User manual
Installatie
82
Plaatsing
Positioneer het toestel op een stabiele en
genivelleerde bodem. Het is aanbevolen
om goed op te letten tijdens de
verplaatsing, zodat de bevloering niet
wordt beschadigd bij het verschuiven
(bijvoorbeeld als het toestel op parket
geplaatst is).
Keuze van de plek
Het toestel moet op een droge plek
geplaatst worden waar een goede
luchtverversing wordt gegarandeerd. Het
toestel kan gebruikt worden bij
verschillende omgevingstemperaturen al
naargelang de klimaatklasse ervan (die is
aangegeven op het gegevensplaatje in de
koelcel).
• Positioneer het toestel op minstens 3 cm
afstand van elektrische fornuizen of
gasfornuizen, en op minstens 30 cm
afstand van verwarmingssystemen of
radiatoren.
• Het toestel mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd worden.
Indien dit toch noodzakelijk is, moet een
geschikt isolatiepaneel voorzien worden
.
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (Normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (Subtropisch) van + 18°C tot + 38°C
T (Tropisch) van + 18°C tot + 43°C