User manual

Beschrijving
146
2 Controlelamp thermostaat
Traditionele en gecombineerde functies:
de oven wordt tot de ingestelde
opgewarmd als de controlelamp knippert.
De controlelamp blijft branden tot de oven
uitgeschakeld wordt de temperatuur is
bereikt.
Functies microgolven: blijft branden om
aan te geven dat een functie microgolven is
gestart. Blijft branden tot de oven
uitgeschakeld wordt.
3 Klok
Geeft de actuele tijd, het gekozen
vermogen, de gekozen
bereidingstemperatuur en de eventuele
toegekende duur weer.
4 Functieknop
Met deze knop is het volgende mogelijk:
• in-/uitschakelen van het apparaat;
• een functie selecteren;
• in-/uitschakelen interne verlichting van
het apparaat.
2.3 Microgolfoven
Het apparaat is voorzien van een
microgolfgenerator, magnetron genaamd.
De geproduceerde microgolven worden
gelijkmatig over de ovenruimte verdeeld,
bereiken de gerechten en warmen ze op.
Het opwarmen vindt plaats door middel
van de wrijving van de moleculen (en met
name de watermoleculen) in het voedsel,
waardoor warmte wordt geproduceerd.
De warmte die direct in het voedsel wordt
geproduceerd, maakt het mogelijk om in
weinig tijd - minder dan voor een normale
bereidingswijze nodig is - voedsel te
bereiden, te ontdooien of op te warmen.
Door het gebruik van houders die voor de
bereiding in de magnetron geschikt zijn,
kunnen de microgolven het voedsel
gelijkmatig bereiken (zie Materialen die
voor de magnetron geschikt zijn).
2.4 Andere onderdelen
Plaatsbare vlakken
Het apparaat beschikt over vlakken om
roosters en ovenschalen op verschillende
hoogtes te plaatsen. De plaatsbare
hoogtes worden begrepen van laag naar
hoog (zie 2.1 Algemene beschrijving).
Koelventilator
De ventilator koelt de oven en treedt in
werking tijdens de bereiding.
De werking van de ventilator veroorzaakt
een normale luchtstroom die boven de deur
naar buiten komt, en die nog even kan
doorgaan nadat de oven werd
uitgeschakeld.
Draai aan het einde van elk
gebruik de functieknop op 0.