Operation Manual

115
Aanwijzingen voor de gebruiker
7. WAT ALS IETS NIET WERKT?
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN HANDELING
De kookplaat werkt niet.
- De kookplaat is niet aangesloten
of de hoofdschakelaar is
uitgeschakeld.
- Er is een onderbreking van de
stroomtoevoer.
- Ingreep van de zekering of de
magnetothermische schakelaar
van de huiselijke installatie.
- De sensortoetsen zijn
geblokkeerd (kinderbeveiliging).
- De toetsen zijn gedeeltelijk bedekt
door een vochtig doek, een
vloeistof of een metalen voorwerp.
- Er werden ongeschikte pannen
gebruikt.
- Schakel de hoofdschakelaar in.
- Controleer de stroomtoevoer.
- Vervang de zekering of activeer de
magnetothermische schakelaar
van de installatie van uw huis
weer.
- Deblokkeer de sensortoetsen
(kinderbeveiliging).
- Verwijder het obstakel.
- Zie het hoofdstuk «Pannen die
voor de inductieplaat kunnen
worden gebruikt».
De resultaten van de bereiding zijn
niet bevredigend.
- De temperatuur is te hoog of te
laag.
- Raadpleeg een kookboek.
De plaat produceert rook.
- De plaat is vuil.
- Er is voedsel gemorst.
- Reinig de plaat na de bereiding.
Laat de plaat eerst afkoelen.
- Gebruik een grotere pan.
De foutcode E2 wordt aangegeven,
met een tijdelijk geluidssignaal.
- Een van de toetsen met Touch-
Control is geactiveerd door
voedsel dat op de kookplaat werd
gemorst, door pannen of door
andere voorwerpen.
- Reinig het oppervlak of verwijder
het voorwerp.
Eén van de foutcodes E1 - E3 - E4 -
E5 - E6 - E7 wordt aangegeven
- Er is een technisch defect. - Neem contact op met het
servicecentrum.
De zekeringen of de
magnetothermische schakelaar van
de installatie in uw huis springt
regelmatig.
- Neem contact op met het
servicecentrum of een
elektromonteur.
De gebruikte pannen maken veel
lawaai.
- Er bestaat geen gevaar voor de
kookplaat of de pan.
- Dat is normaal bij bepaalde
soorten pannen.
De koelventilator blijft ook na de
uitschakeling van de kookplaat in
werking.
- Dit is normaal, want de elektronica
moet afkoelen.
U hoort geknars of geklik.
- Lawaai als gevolg van technische
redenen, dit kan niet vermeden
worden.
Scheuren of barsten in de plaat
- Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat zou breken, moet het toestel
onmiddellijk uitgeschakeld
worden. Schakel de stroom uit en
contacteer de Technische Dienst.