Operation Manual

64
S10931-00006_Rev-D_NL
12. twin-modus
8. De besturing weer op de netspanning aansluiten.
9. Beide aandrijvingen achtereenvolgens in gebruik
nemen, zie hoofdstuk "9. Inbedrijfname",
"10. Aansluitingen en speciale functies van
de loopwagen" en "11. Aansluitingen en speciale
functies van de wandbesturing".
10. De handzender voor de aandrijvingen
programmeren, zie hoofdstuk "10.4 Uitleg
radiokanalen" en "10.5 Zender programmeren".
INFORMATIE
Er mag slechts één handzendertoets per
functie worden toegewezen. Anders kan
een ongewenste storing optreden.
12.4 Gedeeltelijke opening
Bij beide aandrijvingen (master en slave) kan
steeds slechts een gedeeltelijke opening worden
geprogrammeerd. Het programmeren of wissen gebeurt
net als in de standaarduitvoering, zie hoofdstuk
"10.17 Gedeeltelijke opening instellen" of
"11.6 Gedeeltelijke opening wissen".
Voorbeeld:
Master op radiokanaal CH 2 (gedeeltelijke opening) op
handzendertoets 3. Voor de slave op radiokanaal CH 2
(gedeeltelijke opening) op handzendertoets 4.
Draadgebonden
Hiervoor kan de ingang COM en Signal op de
wandbesturing worden gebruikt. DIP-schakelaar 4 op
de wandbesturing moet op "ON" staan.
De ingang is er dan niet meer beschikbaar voor de
aansluiting van een fotocel.
Werkwijze
Als de drukknop 2 (gedeeltelijke opening) wordt
ingedrukt, krijgt de master het commando voor
de gedeeltelijke opening. Zie ook hoofdstuk
"10.17 Gedeeltelijke opening instellen".
12.5 Gedefinieerd openen en sluiten
De functies Gedefinieerd openen en sluiten van de
aandrijvingen (master en slave) kunnen alleen via de
radiokanalen CH 3 en CH 4 worden geconfigureerd.
Deze instellingen zijn draadgebonden en via het
accessoire Conex niet beschikbaar.
12.6 Deurstatusindicatie
Tijdens de deurbeweging en als de deur niet is gesloten,
trekt Relay.(MUFU) aan. DIP-schakelaar 2 moet hiervoor
op "ON" staan. Het Relay blijft zolang aangetrokken
totdat beide aandrijvingen (master en slave) weer in
de eindpositie Deur DICHT staan.
12.7 Verlichting bij twin-modus
De verlichting kan worden in- en uitgeschakeld met de
bijbehorende handzendertoets voor de geselecteerde
aandrijving. Dit geldt ook voor de aangesloten extra
verlichting, zie ook hoofdstuk "10.16 Verlichtingsfunctie
instellen".
12.8 Fotocel
Optioneel kan een fotocel worden aangesloten.
De fotocel moet zo uitgevoerd zijn, dat deze op twee
deuren kan worden afgesteld. Als de fotocel onderbroken
wordt, keert de aandrijving van de bewegende deur om.
Zie ook hoofdstuk "11.7 Fotocel en raamfotocel".
INFORMATIE
Als een fotocel op een geprogrammeerde
installatie achteraf wordt aangebracht,
moet de besturing worden gereset,
zie hoofdstuk "10.13 Reset uitvoeren".
12.9 Externe drukknop
Met de extra printplaat Conex kunnen de beide
aandrijvingen (master en slave) in de bedrijfsmodus
Impulsreeks worden gebruikt. De Conex inpluggen zoals
beschreven in de aparte handleiding. DIP-schakelaar 1
op de wandbesturing op "ON" zetten.
Werkwijze
Drukknop 1 – master
Drukknop 2 – slave
12.10 Resetten
De slave wordt weer een master als een fabrieksreset
wordt uitgevoerd. De aandrijving moet weer als slave
worden geconfigureerd met SOMlink en een WLAN-
apparaat, zie hoofdstuk "12.3 Master en slave
selecteren en configureren".