Operation Manual

12
5.3- Aansluitingen op de afvoer
De vaatwasser is voorzien van een afvoerpomp en is voorbereid voor de afvoer naar zowel de muur als de
vloer. Voordat de pijp wordt aangesloten, moet gecontroleerd worden of de doorsnede en de hoogte van
de muurafvoer in overeenstemming zijn met de technische kenmerken van de vaatwasser. Let bij het
aansluiten van de afvoerpijp van de vaatwasser op dat er geen knikken, scherpe bochten of kneuzingen
ontstaan. Aangezien het afgevoerde water hoge temperaturen kan bereiken, moet het uiteinde van de
afvoerpijp met de meegeleverde klemmen op de afvoeraansluiting bevestigd worden.
5.4- Aansluiting op het elektriciteitsnet
De elektrische aansluiting van de vaatwasser moet worden toevertrouwd aan gemachtigd en
gekwalificeerd personeel, in overeenstemming met de geldende normen. Neem bovendien de met de
machine geleverde technische voorschriften voor de aansluiting in acht. De nominale elektrische
kenmerken van de vaatwasser staan vermeld op het typeplaatje van het apparaat. Op de voedingslijn van
de vaatwasser moet, op een gemakkelijk bereikbare plaats, een stroomonderbreker worden geïnstalleerd,
met een contactopeningswijdte voor de overspanningsklasse II, en een beveiliging tegen overstroom
(vermogensschakelaar of zekeringen). De voorzieningen moeten uitsluitend bestemd zijn voor de
vaatwasser en overeenkomen met diens nominale elektrische kenmerken. Voorafgaand aan de
inbedrijfstelling van de vaatwasser moeten de veiligheidsvoorzieningen onderworpen worden aan een
functionele test. Wanneer de vaatwasser op het elektriciteitsnet wordt aangesloten met een stekker,
moet deze van hetzelfde type zijn als het stopcontact, geschikt voor de elektrische kenmerken van het
apparaat en voldoen aan de plaatselijk geldende regelgeving. De stekker moet na de installatie
gemakkelijk bereikt kunnen worden.
De aansluiting op de afvoer moet voldoen aan de van kracht zijnde nationale regelgeving.
Een onjuiste aansluiting kan retourwater en in sommige gevallen verontreiniging
veroorzaken.
Er mogen geen verlengingen van de met de machine geleverde afvoerpijp tot stand worden
gebracht. Eventuele verlengingen kunnen problemen met betrekking tot de afvoer
veroorzaken.
De elektrische veiligheid wordt alleen gewaarborgd wanneer de vaatwasser is aangesloten
op een aardleiding die voldoet aan de vereisten van de geldende elektrische normen. Laat
het systeem in geval van twijfel controleren door een gekwalificeerde elektricien.
Sluit de vaatwasser niet aan op het elektriciteitsnet door middel van adapters of
verlengsnoeren omdat die gevaarlijke oververhitting kunnen veroorzaken.
Sluit het apparaat aan op de potentiaalvereffening van het systeem. De aansluitklem voor de
aansluiting op de potentiaalvereffening bevindt zich onderaan op de achterzijde van de
machine en is gemarkeerd met het symbool .
De vaatwasser kan alleen verstoken worden van spanning door middel van de
stroomonderbreker of, in geval van machines met een stekker, door de stekker uit het
stopcontact te verwijderen.