Operation Manual

37
ID ALARM
BESCHRIJVING
ACTIE GEBRUIKER
AF:30
Tijdens de werking overschrijdt
het waterniveau in de kuip het
veiligheidsniveau.
Veiligheidsniveau water.
Controleer de watertoevoer van de machine:
1. Inlaatdruk.
2. Juistheid van de aansluitingen, volgens de voorschriften
van deze handleiding.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wordt het alarm niet verholpen,
ga dan verder met de RESETPROCEDURE.
Er is sprake van lekkage: sluit onmiddellijk alle
watertoevoerkranen en neem contact op met de technische
servicedienst.
AF:32
Stagnerend water in de kuip
terwijl de machine zich in de
status stand-by bevindt.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wordt het alarm niet verholpen,
ga dan verder met de RESETPROCEDURE.
Er is sprake van lekkage: sluit onmiddellijk alle
watertoevoerkranen en neem contact op met de technische
servicedienst.
AF:33
Afwijkende lading water in de
stoomcondensor. Geen water in
de stoomcondensor.
Geeft aan dat de stoomcondensor geen water bevat op het
moment dat dit verwacht werd.
Controleer de watertoevoer:
1. Inlaatdruk water.
2. Juistheid van de aansluitingen volgens de voorschriften
van deze handleiding.
3. Aanwezigheid van eventuele verstoppingen of knikken van
de slangen.
Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wordt het alarm niet verholpen, ga dan verder met de
RESETPROCEDURE.
AF:34
Waterafvoer van de condensor
mislukt.
Controleer de juistheid van de afvoeraansluitingen:
1. Hoogte en positie van de afvoeraansluiting.
2. Juistheid van de aansluitingen volgens de voorschriften
van deze handleiding.
3. Aanwezigheid van eventuele verstoppingen of knikken van
de slangen.
Voor de gebruiker: voer de hierboven beschreven
DEFAULTPROCEDURE uit. Wordt het alarm niet verholpen,
ga dan verder met de RESETPROCEDURE.
AF:54
Detectie geopende deur bij
cyclus in uitvoering. Storing
microschakelaar
deurvergrendeling.
1. Zorg ervoor dat de deur correct gesloten wordt alvorens
een cyclus te starten.
2. De opening van de deur mag tijdens het uitvoeren van een
cyclus niet geforceerd worden. Gebruik altijd de knoppen
voor het blokkeren van de cyclus en het openen van de deur.
3. Controleer dat er geen sprake is van voorwerpen tussen de
deur en de kuip van de vaatwasmachine die een correcte
sluiting kunnen belemmeren.
3. Voer de hierboven beschreven DEFAULTPROCEDURE uit.
Wordt het alarm niet verholpen, ga dan verder met de
RESETPROCEDURE.