperatuursonde De bereiding wordt beëindigd wanneer de Huidige temperatuur de door de gebruiker ingestelde Doeltemperatuur bereikt.
Gebruik Timer Deze functie zal de lopende functie niet onderbreken, maar enkel het geluidssignaal activeren. De duur van de timers loopt van minimaal 1 minuut tot 12 uur en 59 minuten. 1. Raak de toets TIMER (in het onderste gedeelte ) aan om het Timer menu te openen. 4. Raak de toets BEVESTIGEN aan om de geselecteerde duur te bevestigen. In het onderste gedeelte wordt de toets PRULLENMAND weergegeven die gebruikt kan worden om de geselecteerde timer te wissen. 5.
Gebruik Algemeen advies • Gebruik de geventileerde functie voor het verkrijgen van een gelijkmatige bereidingsgraad op de verschillende niveaus. • Het verhogen van de temperatuur verkort niet de bereidingstijden (het voedsel zou aan de buitenkant erg gaar kunnen zijn, maar minder aan de binnenkant). • Laat het voedsel na de bereiding niet te lang in de ovenruimte om overmatige condensvorming op de binnenruit van de oven te vermijden.
Gebruik Gebruiksadvies voor de sonde (indien aanwezig) De sonde kan ook worden gebruikt tijdens het normale koken met tijdsinstelling: 1. Plaats de temperatuursonde in het te koken levensmiddel en sluit deze aan op een geschikt stopcontact. 2. Druk op de toets SONDE en controleer de temperatuur van het levensmiddel via de waarde aangegeven bij Huidige temperatuur. 2. Selecteer het gewenste gerecht in het menu SMART COOKING (bijvoorbeeld „GROENTE ”). 3.
Gebruik 6. Raak START aan om de SMART COOKING-bereiding te starten. De bereiding wordt met de programmainstellingengestart. U kunt de parameters van de temperatuur en duur van de bereiding op ieder gewenst moment wijzigen, ook als de bereiding al is opgestart. 7. Open de deur. 8. Zet het gerecht in de ovenruimte. 9. Sluit de deur. 10. Start de bereiding door de toets BEVESTIGEN aan te raken. De bereiding wordt voorafgegaan door een voorverwarmingsfase die de ovenruimte op de ingestelde temperatuur brengt.
Gebruik 3.5 Chronologie De chronologie annuleren Dit menu is bijzonder nuttig om de programma’s of eigen recepten die als laatste gebruikt zijn weer te geven en opnieuw te gebruiken. 1. Druk in het „hoofdmenu” op de toets CHRONOLOGIE (in het Als u de chronologie wilt annuleren: 1. Druk in het „hoofdmenu” op de toets CHRONOLOGIE . informatiegedeelte links onderaan). 2. Wis de chronologie door de toets PRULLENMAND 2.
Gebruik Tabellen van ingestelde programma’s = Doeltemperatuur (zie „Temperatuursonde“) VLEES Functie Niveau Gewicht (kg) --- 200 ( 52) + 25% --- 1 --- 200 ( 58) + 25% --- 1 --- --- STOOM WARMELUCHT 200 ( 65) + 25% + + MULTISTEP 2 0,5 185 + 50% 195 220 15 15 8 + MULTISTEP 2 0,4 250 250 5 6 2 0,3 250 21 2 0,3 250 11+3 (1) STOOM WARMELUCHT ROSBIEF (MEDIUM) STOOM WARMELUCHT VARKENSRIBBEN (aaneen) VARKENSKOTELETTEN (ongeveer 4 stuks) Tijd (minuten) 1 ROSBIEF (ROOD) ROSBIEF (DO
Gebruik Subtype Functie KIPFILET Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik VIS Subtype Functie HELE VIS IN FOLIE Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik GROENTE Subtype Functie DIEPGEVROREN FRIET Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik GEBAK Subtype Functie TULBAND Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik Subtype Functie STRUDEL Niveau Gewicht (kg) Temp. (°C) Tijd (minuten) 1 0,7 200 + 25% 33 1 1,0 165 + 25% 45 1 0,5 170 + 25% 35 2 0,1 190 + 25% 15 Temp.
