Operation Manual

NL
84
GEGEVENSBEHEER
Opgeslagen waarden
uitlezen
1. De bloeddrukmeter inschakelen
door indrukken van (
). Het
gemiddelde van de vorige drie
meetresultaten wordt weerge-
geven.
2. Door indrukken van knop (
) of
(
) gaat u naar de gewenste ge
-
gevens. Rechtsboven in het dis-
play ziet u bij het doorbladeren
het nummer van de getoonde
gegevensset en het totaalaantal
van de opgeslagen metingen.
Als een gegevensset op het display blijft
staan, worden ook datum en tijd van de
meting weergegeven. Deze schakelen au
-
tomatisch door.
3. Als gegevenssets van een
andere gebruiker moet worden
opgevraagd, dan eerst knop
(
) indrukken om het toestel
uit te schakelen, voor zover de
bloeddrukmeter nog in modus
“Uitlezen geheugen staat.
Door indrukken en vasthouden
van knop
(
)
opent modus
“Gebruiker selecteren”, door op-
nieuw indrukken van knop
(
)
kunt u kiezen tussen gebruiker
1 en gebruiker 2. Met knop (
)
bevestigt u de gebruiker, met
(
)
kunt u vervolgens de meet-
gegevens van de geselecteerde
gebruiker uitlezen.
De laatste gegevensset (1) wordt eerst weer-
gegeven. Elke nieuwe meting wordt naar
gegevensset (1) geschreven. De nummering
van alle andere gegevenssets telt omhoog (2
dus wordt 3, enz.) en de oudste gegevensset
(60) wordt uit de lijst verwijderd.
Opgeslagen waarden
wissen
Als een meting niet goed is uitge-
voerd, kunnen alle meetresultaten
van de geselecteerde gebruiker
als volgt worden gewist.
1. Houd knop (
) ca. 3 seconden
ingedrukt, als de bloeddruk-
meter in modus “Geheugen
uitlezen staat. De weergave dEL
ALL knippert (ALLES wissen), de
geselecteerde gebruiker wordt
weergegeven.
Druk, om uit de modus “Wissen” te gaan,
zonder de gegevensrecords te wissen, op de
toets (
).
2. Met ( ) bevestigt u het wissen
en “Gebruiker+dEL done“ wordt
weergegeven. Daarna schakelt
de bloeddrukmeter automa-
tisch uit.