NL VERTALING VAN DE ORIGINELE MONTAGEHANDLEIDING EN GEBRUIKSAANWIJZING Garagedeuraandrijving S 9060 tiga+ S 9080 tiga+ S 9110 tiga+ S10557-00006_452016_0-DRE_Rev-A_NL
Geachte klant, Gegevens aandrijving: Serienummer: Aangegeven op de titelpagina van deze montage- Het verheugt ons dat u gekozen heeft voor een product van en bedieningshand en op de loopwagen (garantielabel). SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH. Bouwjaar: vanaf 12.2016 Dit product is ontwikkeld en vervaardigd onder hoge Gegevens montagehandleiding en gebruiksaanwijzing kwaliteit en met inachtneming van de norm ISO 9001.
Inhoudsopgave 1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing 5 1.1 Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing bewaren en doorgeven 5 1.2 Belangrijk bij vertalingen 5 1.3 Beschreven producttype 5 1.4 Doelgroepen voor de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing 5 1.5 Toelichting op de gebruikte waarschuwingssymbolen en aanwijzingen 5 1.6 Bijzondere waarschuwingen, gevarensymbolen en gebodstekens 6 1.7 Opmerkingen over de tekstweergave 8 1.8 Beoogd gebruik van de aandrijving 8 1.
12. Functionele controle / eindtest 12.1 Obstakelherkenning testen 12.2 Deurinstallatie overhandigen 72 72 73 13. Bediening 13.1 Veiligheidsinstructies bij de bediening 13.2 Overhandiging aan de exploitant 13.3 Bedrijfsmodi van de deurbeweging 13.4 Obstakelherkenning 13.5 Energiespaarmodus 13.6 Werking bij stroomuitval 13.7 Werking noodontgrendeling 74 74 75 76 79 80 80 80 14. Onderhoud en service 14.1 Veiligheidsinstructies voor service en onderhoud 14.2 Onderhoudsschema 14.3 Service 82 15.
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing 1.1 Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing bewaren en doorgeven Lees deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing vóór de montage, de inbedrijfname, het gebruik en de demontage aandachtig en helemaal door. Volg alle waarschuwingen en veiligheidsinstructies op. 1.3 Beschreven producttype De aandrijving is gebouwd volgens de stand van de techniek en de erkende technische normen en valt onder de EG-machinerichtlijn (2006/42/EG).
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing Dat leidt tot drie verschillende niveaus van gevarenaanduidingen. INFORMATIE Dit symbool wijst erop dat de buiten bedrijf gesteld componenten van de aandrijving niet bij het huishoudelijk afval mogen worden gegooid. De componenten moeten op de voorgeschreven wijze door een erkend afvalbedrijf worden afgevoerd. Hiertoe moeten de lokale en nationale bepalingen worden nageleefd.
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing GEVAAR Gevaar door elektrische stroom! Bij aanraken van onder stroom staande onderdelen kan een gevaarlijke doorstroming van het lichaam optreden. De gevolgen zijn elektrische schok, verbrandingen of de dood. ► Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen elektrische onderdelen inbouwen, controleren en vervangen. WAARSCHUWING Valgevaar! Onstabiele of defecte ladders kunnen kiepen en tot ernstige of dodelijke ongevallen leiden.
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING Gevaar door hete onderdelen! Na frequent gebruik kunnen motor en besturing warm worden. Als de afdekkap wordt verwijderd en hete onderdelen worden aangeraakt kunnen brandwonden het gevolg zijn. ► De aandrijving eerst laten afkoelen voordat de afdekkap wordt verwijderd. De volgende gebodstekens zijn geboden bij de betreffende handelingen. De beschreven geboden moeten nageleefd worden.
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing 1.9 Beoogd gebruik van de aandrijving Elk ander of verdergaand gebruik dat niet in hoofdstuk 1.8 is beschreven geldt als niet beoogd gebruik. Het risico draagt alleen de exploitant. De garantie van de fabrikant vervalt door: • schade die is veroorzaakt door niet beoogd gebruik http://som4.
