Installation Instructions
53
46900V006_Rev-D_NL
11. Aansluitingen en speciale functies van de 
plafondbesturing
3.  De inbedrijfname is in hoofdstuk "9. Inbedrijfname" 
beschreven.
 ⇒ Als de deur de raamfotocel passeert, reduceert de 
lichtintensiteit van de aandrijvingsverlichting.
Als de lichtintensiteit niet gereduceerd wordt, moet 
de raamfotocel opnieuw afgesteld en de besturing 
gereset worden.
 ⇒ Tijdens de inbedrijfname leert de aandrijving de 
precieze positie van de raamfotocel, om deze in de 
normale modus kort voor het bereiken van de deur 
te kunnen verbergen.
4.  De werking van de raamfotocel controleren.
11.7  Wallstation
Met het wallstation zijn meer functies beschikbaar. 
Zo kan bijvoorbeeld een bewegingscommando 
uitgevoerd, de verlichting apart in- en uitgeschakeld of 
de aandrijving geblokkeerd worden. Met SOMlink kan de 
selectie van de te blokkeren gebieden worden gewijzigd. 
De aansluiting beschikt over een 2-draads bus die is 
beveiligd tegen ompoling.
Het wallstation wordt alleen ondersteund bij aandrijvingen 
vanaf 07/2017.
WL
24V/1A
Signal
COM
GND
+24V
O
12
WL
2
4V
/
1
A
Signal
CO
M
G
ND
+
24
V
al
1
2
O
1
2
Afb. Aansluiting drukknop
INFORMATIE
De aansluiting beschikt over een 2-draads 
bus die is beveiligd tegen ompoling.
Wallstation monteren
Si voor de montage de aparte handleiding bij het 
"wallstation".
1.  Voor de montage van het wallstation moet aan de 
volgende voorwaarden voldaan zijn:
•  een tweede aparte toegang
•  een geschikte positie, min. op een hoogte van 1,6 m.
2.  Het wallstation monteren.
3.  De kabel van het wallstation naar de 
plafondbesturing vast leggen en tegen verschuiven 
beveiligen.
4.  Het wallstation op de aansluiting voor de drukknop 
aansluiten.
5.  De energiespaarmodus moet worden gedeactiveerd. 
Daarvoor DIP-schakelaar 3 op de plafondbesturing 
op ON zetten.
1
3
2
Afb. Wallstation
Functie drukknoppen
•  Deur openen, stoppen en sluiten
•  Verlichting uit- en inschakelen
•  Aandrijving blokkeren en deblokkeren
Deur openen, sluiten en stoppen
1.  Voor het openen en sluiten de toets (1) indrukken.
 ⇒ Afhankelijk van de uitgangssituatie opent of sluit 
de deur.
2.  Tijdens het openen of sluiten de toets (1) indrukken.
 ⇒ Deur stopt.
3.  De toets (1) nog een keer indrukken.
 ⇒ Deur beweegt naar de bijbehorende 
uitgangssituatie.
Verlichting aan- en uitschakelen
De toets (2) brandt groen als het wallstation bedrijfsklaar 
en de aandrijving niet geblokkeerd is.
1.  De toets (2) indrukken.
 ⇒ Aandrijvingsverlichting ingeschakeld
2.  Door nog een keer op toets (2) te drukken kan de 
aandrijvingsverlichting ook weer uitgeschakeld 
worden.
 ⇒ Aandrijvingsverlichting uit.










