Operation Manual

Instructies Voor de Installateur
9
4 GASAANSLUITING
De aansluiting op het gasnet kan worden verricht met een starre koperbuis of
met een flexibele buis met doorgaande wand en in overeenstemming met de
voorschriften van de normen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de
verbinding A aan de achterkant van het apparaat zijwaarts worden gericht;
draai de zeskantmoer B los, draai de verbinding A in de gewenste positie en
span de zeskantmoer B opnieuw (de afdichting ervan wordt verzekerd door
een biconische messing ring).
Controleer na de handeling met behulp van een zeepoplossing, en nooit met
een vlam, of de afdichting perfect is. De kookplaat is goedgekeurd voor
methaangas G25 (2L3B/P) met een druk van 25 mbar. Voor voeding met
andere types gas zie Hoofdstuk “5. REGELING VAN HET GAS”. Het
verbindingsstuk heeft een externe schroefdraad van ½” gas (ISO 7-1).
Aansluiting met starre koperbuis: de
aansluiting op het gasnet moet zodanig
geschieden dat het geen belastingen van
welke aard dan ook op het apparaat
veroorzaakt. De aansluiting kan gebeuren met
een adapter D met biconus.
Aansluiting met flexibele buis: gebruik
uitsluitend flexibele buisen volgens de
geldende voorschriften.
De flexibele buis moet zo worden gelegd dat de lengte van de leidingen niet
meer is dan 1.5 meter in maximale extensie; controleer of de leidingen niet in
aanraking komen met beweegbare delen of bekneld raken.
4.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriftenvan de
normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk de waarden inacht neemt die
worden aangegeven in de tabel in paragraaf “5.3 Instelling voor vloeibaar gas”.