Operation Manual

108
Aanwijzingen voor de gebruiker
5. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
5.1 Algemene waarschuwingen en advies
Bij de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet zal automatisch een werkingstest worden uitgevoerd, en
zullen alle controlelampjes enkele seconden oplichten.
Schakel na gebruik de gebruikte kookplaten uit met de bedieningen die worden beschreven in de
paragraaf “5.5 Uitschakeling van de bereidingszone”. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
Plaats geen metalen voorwerpen zoals keukengerei of bestek op het oppervlak van de inductieplaat,
omdat ze zouden kunnen verhitten.
5.2 Bedieningspaneel
Alle bedieningen en schakelaars bevinden zich op het frontpaneel. Het gebruik van de kookplaat
gebeurt door middel van sensortoetsen Touch-Control. Raak het symbool op het oppervlak van
glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Toets ON/OFF: met deze toets kan de bereidingszone in- of uitgeschakeld worden.
Toets toename vermogen: vergroot het vermogensniveau en verlengt de bereidingsduur.
Toets voor blokkering aanraaksensoren: als deze toets 3 seconden wordt ingedrukt, wordt de
blokkering van de bedieningen geactiveerd of gedeactiveerd.
Toets timer: activeert de timer voor de automatische uitschakeling.
Toets afname vermogen: verlaagt het vermogensniveau of verkort de bereidingsduur.
5.3 Inschakeling/uitschakeling van de plaat
Om de plaat te activeren, moet de toets On/Off minstens 1 seconde ingedrukt gehouden worden;
om ze te desactiveren, moet de toets minstens 2 seconden ingedrukt gehouden worden.
Indien u na het inschakelen van de kookplaat geen vermogenswaarde kiest, wordt deplaat na enkele
seconden automatisch uitgeschakeld.