Operation Manual

NL
83
METEN
Omleggen van de
manchet
1.
Doe de manchet om de boven-
arm en draai vervolgens de slang
zijwaarts naar de binnenkant van
de arm, op een lijn met de pink.
U kunt ook de adermarkering zo
uitlijnen dat deze op de grootste
ader (aan de binnenkant van de
arm) ligt. U vindt de grootste
ader door met 2 vingers onge
-
veer 2 cm boven de elleboog-
holte aan de binnenkant van uw
linkerarm te drukken.
Stel vast waar de hartslag het
duidelijkst voelbaar is. Daar
loopt de grootste ader
(Afb. 1)
2. De manchet moet nauw aan-
sluiten, maar niet te strak zitten.
Er moet nog een vinger passen
tussen manchet en arm.
(Afb. 2)
3. Ga gemakkelijk zitten en leg de
arm waaraan wordt gemeten op
een vlakke ondergrond.
4. Bij gebruikers met hoge
bloeddruk:
Het midden van de manchet
moet ter hoogte van de rechter
hartkamer worden aangelegd
(Afb. 3). Neem voor het begin
van de meting een gemakkelijke
zithouding aan: benen niet over
elkaar slaan, voetzolen op de
grond en rug en arm gesteund.
Start van de meting
1. Als de bloeddrukmeter is
uitgeschakeld, deze inschakelen
door indrukken van knop (
).
Het toestel voert vervolgens de
meting uit.
Het toestel voert eerst een
nulijking uit.
Daarna start het oppompen
van de manchet en het
toestel meet bloeddruk en
hartslag.
Door indrukken van knop ( ) kan de
meting op elk moment worden gestopt.
Zodra de meting is beëindigd,
wordt de lucht uit de manchet
afgelaten en de vastgestelde
waarden weergegeven. Deze
worden nu automatisch aan
de geselecteerde gebruiker
toegewezen en opgeslagen.
Jaar, dag en tijdstip worden
afwisselend getoond.
2. Druk voor uitschakelen op knop
(
). Het apparaat schakelt na
1 minuut ook automatisch uit.