User manual

GEBRUIK - 7391477A242/A
n
vermogenswaarde.
Houders die geschikt zijn voor inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte houders
moeten van metaal zijn en beschikken over
magnetische eigenschappen en een bodem
van geschikte afmetingen.
Geschikte houders:
Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
Houders van gietijzer met geëmailleerde
bodem.
Houders van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Niet geschikte houders:
Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek en
terracotta.
Om te controleren of de pan geschikt is, volstaat
het om een magneet tegen de onderkant te
houden: als de magneet wordt aangetrokken is
de pan geschikt voor een inductiekookplaat. Als
u niet over een magneet beschikt, kunt u in het
houder een kleine hoeveelheid water gieten,
het op een kookzone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een kookzone staat of
als de pan te klein is, wordt geen energie
overgedragen en verschijnt het symbool op
het display. Als een geschikte pan op de
kookzone staat, detecteert het
herkenningssysteem de aanwezigheid van de
pan en schakelt het systeem de plaat in op het
vermogen dat ingesteld werd met de
draaiknop. Het overdragen van energie wordt
ook onderbroken wanneer de pan wordt
verwijderd van de kookzone (op het display
wordt het symbool weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die zich
op de kookzone bevinden, wordt enkel de
noodzakelijke energie overgedragen.
Limieten bij de herkenning van de pan
De minimumdiameter van de onderkant van de
pan wordt aangeduid door een grafische
weergave in de vorm van een kruis op de
bereidingszone.
De aanwezigheid van pannen met een kleinere
diameter zou niet herkend kunnen worden,
waardoor de inductiestroom niet wordt
ingeschakeld.
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een automatisch
systeem dat de werkingsduur beperkt. Indien de
instellingen van de kookzone niet gewijzigd
worden, is de maximale werkingsduur van elke
Gedurende de eerste aansluiting op het
stroomnet wordt een automatische
controle uitgevoerd die alle
controlelampen enkele seconden doet
oplichten.
Schakel de platen na gebruik uit door
de desbetreffende knop op 0 terug te
zetten. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
Gebruik uitsluitend pannen met een
perfect vlakke onderkant, die geschikt
zijn voor inductiekookplaten. Het
gebruik van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed werkt
of dat het systeem de pan niet herkent.