Operation Manual

11
5.2- Aansluiting op de waterleiding
Controleer of de druk, het debiet en de temperatuur van het voedingswater overeenkomen met de
technische gegevens van de vaatwasser. Indien de dynamische druk hoger is dan
vermeld staat onder de technische gegevens, moet een drukreduceerventiel
geïnstalleerd worden. In geval de druk lager is zou het, voor het waarborgen van
optimale prestaties, noodzakelijk kunnen zijn om een speciale hulppomp te
installeren. Sluit de watertoevoerleiding aan op een kraan met een
schroefdraadaansluiting ¾” gas en plaats er het meegeleverde filter “A” tussen. De
kraan moet na de installatie gemakkelijk bereikbaar zijn.
Gebruik voor de aansluiting op het waternet alleen nieuwe slangen. Gebruik geen oude
slangen of slangen verkregen van eerdere installaties.
In geval de watervoorziening langdurig inactief is gebleven of er zijn ingrepen op uitgevoerd,
moet, vóór het aansluiten van de voedingsleidingen van het apparaat, de lucht en de
onzuiverheden vanuit de leidingen verwijderd worden door het water te laten stromen.