User manual

Installatie
146
Vervanging gasmondstukken/regeling
van de lucht
1. Draai schroef “A” los en duw
luchtregelaar “B” helemaal in.
2. Verwijder de gasmondstukken “C” met
een steeksleutel en monteer de
gasmondstukken die voor het nieuwe
gastype geschikt zijn, neem daarbij de
aanwijzingen van de desbetreffende
tabellen in acht (zie “Type van gas en
toebehorende landen”).
3. Stel de houder “B” weer in de
aanvankelijke stand zodat het
gasmondstuk “C” volledig wordt bedekt.
4. Regel de luchtdoorstroom door de
Venturi-leiding “D” te verplaatsen tot een
afstand “X” wordt verkregen die wordt
vermeld in de betreffende tabellen (zie
"Tabel Kenmerken van branders en
gasmondstukken”, onder “Primaire lucht
(mm)”); draai vervolgens schroef “A
aan.
5. Hermonteer het apparaat op correcte
wijze als u iedere brander heeft
afgesteld.
Het aandraaimoment van het
gasmondstuk mag niet meer dan
3 Nm bedragen.