User manual

Gebruiksaanwijzingen
29
3.2 Wasprogramma’s
Alvorens een wasprogramma te starten moet u
controleren of:
 de waterkraan geopend is;
 er regeneratiezout in het reservoir aanwezig is;
 er voldoende afwasmiddel in het bakje is gedaan;
 de korven op de juiste wijze zijn beladen;
 de sproeiarmen vrij, onbelemmerd kunnen draaien
 de deur van de vaatwasser goed is gesloten.
Waarschuwing:
Tijdens het begin fase van het wasprogramma, zijn de sproeiers nog niet
geactiveerd omdat deze pas 5 minuten na de start beginnen.
OPTIES SELECTEREN
De opties kunnen worden geselecteerd met een druk op de
desbetreffende knop. Het lampje gaat branden om de activering aan te
geven.
Alle opties worden aan het einde van de wascyclus gedeactiveerd.
Option
Beschreibung
1 SPECIAL Genereert aanvullende programma’s.
2 DRY ASSIST
Maakt een optimale droging mogelijk, zelfs bij lage
spoeltemperaturen, waardoor een aanzienlijke
energiebesparing mogelijk is. Dit wordt automatisch
geactiveerd als het geselecteerde programma
compatibel is. Deactiveer deze met een druk op de
knop als deze niet gewenst is.
3 EXTRA DRY
Wijzigt een aantal parameters voor een betere
droging van het v
aatwerk.
4
HALVE
LADING
FLEXY ZONE
Geschikt voor het wassen van een kleine
hoeveelheid vaatwerk, bespaart elektriciteit en
beperkt de duur van het programma.
5 DELAY
Kan gebruikt worden om het programma van 1 of 3
tot 9, 12, 24 uur te vertragen, afhankelijk van de
modellen.
6 SELF CLEAN
Machinewasprogramma. Moet worden gebruikt met
een lege machine, zonder vaatwerk.