Operation Manual
68
S10931-00006_Rev-D_NL
14. Bediening
AANWIJZING
Voorwerpen kunnen in het bewegings-
bereik van de deur ingeklemd en
beschadigd worden.
Er mogen zich geen voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
INFORMATIE
Bewaar deze montagehandleiding en
gebruiksaanwijzing altijd en op een goed
toegankelijke plek op de locatie waar het
product wordt gebruikt.
14.2 Overhandiging aan de exploitant
De exploitant moet er op letten dat het CE-teken en
het typeplaatje op de deurinstallatie zijn aangebracht.
De volgende documenten voor de deurinstallatie moeten
aan de exploitant worden overhandigd:
• montage- en bedieningshandleiding voor de
aandrijving en de deur
• controleboek
• EG-conformiteitsverklaring
• overdrachtsprotocol
De opgeleide specialist moet de exploitant instrueren in:
• het gebruik van de aandrijving en de daaraan
verbonden gevaren
• de omgang met de handmatige noodontgrendeling
• regelmatig onderhoud, en regelmatige controle en
reiniging die de exploitant kan uitvoeren
De exploitant moet erover worden geïnformeerd welke
werkzaamheden uitsluitend door een opgeleide specialist
mogen worden uitgevoerd:
• accessoires installeren
• instellingen
• regelmatig onderhoud, regelmatige controle en
reiniging behalve de in hoofdstuk "15. Onderhoud
en reiniging" beschreven werkzaamheden die
door de exploitant uitgevoerd kunnen worden
• storingen verhelpen, behalve de in hoofdstuk
"16. Storingen verhelpen" beschreven
werkzaamheden die door de exploitant uitgevoerd
kunnen worden
De exploitant is verantwoordelijk voor:
• het beoogde gebruik van de aandrijving
• de goede staat
• het gebruik
• een instructie aan alle gebruikers in het gebruik en
informeren over de daaraan verbonden gevaren van
de deurinstallatie
• de omgang met de handmatige noodontgrendeling
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als personen of dieren in het
bewegings bereik van de bewegende
deur staan, kunnen het mechanisme
en de sluitzijden van de deur kneus-
en snijwonden veroorzaken.
► Bedien de aandrijving uitsluitend als
u direct zicht heeft op de deur.
► U moet alle gevarenzones tijdens de
gehele deurbeweging kunnen inzien.
► Houd de bewegende deur altijd in de
gaten.
► Houd personen en dieren uit de buurt
van het bewegingsbereik van de deur.
► Grijp nooit naar de bewegende deur of
de bewegende delen. In het bijzonder
niet in de bewegende schuifstang
grijpen.
► Als de loopwagen de rail passeert,
mag u niet naar de plafondophanging
grijpen.
► Rijd pas door de deur, als deze
helemaal geopend is.
► Blijf nooit onder de geopende deur
staan.
WAARSCHUWING
Gevaar door optische straling!
Bij langdurig op korte afstand in LED-
licht kijken kan een optische verblinding
veroorzaken. Het gezichtsvermogen
kan voor korte tijd sterk beperkt zijn.
Daardoor kunnen ernstige of dodelijke
ongevallen gebeuren.
► Kijk nooit direct in een LED-licht.
AANWIJZING
Bij een onjuist ingestelde gewichtsbalans
van de deur kan de aandrijving
beschadigen.
• De deur moet stabiel zijn.
• Deze mag bij het openen en sluiten niet
doorbuigen, draaien of torderen.
• De deur moet soepel in de rails bewegen.
Gebreken moeten door een opgeleide
specialist meteen verholpen worden.