User manual
Installatie
80
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
• Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje. Het
identificatieplaatje met de technische
gegevens, het serienummer en de
merking is zichtbaar op het toestel
aangebracht. Dit plaatje mag nooit
verwijderd worden.
• Controleer of de stekker en het
stopcontact van hetzelfde type zijn.
• Gebruik geen verloopstekkers, adapters
of aftakkingen, omdat ze oververhitting
of brand kunnen veroorzaken.
• Het stopcontact moet steeds bereikbaar
zijn na de installatie van het toestel.
• Het vervangen van de stroomkabel mag
uitsluitend worden uitgevoerd door
een bevoegde technicus van de
Technische Hulpdienst.
5.2 Plaatsing
Afstandsstukken
Voor een correcte koeling van de
condensator mag het toestel achteraan niet
te dicht tegen een muur geplaatst worden.
Om dit te voorkomen is het product
uitgerust met twee kunststof afstandsstukken
op de metalen beschermplaat achter het
toestel.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
•Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Zwaar toestel
Pletgevaar
• Plaats het toestel samen met een tweede
persoon.
• Verplaats het toestel steeds met
neergeklapte kap.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
het toestel
• Het toestel mag niet blootgesteld
worden aan zonnestralen.
• Plaats het toestel niet buiten.