Gebruik PASTA/RIJST Subtype Functie Niveau Gewicht (kg) Tijd (minuten) 160 ( 40) + 50% PASTA IN DE OVEN + + MULTISTEP PAELLA 1 --- 190 ( 75) 210 ( 90) --- 1 0,2 100 20 1 1,0 200 220 31 11 2 0,5 100 10 NL LASAGNE (VERS) Temp.
Gebruik BEREIDINGEN OP LAGE TEMPERATUUR Subtype KALF Functie + + MULTISTEP RUNDVLEES (ROOD) Niveau Gewicht (kg) 1 1 --- --- Temp. (°C) Tijd (minuten) 90 ( 55) 120 ( 65) 140 ( 70) 90 ( 58) 90 ( 55) 110 ( 65) 130 ( 75) 90 ( 60) 110 ( 65) 120 ( 70) --- --- WARMELUCHT VARKENSLENDE LAMSVLEES + + MULTISTEP + + MULTISTEP 1 1 --- --- --- --- SOUS-VIDE BEREIDINGEN Subtype Functie VISFILET Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik Subtype RAGOUT VAN WIT VLEES Functie Niveau Gewicht (kg) Temp.
Gebruik 3.6 Mijn recepten Een recept toevoegen Met dit menu kunt u een eigen programma invoeren aan de hand van door u gekozen parameters. De eerste keer dat u deze functie benut wordt u gevraagd een nieuw recept in te voeren. Als u de recepten heeft ingevoerd, worden ze in het desbetreffende menu weergegeven. 1. Druk in het „hoofdmenu” op de toets MIJN RECEPTEN (in het 2. Selecteer het gewenste gerecht in het menu MIJN RECEPTEN (bijvoorbeeld informatiegedeelte links onderaan). „GEBAK ”). 3.
Gebruik 9. Scroll door de waarden tot de gewenste bereidingsduur (bijvoorbeeld „55 minuten”) wordt weergegeven. Een recept opslaan 11. Raak de toets OPSLAAN aan. 12. Loop door de waarden van het item NIVEAU (bijvoorbeeld 2). 13. Loop door de waarden om het gewicht van het te bereiden levensmiddel in te stellen (bijvoorbeeld „ 1.0 kg”). In het tijdstip voor het einde van de bereiding zijn de minuten voor de voorverwarming opgenomen. NL 10.
Gebruik Een eigen recept opstarten 1. Druk in het „hoofdmenu” op de toets MIJN RECEPTEN . Gebruik de toetsen en om van het alfabetische toetsenbord naar het numerieke toetsenbord over te schakelen en omgekeerd. De naam van het recept kan maximaal 12 tekens, inclusief spaties, lang zijn. Om het recept op te kunnen slaan, moet de naam minstens een teken bevatten. Het teken wist het voorgaande teken. 16. Sla het programma op met een druk op de toets BEVESTIGEN . 454 2.
Gebruik 5. Open de deur. 6. Zet het gerecht in de ovenruimte. 7. Sluit de deur. 8. Start de bereiding door de toets BEVESTIGEN aan te raken. NL 4. Start de bereiding op door de toets START aan te raken. Voorverwarming De bereiding wordt voorafgegaan door een voorverwarmingsfase die de ovenruimte op de ingestelde temperatuur brengt. Deze fase wordt aangeduid door het progressief stijgen van de temperatuur.
Gebruik Een recept wissen 1. Druk in het „hoofdmenu” op de toets MIJN RECEPTEN . 2. Selecteer het gewenste gerecht in het menu MIJN RECEPTEN (bijvoorbeeld „GEBAK ”). 3. Selecteer het eerder opgeslagen recept (bijvoorbeeld RISOTTO). 456 4. Wis het geselecteerde recept door de toets PRULLENMAND aan te raken. 5. Raak de toets BEVESTIGEN aan om het wissen van het geselecteerde recept te bevestigen (of annuleer de handeling door de toets ANNULEREN aan te raken).
Gebruik 3.7 Andere functies Lijst van de overige functies Het menu speciale functies bevat een aantal functies zoals ontdooien, rijzen of reiniging... • Raak in het „hoofdmenu” de toets ANDERE FUNCTIES aan. ONTDOOIEN OP GEWICHT Automatische ontdooifunctie. Kies het gerecht en de oven bepaalt volledig zelfstandig de tijd die nodig is om correct te ontdooien. Op een aantal modellen kunnen bepaalde functies ontbreken. Handmatige ontdooifunctie. Voer de tijd voor het ontdooien van het gerecht in.
