Operation Manual

11
S10931-00006_Rev-D_NL
2. Algemene veiligheidsinstructies
2.1 Fundamentele veiligheids-
instructies voor het gebruik
Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op.
De aandrijving mag niet door personen met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of
gebrek aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij
deze personen een bijzondere instructies gehad en de
bedienings- en montagehandleiding begrepen hebben.
Ook onder toezicht mogen kinderen niet met de
aandrijving spelen of deze gebruiken. Kinderen moeten
uit de buurt van de aandrijving worden gehouden.
Handzenders of andere commandogevers mogen niet in
de handen van kinderen terechtkomen. Om ongewild en
onbevoegd gebruik te voorkomen, moeten handzenders
veilig worden opgeborgen worden.
GEVAAR
Gevaar door niet naleven!
Als veiligheidsinstructies niet worden
nageleefd, leidt dit tot ernstig letsel of
de dood.
U moet zich aan alle veiligheids-
instructies houden.
GEVAAR
Gevaar door elektrische stroom!
Bij aanraken van onder stroom staande
onderdelen kan een gevaarlijke
doorstroming van het lichaam optreden.
Elektrische schok, verbrandingen of
de dood kunnen het gevolg zijn.
Uitsluitend gekwaliceerde
elektriciens mogen elektrische
onderdelen inbouwen, controleren en
vervangen.
Voor werkzaamheden aan de
aandrijving moet u eerst de netstekker
uit het stopcontact trekken.
Als een accu aangesloten is, koppelt
u deze los van de besturing.
Controleer of er geen spanning op
de aandrijving staat.
Beveilig aandrijving tegen her
inschakelen.
GEVAAR
Gevaar door gebruik van
de aandrijving bij onjuiste
instellingen of als deze
gerepareerd moet worden!
Als de aandrijving ondanks onjuiste
instellingen of als deze gerepareerd
moet worden, wordt gebruikt, leidt dit
tot ernstig letsel of de dood.
U mag de aandrijving alleen met de
vereiste instellingen en in goede staat
gebruiken.
Storingen moet u onmiddellijk vakkundig
laten verhelpen.
GEVAAR
Gevaar voor schadelijke stoffen!
Onjuiste opslag, gebruik of afvoer van
accu's, batterijen en componenten van
de aandrijving vormen een gevaar voor
de gezondheid van mensen en dieren.
Ernstig letsel of de dood zijn het gevolg.
Accu's en batterijen moet u
ontoegankelijk voor kinderen en dieren
opbergen.
Accu's en batterijen moet u uit de
buurt van chemische, mechanische
en thermische invloeden houden.
Oude accu's en batterijen mag u niet
opnieuw opladen.
Componenten van de aandrijving,
oude accu's en batterijen mag u niet
bij het huishoudelijk afval gooien. Deze
moeten op de juiste wijze afgevoerd
worden.
WAARSCHUWING
Gevaar van ingesloten personen!
In de garage kunnen personen worden
opgesloten. Als deze personen zich niet
kunnen bevrijden, kan dit tot ernstig
letsel of de dood leiden.
Controleer regelmatig of de
noodontgrendeling van binnen
en eventueel ook van buiten werkt.
Storingen moet u onmiddellijk vakkundig
laten verhelpen.