Operation Manual

Instructies Voor de Gebruiker
36
1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde.
1
AAN/UIT TOETS
Door deze toets in te drukken wordt de machine onder spanning gezet.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het geselecteerde programma en
eventuele storingen (oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
Druk deze knop meerdere malen in om het gewenste programma te
selecteren.
INSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN INSCHAKELEN VAN
DE MACHINE
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te
selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest
geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de
mate van bevuiling van de vaat.
Druk, als via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma
bepaald is:
de toets
AAN/UIT (1)
in en wacht tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2)
gaat branden;
toets de
PROGRAMMAKEUZE (3)
drukknop meerdere malen in tot
het controlelampje van het gewenste programma gaat branden;
de deur sluiten; na ongeveer
2"
zal het programma starten, tijdens
het verloop ervan zal het betreffende
CONTROLELAMPJE
knipperen (signalering programma in uitvoering).
4
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN (alleen indien van toepassing)
Het verlichte controlelampje geeft aan dat het zout in de machine op is.
5
CONTROLELAMPJE GLANSPOELMIDDEL BIJVULLEN
(alleen indien van toepassing)
Het verlichte controlelampje geeft aan dat het glansspoelmiddel in de machine op is.
end
2345
1