Gebruik WARMTE BEHOUDEN Deze functie houdt reeds bereide levensmiddelen warm. ONTKALKEN Ontkalkprogramma. REINIGING RESERVOIR SABBAT BEREIDING Met deze functie kunt u levensmiddelen bereiden volgens de voorschriften die voor de Joodse rustdag gelden. VAPOR CLEAN Reinigingsfunctie waarbij stoom wordt opgewekt. Verwijder alle accessoires, giet 40 cc water in de uitsparing in de bodem en verstuif een oplossing van water en afwasmiddel over de wanden van de ovenruimte.
Gebruik De functie wordt onmiddellijk tot stilstand gebracht en op het display wordt het bericht „Binnentemperatuur te hoog wacht op afkoeling” weergegeven als de temperatuur in de oven hoger is dan is voorzien. Laat de oven afkoelen voor u het apparaat weer in gebruik neemt. 1. Weeg het gerecht en plaats het in het apparaat. 2. Selecteer ONTDOOIEN OP GEWICHT . Ingestelde parameters: Types Gewicht (kg) Tijd 0,5 01u 45m 0,4 00u 40m 0,3 00u 20m 1,0 00u 45m VLEES VIS 3.
Gebruik 6. Start het Ontdooien op tijd op door de Ontdooien op tijd toets START De functie wordt onmiddellijk tot stilstand gebracht en op het display wordt het bericht „Binnentemperatuur te hoog wacht op afkoeling” weergegeven als de temperatuur in de oven hoger is dan is voorzien. Laat de oven afkoelen voor u het apparaat weer in gebruik neemt.
Gebruik 1. Plaats het de rijzen deeg op het tweede niveau in het apparaat. 2. Selecteer RIJZEN Bordenverwarmer 1. Plaats de bakplaat op het eerste niveau en plaats er de te verwarmen borden op. . 3. Raak de toets DUUR BEREIDING de betreffende waarde aan. 4. Scroll langs de waarden tot de gewenste bereidingsduur wordt weergegeven. of 5. Raak de toets TEMPERATUUR of de aanverwante waarde aan. 6. Scroll langs de waarden tot de gewenste bereidingstemperatuur (25°C t/m 40°C) wordt weergegeven. 7.
Gebruik 4. Start het vullen van het reservoir door de toets START aan te raken. Als de functie geactiveerd is, kan het volgende worden ingesteld: • de temperatuur (40°C t/m 80°C); • de duur van de functie ; • een uitgestelde timer (uitsluitend als een andere duur dan de standaardduur is ingesteld). Aan het einde wordt een kort geluidssignaal gegeven dat met een druk op een willekeurig punt van het display of door de ovendeur te openen gedeactiveerd kan worden. Opwarmen met stoom 1.
Gebruik Warmte behouden 1. Selecteer SABBAT BEREIDING 2. Raak de toets TEMPERATUUR of de aanverwante waarde aan. 3. Scroll langs de waarden tot de gewenste bereidingstemperatuur (60°C t/m 100°C) wordt weergegeven. 4. Raak de toets START aan om de functie warmte behouden te starten. Aan het einde wordt een kort geluidssignaal gegeven dat met een druk op een willekeurig punt van het display of door de ovendeur te openen gedeactiveerd kan worden.
Gebruik Reservoir vullen 1. Vul de bijgeleverde karaf (of een andere houder) met een hoeveelheid water die voldoende is voor de duur van de te verrichten functies. 2. Open de deur van het apparaat. 3. Plaats de karaf (of houder) op de geopende ovendeur. 5. Breng het uiteinde van het slangetje op de bodem van de karaf (of houder) aan. N.B.: de karaf (of houder) gevuld met water moet een brutogewicht van minder dan 5 kg hebben. 4. Verwijder het slangetje uit diens plaats. 6.
Gebruik 8. Schud het slangetje aan het einde om eventueel resterend water te verwijderen. 10. Sluit de deur. Als de deur wordt gesloten, wordt eventueel water dat in het slangetje is achtergebleven, opgezogen door een automatisch systeem om druppelen te voorkomen. U kunt geborrel horen. Dit is normaal. 11. Raak de toets BEVESTIGEN aan om te bevestigen dat het reservoir gevuld is. NL 7. Start het vullen van het reservoir door de toets START aan te raken. 9.
