Operation Manual

10
S10931-00006_Rev-D_NL
1. Over deze montage- en bedieningshandleiding
1.11 Voor de exploitant
De exploitant moet er op letten dat het CE-teken en
het typeplaatje op de deurinstallatie zijn aangebracht.
De volgende documenten voor de deurinstallatie moeten
aan de exploitant worden overhandigd:
montage- en bedieningshandleiding voor de
aandrijving en de deur
controleboek
EG-conformiteitsverklaring
overdrachtsprotocol
De exploitant moet deze montage- en
bedieningshandleiding altijd binnen handbereik in de
buurt van de deurinstallatie beschikbaar stellen.
De exploitant is verantwoordelijk voor:
het beoogde gebruik van de aandrijving
de goede staat
de instructie van alle gebruikers in het gebruik
en over de daaraan verbonden gevaren van de
deurinstallatie
het gebruik
onderhoud, controle en reiniging door een opgeleide
specialist
het verhelpen van storingen en reparaties door een
opgeleide specialist
De aandrijving mag niet door personen met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek
aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij deze
personen een bijzondere instructie gehad en de
montage- en bedieningshandleiding begrepen hebben.
Ook onder toezicht mogen kinderen niet met de
aandrijving spelen of deze gebruiken. Kinderen moeten
uit de buurt van de aandrijving worden gehouden.
Handzenders of andere commandogevers mogen niet in
de handen van kinderen terechtkomen. Om ongewild en
onbevoegd gebruik te voorkomen, moeten handzenders
veilig worden opgeborgen worden.
De exploitant leeft de ongevallenpreventievoorschriften
en de geldende normen in Duitsland na. In andere landen
moeten de aldaar geldende nationale normen worden
nageleefd.
Voor het bedrijfsmatige gebruik geldt de richtlijn
"Technische regels voor werkplekken ASR A1.7" van de
raad voor werkplekken (ASTA). De richtlijnen opgevolgd
en nageleefd worden. In Duitsland geldt dit voor de
exploitant. In andere landen moet de exploitant de aldaar
geldende nationale normen naleven.