Operation Manual
27
Aan het einde van elk programma wordt, indien nodig, een regeneratie van de harsen uitgevoerd
en aan het begin van de volgende cyclus een fase voor het wassen van de harsen, noodzakelijk voor
de goede werking van de ingebouwde waterontharder. Deze fasen worden, in geval de functie
“REPEAT” geselecteerd is, niet automatisch uitgevoerd maar moeten na de melding op het display
(R) worden opgeroepen door de operator.
De fasen worden niet meegeteld in de theoretische cyclustijd weergegeven op het display.
5.13 Onderbreking in uitvoering zijnde programma
Een in uitvoering zijnde cyclus kan onderbroken worden door middel van de knop Start/Pauze.
Tijdens de fase “pauze” wordt op het display de letter “S” weergegeven, gevolgd door de code van
het in uitvoering zijnde programma.
5.13.1 Pauzeren van een programma
Een in uitvoering zijnde cyclus kan gepauzeerd worden door middel van de knop Start/Pauze.
Voor wat betreft het pauzeren van de cyclus, zal het gedrag van de vaatwasmachine wijzigen op basis van de
omstandigheden in de kuip, zoals bijvoorbeeld:
Wanneer de temperatuur in de kuip lager is dan 75°C: de deur kan geopend worden, de cyclus
kan hervatten vanaf het punt van onderbreking door middel van een lange druk op de toets
Start/Pauze.
Wanneer de temperatuur in de kuip hoger is dan 75°C is, voor het openen van de deur, een
bevestiging nodig en wordt gewaarschuwd voor de hoge temperatuur in de kuip door middel
van een melding op het display en een intermitterend geluidssignaal.
5.13.2 Onderbreken van een programma
Een cyclus kan op twee manieren onderbroken worden:
1. Zet de vaatwasmachine op “OFF” nadat het programma gepauzeerd is (zie paragraaf Pauzeren van een
programma). Bij de nieuwe inschakeling wordt automatisch een resetprocedure uitgevoerd.
2. Door het programma de pauzeren (zie paragraaf Pauzeren van een programma) en de onderstaande
procedure uit te voeren.
5.14 Resetprocedure
De RESETPROCEDURE voert een cyclus voor het afvoeren en het laden van water uit om de vaatwasmachine
naar veilige omstandigheden te herstellen in geval van storingen of onderbreking van het programma.
Het is mogelijk en raadzaam om bij het optreden van een alarm een RESETCYCLUS uit te voeren.
De Resetcyclus kan ook “op zichzelf” gestart worden, onafhankelijk van het feit of er wel of geen sprake is van
een alarm.
N.B.: de RESETPROCEDURE kan alleen gestart worden met de GESLOTEN deur.
Bij het optreden van een fout zal de vaatwasmachine de afwijking over het algemeen zelfstandig
beheren: in deze gevallen wordt op het display de knipperende alarmcode weergegeven tot het
automatische beheer voltooid is. In deze fase is het niet mogelijk om een reset uit te voeren.
De door de gebruiker geforceerde RESET is pas mogelijk wanneer het automatische beheer
voltooid is en het alarm ononderbroken op het display wordt weergegeven.
5.14.1 Activering van een RESET
In geval van alarm of stilstaande vaatwasmachine: druk gedurende ongeveer 2 seconden op de knoppen
Start/Pauze en AFVOER, tot aan het einde van het geluidssignaal “biep”.
Op het display verschijnt het opschrift “P-” en de RESETPROCEDURE wordt gestart.
Aan het einde van de resetprocedure knippert op het display, in geval van reset vanwege een onderbroken in
uitvoering zijnde programma, het opschrift “E-”, afgewisseld door de code van het programma. In geval van een
reset “op zich” knippert het opschrift “End”, afgewisseld met “P-”.