Gebruik Legen reservoir 1. Selecteer LEGEN RESERVOIR . 4. Start het verwijderen van het water naar de karaf (of houder) door de toets START aan te raken. Op het display wordt het scherm voor het verwijderen van het water weergegeven. 2. Plaats de geleverde karaf (of houder) op de geopende ovendeur. 3. Haal het slangetje uit zijn zitting en breng het uiteinde ervan aan in de karaf (of houder). Het water kan uitsluitend met geopende ovendeur worden afgevoerd.
Gebruik De persoonlijke instellingen blijven geactiveerd bij een tijdelijke stroomuitval. 7. Plaats de slang terug in zijn zitting, verwijder de karaf en sluit de deur. Raadpleeg voor de instellingen van Connectiviteit , Controle op afstand 3.8 Instellingen Met dit menu kunt u de configuratie van het product instellen. • Raak in het „hoofdmenu” de toets INSTELLINGEN aan (bevindt zich in de zone rechtsonder).
Gebruik Toetsen geblokkeerd Deze functie blokkeert de bedieningen van het apparaat automatisch na een minuut normale werking als de gebruiker geen handelingen verricht. 1. Selecteer Toetsen geblokkeerd. 2. Selecteer Ja. 3. Activeer de stand toetsen geblokkeerd door de toets BEVESTIGEN aan te raken. Bij normale werking wordt deze stand aangeduid door het controlelampje dat in het informatiegedeelte branden. gaat Om de toetsblokkering tijdelijk gedurende een bereiding deactiveren: 4.
Gebruik In deze stand kan het apparaat aan het einde van een bereiding, waarvan de duur is ingesteld, (als deze niet handmatig wordt onderbroken) het zojuist bereide voedsel (op lage temperatuur) warmhouden, zonder dat de organoleptische eigenschappen en de smaak die u tijdens de bereiding heeft verkregen verloren gaan. 1. Selecteer Warmte behouden. 2. Selecteer On. 3. Activeer de stand warmte behouden door de toets BEVESTIGEN aan te raken.
Gebruik Digitale klok Maakt de digitale weergave van de huidige tijd mogelijk. 1. Selecteer Digitale klok. 2. Selecteer On. Activeer de stand Digitale klok door de toets BEVESTIGEN aan te raken. Waterhardheid In deze stand kan de waarde van de hardheid van het water worden ingesteld om het ontkalken te optimaliseren. Wanneer het apparaat de fabriek verlaat is het ingesteld op middelmatig hard water (3). 1. Selecteer Waterhardheid. 2. Scroll naar de gewenste waarde (van 1 tot 5). 3.
Gebruik Waarde °dH °dF Uren 1 0 ÷ 11 0 ÷ 20 35 - 40 2 12 ÷ 17 21 ÷ 30 25 - 30 3 18 ÷ 24 31 ÷ 42 15 - 20 4 25 ÷ 30 43 ÷ 53 12 - 15 5 31 ÷ 50 54 ÷ 90 8 - 10 Demo stand (uitsluitend voor exposanten) Vergelijkbaar met de Showroom stand, als deze stand geactiveerd is, wordt er, na een tijdje van inactiviteit, een demonstratie van de verschillende schermen van de mogelijke functies van het apparaat op het display weergegeven. 1. Selecteer Demo stand. 2. Selecteer On. 3.
Gebruik Tijdsformaat Activeert/deactiveert de weergave van de klok in 12-uurs of 24-uurs formaat. Tijdsformaat. 1. Selecteer 2. Selecteer 12h of 24h. 3. Activeer het gewenste tijdsformaat door de toets BEVESTIGEN aan te raken. In de fabriek is de functie Tijdsformaat op 24h ingesteld. Helderheid display Om de lichtintensiteit van het display te selecteren. 1. Selecteer Helderheid display. 2. Maak een keuze uit Hoog Middelmatig - Laag. 3. Bevestig de verrichte keuze door de toets BEVESTIGEN aan te raken.