1. Over deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing De exploitant moet erover worden geïnformeerd welke werkzaamheden uitsluitend door een specialist mogen worden uitgevoerd: • Installaties • Instellingen • Regelmatig onderhoud • Reparaties De montagehandleiding en gebruiksaanwijzing en de voor de deurinstallatie opgestelde EG-conformiteitsverklaring moeten worden overhandigd aan de exploitant. De exploitant leeft de ongevallenpreventievoorschriften en de geldende normen in Duitsland na.
2. Algemene veiligheidsinstructies 2.1 Fundamentele veiligheidsinstructies voor het gebruik Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op. De aandrijving mag niet door mensen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij deze mensen een bijzondere instructies gehad en de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing begrepen hebben. Ook onder toezicht mogen kinderen niet met de aandrijving spelen of deze gebruiken.
2. Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor vallende deuronderdelen! Gevaar voor kneus- en snijwonden! Bij het bedienen van de noodontgrendeling kunnen ongecontroleerde bewegingen van de deur ontstaan als • veren te slap of gebroken zijn. Als mensen of dieren in het bewegingsbereik van de bewegende deur staan, kunnen het mechanisme en de sluitzijden van de deur kneus- en snijwonden veroorzaken. ► De aandrijving uitsluitend met direct zichtcontact met de deur bedienen.
2. Algemene veiligheidsinstructies AANWIJZING AANWIJZING De loopwagen wordt via de ketting en de rails met lage veiligheidsspanning gevoed. Het gebruik van olie of smeermiddelen verlaagt de geleidbaarheid tussen ketting, rail en loopwagen aanmerkelijk. Er ontstaan storingen door onvoldoende elektrisch contact. De ketting en de rail zijn onderhoudsvrij en mogen niet geolied of gesmeerd worden.
3. Functie- en productbeschrijving 3.1 De aandrijving en het werkingsprincipe 2 ES P C M 14 1 0 2 13 2 (4) x 0,75 mm² 1 3 B 12 5 x 1,5 mm² 4 2 x 0,75 mm² 6 5 4 x 0,75 mm² 7 5 NOT AUS 2 x 0,75 mm² 2 x 0,75 mm² 5 x 1,5 mm² 3 x 0,75 mm² 4 8 2 x 0,75 mm² A 10 11 9 Afb.
3. Functie- en productbeschrijving Meer informatie over het gebruik van de aandrijving aan andere deurtypen of accessoires krijgt u in een erkende speciaalzaak. 3.2 Veiligheidssysteem Bij herkenning van een obstakel stopt de aandrijving en beweegt een stuk in de andere richting. Daardoor wordt persoonlijk letsel of materiële schade voorkomen. Afhankelijk van de instelling wordt de deur geheel of gedeeltelijk geopend.
3. Functie- en productbeschrijving 3.3 Voorwaarschuwingstijd Begripsbepalingen Programmeren De aandrijving leert de benodigde afstand en de kracht om de deur te kunnen openen en sluiten. Deze waarden wordt in de aandrijving opgeslagen. De waarden blijven ook behouden als de stroomtoevoer uitvalt. Deur OPEN De deur gaat open of is geopend. Deur DICHT De deur gaat dicht of is gesloten. Binnen (IN) De zijde die binnen de garage of de parkeerplaats ligt.
3. Functie- en productbeschrijving 3.4 Aandrijvingsgedrag bij fabrieksinstelling Gedrag na commando van binnen en een extra commando van buiten 1. Gedrag na stroomaansluiting ⇒ Deur opent. Beide zijden: Rode fase – geen autorisatie voor doorrijden. De deur is gesloten en de aandrijving geprogrammeerd. Alle verkeerslichten zijn uit. De eerste bewegingsrichting is altijd Deur OPEN. Als de deur reeds geopend is, wordt dit door de aandrijving herkend.
