User manual
Gebruik
134
Wanneer de vloeistof begint te koken, moet
de vlam laag gedraaid worden om te
vermijden dat de vloeistof overkookt.
Om brandwonden te vermijden en schade
aan de kookplaat of het werkblad te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding
alle pannen en vleesroosters binnen de
omtrek van de kookplaat blijven.
Gebruiksbeperkingen van het
vleesrooster
Wanneer u een vleesrooster wilt gebruiken,
moet het volgende advies opgevolgd
worden:
• de vleesroosters moeten binnen de
omtrek van de kookplaat geplaatst
worden.
• houd de zijwand op 160 mm van de
rand van het vleesrooster;
Diameter van de pannen:
• AUX: 12 - 14 cm.
• SR: 16 - 20 cm.
• RR: 22 - 26 cm.
• UR3: 22 - 26 cm.
• UR2 int. + UR2 ext.:
22 - 26 cm.
Incorrect gebruik.
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
• Gebruik het vleesrooster niet leeg, tenzij
dit gebeurt voor de eerste inschakeling
en om na een lange inactiviteit het
opgehoopte vocht te verwijderen.
• Gebruik vleesroosters met een dikke en
vlakke bodem.
• Aluminiumfolie nooit direct op het
oppervlak van het vleesrooster
aanbrengen.
Incorrect gebruik.
Gevaar voor persoonlijk letsel
• Blijf tijdens het bereiden van
levensmiddelen met eenvoudig
ontvlambare olie en vet altijd in de buurt
van de kookplaat.
• De vleesroosters blijven ook na het
gebruik lange tijd warm. Raak ze niet
met de handen aan en leg er geen
andere voorwerpen op om
brandwonden te vermijden.