Reiniging en onderhoud 4 Reiniging en onderhoud Voedselresten of -vlekken Waarschuwingen Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat de oppervlakken niet worden beschadigd. Gebruik normale en niet-schurende producten, en eventueel houten of plastic gerei. Spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een microvezeldoek. Laat etensresten op basis van suiker (bijv. marmelade) in het apparaat niet opdrogen, dit kan het email binnenin aantasten.
Reiniging en onderhoud 2. Neem de deur aan beide kanten en met beide handen vast, hef hem op met een hoek van ongeveer 30°, en verwijder hem. Reiniging van de ruiten van de deur Het is raadzaam de ruiten van de deur altijd schoon te houden. Gebruik absorberend keukenpapier. Gebruik in geval van hardnekkig vuil een vochtige spons en een gewoon reinigingsmiddel. Er wordt aanbevolen om reinigingsproducten van de fabrikant te gebruiken. Demontage van de binnenruiten 3.
4. Trek de tussenruit omhoog. 6. Zet de tussenruit weer op zijn plaats. 5. Maak de buitenruit schoon, evenals de voorheen verwijderde ruiten. Gebruik absorberend keukenpapier. Bij hardnekkig vuil moet een vochtige spons en een neutraal reinigingsmiddel gebruikt worden. 7. De rubberen lijsten A, B en C van de tussenruit moeten naar de buitenkant zijn gericht.
Reiniging en onderhoud 8. Centreer en plaats met lichte druk de 4 pennen in hun houders op de deur. Drogen 4.3 Reiniging van de ovenruimte Reiniging van de sonde Om de ovenruimte in goede staat te houden, moet hij na afkoeling regelmatig gereinigd worden. Laat geen voedselresten in de ovenruimte opdrogen aangezien daardoor de lak beschadigd kan raken. Verwijder de uitneembare delen alvorens de ovenruimte te reinigen.
Reiniging en onderhoud Als de geleiderframes worden verwijderd, kan de reiniging van de zijdelen makkelijker uitgevoerd worden. Deze handeling moet uitgevoerd worden wanneer de automatische reinigingscyclus wordt gebruikt (enkel op sommige modellen). Om de geleiderframes te verwijderen: trek het frame naar de binnenkant van de ovenruimte zodat het uit de klemverbinding A komt, en verwijder het uit de zitten achteraan B.
Reiniging en onderhoud Vapor Clean Vapor Clean is een reinigingsprocedure die de verwijdering van vuil vergemakkelijkt. Dankzij deze procedure kan de ovenruimte zeer makkelijk worden gereinigd. De vuilresten worden verzacht door de warmte en door de waterdamp, zodat ze makkelijker kunnen verwijderd worden. Incorrect gebruik Gevaar voor beschadiging van de oppervlakken • Verwijder voedselresten of gemorste sporen van vroegere bereidingen uit de ovenruimte.
Reiniging en onderhoud Instelling van de reinigingscyclus Vapor Clean De functie wordt onmiddellijk tot stilstand gebracht en op het display wordt het bericht „Binnentemperatuur te hoog wacht op afkoeling” weergegeven als de temperatuur in de oven hoger is dan is voorzien. Laat de oven afkoelen voor u het apparaat weer in gebruik neemt. De parameters van de temperatuur en de tijdsduur kunnen niet gewijzigd worden door de gebruiker.
Reiniging en onderhoud 8. Sluit de functie af door de toets HOME aan te raken. 9. Open de deur en verwijder het minst hardnekkige vuil met een microvezeldoek. 10. Gebruik een niet-schurend sponsje met messingdraden voor het hardnekkige vuil. 11. Voor vetresten kunt u een specifiek ovenreinigingsproduct gebruiken. 12. Verwijder het resterende water uit de ovenruimte.
Reiniging en onderhoud 3. Circa 250 ml witte azijn in de stoombak gieten zodat ook een deel van de bodem van de oven wordt bedekt. 7. Wrijf met een pannenspons over de zacht geworden, aangekoekte vuilresten om de grootste hoeveelheid kalk te verwijderen. 8. Sluit de deur na het schoonmaken. 4. Raak de toets START aan om de functie ontkalking te starten. 5. Raak, aan het einde van de ontkalking, de toets BEVESTIGEN bevestigen.