3. Functie- en productbeschrijving 3.5 Productmarkering 3.6 Toelichting op de gebruikte gereedschapssymbolen Gereedschapssymbolen Deze symbolen wijzen op bij de montage benodigde gereedschappen. Kruiskopschroevendraaier Metaalboor 5 mm Afb. Loopwagen met typeplaatje en apparaatspecificatie Steenboor 6/10 mm Steeksleutel 10/13/17 mm Ratelsleutel 10/13/17 mm Meer symbolen Afb.
3. Functie- en productbeschrijving 3.7 Omvang van de levering 5 4 5.1 1 6 10 2 2.1 11 15 10 3 18 17 7 11 13 14 16 12 9 12 8 24 22 19 25 23 21 20 26 Afb.
3. Functie- en productbeschrijving 3.8 Afmetingen 257 3327 < 22,5 272 30 3 0 137 111 25 20 < 215 < 2750 35 141 170 0 ∼ 600 0 14 Afb. Afmetingen (alle maten in mm) 3.
3. Functie- en productbeschrijving 3.
4. Gereedschappen en beschermingsmiddelen 4.1 Benodigde gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen VOORZICHTIG Letselgevaar voor de handen! Ruwe metalen onderdelen kunnen bij het beetpakken of aanraken kras- en snijwonden veroorzaken. ► Bij werkzaamheden als ontbramen moet u persoonlijke veiligheidshandschoenen dragen. Draag uw persoonlijke beschermingsmiddelen. Daartoe behoren een veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en een veiligheidshelm.
5.
6. Montage 6.1 Belangrijke aanwijzingen bij de montage Volg de aanwijzingen om een de montage veilig te kunnen uitvoeren. WAARSCHUWING Gevaar voor vallende deuronderdelen! Mensen onder invloed van drugs, alcohol of het reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen niet aan de aandrijving werken. Bij een onjuist gewogen deur kunnen veren plotseling breken. Als deuronderdelen vallen kan dit tot ernstig letsel of de dood leiden. ► De deur moet stabiel zijn.
6. Montage WAARSCHUWING VOORZICHTIG Gevaar voor kneus- en snijwonden! Letselgevaar voor de handen! Ruwe metalen onderdelen kunnen bij het beetpakken of aanraken kras- en snijwonden veroorzaken. ► Bij het ontbramen moet u uw persoonlijke veiligheidshandschoenen dragen. Als mensen of dieren in het bewegingsbereik van de bewegende deur staan, kunnen het mechanisme en de sluitzijden van de deur kneus- en snijwonden veroorzaken. ► De aandrijving uitsluitend met direct zichtcontact met de deur bedienen.
6. Montage Activeringsonderdelen verwijderen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar door meegetrokken worden! Gevaar door meegetrokken worden! Bij een ontoelaatbaar hoge krachtinstelling kunnen mensen en dieren in het bewegingsbereik van de deur gegrepen en meegetrokken worden. Ernstig letsel of dood kunnen het gevolg zijn. ► De krachtinstelling is belangrijk voor de veiligheid en moet door een daarvoor opgeleid specialist met uiterste zorg gecontroleerd en eventueel bijgesteld worden.
6. Montage Noodontgrendeling Bij een garage zonder afzonderlijke ingang (bijv. loopdeur) moet de noodontgrendeling van de aandrijving van buiten bediend kunnen worden. De noodontgrendeling moet dan bovendien naar buiten worden gevoerd. Dit kan met een bowdenkabel of een ontgrendelingsslot gebeuren. Vraag een erkende speciaalzaak. Instelling van de toprol bij een sectionaaldeur Afb.
6. Montage 6.3 Aandrijfsysteem monteren De aandrijving mag alleen geïnstalleerd worden als aan de onderstaande montagevereisten en -afmetingen is voldaan. AANWIJZING De positie voor de aandrijvingsmontage aan de deur vastleggen. De deur meerdere keren met de hand openen en sluiten. De deur moet soepel kunnen worden bediend. Voor particulier gebruikte garagedeuren geldt een handbedieningskracht van 150 N, voor bedrijfsmatig gebruikte garagedeuren is dat 260 N.
