User manual

Gebruik
144
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat.
Als u niet over een magneet beschikt, kunt u
in het houder een kleine hoeveelheid water
gieten, het op een kookzone plaatsen en
de plaat inschakelen.
Indien op het display het symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Indien de instellingen van de kookzone niet
gewijzigd worden, is de maximale
werkingsduur van elke afzonderlijke zone
afhankelijk van het geselecteerde
vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de kookzone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op
het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
Als de temperatuur van de interne
elektronica de veiligheidslimiet overschrijdt,
wordt het apparaat automatisch
uitgeschakeld en wordt de tekst „E2
weergegeven (zie „Foutmeldingen”).
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Let op dat u de pannen niet op de
voorste bedieningselementen van
het apparaat plaatst.
Ingesteld
vermogensniveau
Maximale
bereidingsduur in uren
18 ½
26 ½
35 ½
44 ½
53 ½
63
72 ½
82
91 ½