Operation Manual

8
Aangezien de temperatuur van het afvoerwater (in geval van modellen met thermische desinfectie) de
maximale waarde van 95°C kan bereiken, moet het uiteinde van de afvoerslang op vast bevestigde wijze op
de slangaansluiting geïnstalleerd worden, met behulp van de meegeleverde slangklemmen.
De afvoerslang mag geen scherpe bochten en dientengevolge knelpunten vertonen.
Het uiteinde van de afvoerslang moet, ten opzichte van het vlak waarop de vaatwasmachine rust, geplaatst
worden op een hoogte in overeenstemming met de verstrekte aanwijzingen.
In geen geval mag het uiteinde van de slang ondergedompeld zijn in water.
De binnendiameter van het afvoerkanaal moet ten minste 40 mm zijn.
Wij raden aan om een afvoerkanaal met diameter 50 mm te installeren.
Er mogen geen verlengingen van de bij de vaatwasmachine geleverde afvoerslang tot stand worden gebracht.
Eventuele verlengingen kunnen problemen voor terugvloeien naar de kuip veroorzaken.
3.5 Geluid
Geluidsdrukniveau: LpA<70 dB(A)
3.6 Beschermingsklasse tegen infiltraties (IP-code)
De vaatwasmachine heeft de beschermingsklasse tegen infiltraties IPX1.
3.7 Omgevingsomstandigheden (opslag en gebruik)
Gebruik: gebruik binnen
Hoogte: maximaal 1000 boven de zeespiegel
Omgevingstemperatuur: van 10°C tot 35°C
Maximale relatieve vochtigheid: 80% bij temperaturen tot 31°C met lineaire vermindering tot 50% bij een
temperatuur van 35°C.
Opslag: tussen 0°C en 40°C, relatieve vochtigheid < 80% met lineaire vermindering tot 50% bij een temperatuur
van 40°C.
3.8 Veiligheidswaarschuwingen en -instructies
Het typeplaatje met de technische gegevens, serienummer en CE-markering is zichtbaar
aangebracht op de binnenrand aan de zijkant van de deur. Het plaatje op de binnenrand van de
deur mag nooit verwijderd worden.
Laat de resten van het verpakkingsmateriaal niet onbeheerd in de woonomgeving. Scheid de
verschillende afvalmaterialen afkomstig van de verpakking en lever ze in bij het dichtstbijzijnde
centrum voor gescheiden inzameling.
De aardaansluiting in overeenstemming met de veiligheidsnormen voor elektrische installaties is
verplicht. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af voor eventuele schade aan personen of
voorwerpen die veroorzaakt wordt door de ontbrekende of onjuiste aansluiting van de massa-
/aardelijn.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd wordt op beklede vloeren, moet gecontroleerd worden dat de
openingen op de onderkant niet belemmerd worden.
Het ontmantelde apparaat moet onbruikbaar gemaakt worden. Snij de voedingskabel door na de
stekker uit het stopcontact verwijderd te hebben. Maak onderdelen die een gevaar kunnen vormen
voor kinderen onschadelijk (sloten, deuren, enz.).