Operation Manual
39
S10931-00006_Rev-D_NL
8. Elektrische aansluiting
8.1 Aansluiting op een stopcontact
Voor de elektrische aansluiting van de aandrijving is een
stopcontact nodig.
Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen stopcontacten
installeren. Het stopcontact moet beveiligd zijn. De ter
plaatse geldende en nationale installatievoorschriften
(bijvoorbeeld VDE) moeten in acht worden genomen.
Personen onder invloed van drugs, alcohol of het
reactievermogen verminderende geneesmiddelen
mogen niet aan de aandrijving werken.
Let in het bijzonder op de onderstaande
veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk.
GEVAAR
Gevaar door elektrische stroom!
Bij aanraken van onder stroom staande
onderdelen kan een gevaarlijke
doorstroming van het lichaam optreden.
Elektrische schok, verbrandingen of
de dood kunnen het gevolg zijn.
► Uitsluitend gekwaliceerde
elektriciens mogen aan elektrische
onderdelen werken.
► Controleer voor het insteken van de
netstekker of de netspanning van de
stroombron gelijk is aan de op het
typeplaatje van de aandrijving vermelde
gegevens.
► Steek de netstekker pas in het
stopcontact als de montage geheel
is afgesloten.
► Voor werkzaamheden aan de
aandrijving moet u eerst de netstekker
uit het stopcontact trekken.
► Als een accu aangesloten is, koppelt
u deze los van de besturing.
► Controleer of er geen spanning op
de aandrijving staat.
► Beveilig aandrijving tegen her
inschakelen.
AANWIJZING
Om schade aan aandrijving te voorkomen,
de wandbesturing pas na volledige
montage verbinden met de netspanning.
1100 mm
Afb. Afstand van wandbesturing tot stopcontact
Houd tussen wandbesturing en stopcontact een afstand
van max. 1,1 m aan.
INFORMATIE
Het stopcontact moet als volgt geïnstal-
leerd worden:
• in het bereikbare bereik van het netsnoer
van de wandbesturing
• goed zichtbaar en vrij
INFORMATIE
Het netsnoer heeft een lengte van ca. 1,2 m.
INFORMATIE
De meegeleverde voedingskabel mag niet
worden gekort of verlengd.
Alle extern aan te sluiten apparaten
moeten een veilige scheiding van de
contacten tegen de netspanning volgens
ICE 60364-4-41 hebben.
Bij het leggen van de kabels van externe
apparaten de norm ICE 60364-4-41 in acht
nemen.
Alle elektrische kabels, ook de stuurleiding,
moeten vast worden gelegd en tegen
verschuiving beveiligd zijn.