Operation Manual

Instructies Voor de Gebruiker
109
5. Schoonmak en onderhoud
Vóór iedere ingreep moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Vermijd het gebruik van schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
De buitenoppervlakken en de contradeur van de vaatwasser moeten met regelmatige tussenpozen
met een zachte met een normaal schoonmaakmiddel voor geverfde oppervlakken bevochtigde doek
worden schoongemaakt. De pakkingen van de deur moeten met een vochtige spons worden
schoongemaakt. Periodiek (één of twee keer per jaar) verdient het aanbeveling om al het vuil dat zich
op de kuip en de afdichtingen heeft gevormd met een zachte doek en wat water te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN HET WATERTOEVOERFILTER
Het na de kraan geplaatste toevoerfilter voor het water
A
moet regelmatig worden schoongemaakt.
Sluit de waterkraan, draai het uiteinde van de toevoerslang los, verwijder het filter
A
en maak hem
voorzichtig onder een straal water schoon. Plaats het filter
A
weer in diens houder terug en draai
de watertoevoerslang zorgvuldig vast.
SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARMEN
De sproeiarmen kunnen gemakkelijk worden verwijderd om de mondstukken periodiek te reinigen
en mogelijke verstoppingen te voorkomen. Was ze onder een straal water en plaats ze weer
zorgvuldig in hun houders terug
en controleer of hun draaibeweging op geen enkele wijze
wijze wordt belemmerd
.
Om de
bovenste
sproeiarm te verwijderen moet de stelring
R
worden losgedraaid.
U kunt de
onderste
sproeiarm gemakkelijk verwijderen door hem in het midden vast te pakken
en naar boven te trekken.
SCHOONMAKEN VAN DE ORBITAALSPROEIARM
Om de orbitaalsproeiarm te verwijderen moet u de langste arm
beetpakken en de ORBITAAL arm naar boven trekken.
Was de armen onder een straal water en plaats ze weer zorgvuldig
in hun oorspronkelijke behuizing terug.
Controleer vervolgens of de sproeiarmen vrj kunnen draaien.
Als dit niet het geval mocht zjin moet u controleren of u ze goed
heeft gemonteerd.
ORBITAAL