Reiniging en onderhoud Handmatig ontkalken Wanneer u eerder een ontkalking wilt uitvoeren, kan de functie handmatig worden uitgevoerd: 1. Raak in het „hoofdmenu” de toets ANDERE FUNCTIES 4. Doorgaan met de procedure zoals in het hoofdstuk „Verwijdering van de geleiderframes voor de roosters/ ovenschalen“ met afbeeldingen wordt gedemonstreerd, te beginnen met punt 2. aan.
Reiniging en onderhoud 3. Op het display wordt het scherm van de functie voor het reinigen van de reservoir weergegeven. 5. Open de deur van het apparaat. 6. Plaats de karaf (of houder) op de geopende ovendeur. N.B.: de geleverde karaf (of houder) gevuld met water moet een brutogewicht van minder dan 5 kg hebben. 7. Haal de slang uit zijn houder en plaats het uiteinde ervan op de bodem van de karaf (of houder).
Reiniging en onderhoud 8. Raak de toets START aan om het reservoir van het apparaat met het mengsel te vullen. Het apparaat vult automatisch de hoeveelheid van het mengsel tot het reservoir gevuld is. 9. Raak de toets BEVESTIGEN aan om te bevestigen dat het reservoir gevuld is. Op het display verschijnt de tijdsduur die nodig is tot het einde van de schoonmaakcyclus.
Reiniging en onderhoud NL 15. Beweeg de slang om eventueel resterend mengsel te verwijderen. 16. De slang terugplaatsen in zijn houder, de karaf (of houder) verwijderen en de deur sluiten. Aan het einde geeft het display aan dat de afvoer van het resterende water is afgerond. Verricht na de reiniging van het reservoir met een mengsel van water en citroenzuur een tweede „reiniging reservoir“ cyclus met normaal water om eventuele resten uit het reservoir te spoelen. 14.
Reiniging en onderhoud 4.4 Buitengewoon onderhoud 4. Draai de lamp los en verwijder ze. Vervanging van de lamp voor de binnenverlichting Onder elektrische spanning staande delen Gevaar voor elektrische schok • Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat uit. • Gebruik beschermende handschoenen. 1. Verwijder alle accessoires uit de oven. 2. Verwijder de geleiderframes voor roosters/ovenschalen. 3. Verwijder de kap van de lamp met gereedschap (bijv. een lepel).
Reiniging en onderhoud De display is volledig uitgeschakeld: • Controleer de stroomtoevoer. • Controleer of een eventuele omnipolaire schakelaar vóór de stroomtoevoer van de oven op „On” is geplaatst. De oven verwarmt niet: • Controleer of de stand „Showroom stand (enkel voor exposanten)“ of „Demo stand (uitsluitend voor exposanten)“ ingesteld is (raadpleeg voor meer informatie de paragraaf „Instellingen“).
Installatie 5 Installatie Aansluiting met stekker en stopcontact 5.1 Elektrische aansluiting Controleer of de stekker en het stopcontact van hetzelfde type zijn. Gebruik geen verloopstekkers, adapters of aftakkingen, omdat ze oververhitting of brand zouden kunnen veroorzaken. Vaste aansluiting Breng op de lijn een alpolige scheidingsschakelaar aan met een contactopening die, overeenkomstig de installatievoorschriften, de volledige scheiding volgens overspanningscategorie III mogelijk maakt.
Installatie 5.2 Plaatsing Positie van de voedingskabel Zwaar apparaat Pletgevaar • Plaats het apparaat met behulp van een tweede persoon in het meubel. Druk op de open deur Gevaar voor beschadiging van het apparaat (achteraanzicht) NL • Gebruik de open deur niet als hefboom om het apparaat in het meubel te plaatsen. • Oefen niet te veel kracht uit op de geopende deur.
Installatie Bevestigingsbussen Afmetingen van het apparaat (mm) Verwijder de doppen van de bevestigingsbussen aan de voorzijde van de oven. (vooraanzicht) Plaats het apparaat in het meubel. Bevestig het apparaat aan het meubel met de schroeven. Bedek de bevestigingsbussen met de voorheen verwijderde doppen.
Installatie NL Plaatsing onder een werkblad (mm) (zijaanzicht) Ga na of het achterste/onderste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 60 mm.
Installatie Inbouw in een kolom (mm) Ga na of het bovenste/ achterste deel van het meubel voorzien is van een opening van ongeveer 35-40 mm diep.