User manual

GEBRUIK - 191914779647/A
n
het levensmiddel raakt of aan de andere
kant uit het levensmiddel steekt.
Instelling van de bereiding met de
temperatuursonde
1. Selecteer een bereidingsfunctie.
2. Raak de toets TEMPERATUUR of de
betreffende waarde aan.
3. Scroll langs de waarden tot de gewenste
bereidingstemperatuur wordt weergegeven.
4. Raak de toets BEVESTIGEN aan.
5. Raak de toets SONDE in het onderste
gedeelte aan.
6. Scrol door de waarden van de
Doeltemperatuur tot de gewenste
temperatuur (bijv. “80°C”) wordt
weergegeven.
7. Raak de toets BEVESTIGEN aan om
de geselecteerde temperatuur van de
sonde te bevestigen.
8. Op het display wordt een bericht
weergegeven dat aangeeft dat u de sonde
in de specifieke opening en in het gerecht
moet aanbrengen.Raak de toets
BEVESTIGEN aan.
Met voorverwarming:
1. Start de voorverwarmingsfase door de toets
START aan te raken.
Aan het einde van de voorverwarming hoort u
een geluidssignaal en wordt een bericht op het
display weergegeven dat aangeeft dat u het te
Voor een exacte meting van de
kerntemperatuur van het gerecht mag
de punt van de sonde niet in aanraking
komen met botten of vet.
De minimaal aanbevolen temperatuur
voor bereidingen met de sonde is
120°C, behalve bij bereidingen op
lage temperatuur.
Als de sonde de temperatuur van het
levensmiddel niet correct waarneemt,
worden op het display 2 foutmeldingen
weergegeven (die bevestigd moeten
worden). Vervolgens zal het apparaat
automatisch een bereiding met
tijdinstelling starten.
U kunt een temperatuur selecteren van
minimaal 20°C tot maximaal 90°C.
Als de oven op een te lage temperatuur
wordt ingesteld, stelt het apparaat
automatisch de minimumtemperatuur in
die nodig is om de geselecteerde
doeltemperatuur te bereiken.
Voor een optimaal resultaat adviseren
we om altijd een bereidingstemperatuur
in te stellen die hoger dan de
doeltemperatuur is.