6. Montage 6.4 Aandrijfsysteem voor inbouwvariant A en B monteren Afb. 3 3. Op ieder overschuifdeel een rail steken. Afb. 1 VOORZICHTIG Letselgevaar voor de handen! Ruwe metalen onderdelen kunnen bij het beetpakken of aanraken kras- en snijwonden veroorzaken. ► Draag persoonlijke veiligheidshandschoenen bij werkzaamheden aan ruwe metalen onderdelen. Afb. 4 4. 1. De pakketten openen.
6. Montage 10 mm 17 mm 17 mm 7 7 Afb. 6 Afb. 8 6. 8. De ketting tot de markering op het inschuifdeel zonder stuurleiding spannen, zie pijl in de detailweergave. 9. De twee lateihoekstukken met schroef en moer op het inschuifdeel zonder stuurleiding schroeven. Het inschuifdeel zonder stuurleiding op de andere kant van de rail steken. Afb. 9 90° ± PP PP 90° Afb. 7 AANWIJZING Om schade aan aandrijving te voorkomen, moet de ketting parallel aan de rail lopen. 7.
6. Montage 6.5 Aandrijfsysteem voor inbouwvariant C monteren Afb. 3 3. Op ieder overschuifdeel een rail steken. Afb. 1 VOORZICHTIG Letselgevaar voor de handen! Ruwe metalen onderdelen kunnen bij het beetpakken of aanraken kras- en snijwonden veroorzaken. ► Draag persoonlijke veiligheidshandschoenen bij werkzaamheden aan ruwe metalen onderdelen. Afb. 4 4. 1. De pakketten openen.
6. Montage 10 mm 17 mm 17 mm 7 7 Afb. 6 Afb. 8 6. 8. De ketting tot de markering op het inschuifdeel zonder stuurleiding spannen, zie pijl in de detailweergave. 9. De twee lateihoekstukken met schroef en moer op het inschuifdeel met stuurleiding schroeven. Het inschuifdeel met stuurleiding op de andere zijde van de rail steken. 90° 90° 7 7 Afb. 9 ± PP PP 7 Afb. 7 AANWIJZING Om schade aan aandrijving te voorkomen, moet de ketting parallel aan de rail lopen. 7.
6. Montage 6.6 INFORMATIE Montage aan de deur De afstand wordt eventueel korter als een deurgreep in het midden van de deur is aangebracht. De deur moet vrij kunnen lopen. Omdat de montage aan de deur voor alle varianten bijna gelijk is, wordt bij de deur alleen ingegaan op de varianten A en B. 2. X 5–65 mm min. 35 mm X De schuifstang mag bij gesloten deur in een hoek van max. 30° staan. ½ ½ 21 mm 70 mm 70 mm Afb. 1.1 Hoogste looppunt van draai- en kanteldeuren De deur sluiten.
6. Montage INFORMATIE 8. Er moet bij de plafond- en wanddikte rekening worden gehouden met de boordiepte, vooral bij prefab-garages. Eventueel moet de boordiepte worden verkleind. Uitsluitend toegestaan en aan de ondergrond aangepast bevestigingsmateriaal gebruiken. De aandrijving parallel aan de looprails van de deur uitlijnen. 10 mm 100-700 mm 65 mm 13 mm 5. Twee gaten (Ø 10 x 65 mm diep) in het plafond of de latei boren. 6. De deur openen.
6. Montage VOORZICHTIG Letselgevaar voor de handen! Ruwe uitstekende metalen onderdelen kunnen bij aanraking kras- en snijwonden veroorzaken. ► Om letsel te voorkomen moeten uitstekende geperforeerde banden afgezaagd en ontbraamd worden. 12. De noodontgrendelingskabel aan de noodontgrendelingsgreep bevestigen. Indien nodig de kabel inkorten of met geschikt materiaal verlengen. ► Draag bij het ontbramen persoonlijke veiligheidshandschoenen. “clic” 11.
6. Montage De deurbeslaghoek met de zeskantbouten aan de deur bevestigen. INFORMATIE De schakelschuif kan ook achteraf onder de ketting worden geschoven en in de rails worden gedraaid. Daarna de schakelschuif in de rail op de juiste lek vastschroeven. ⇒ Schuifstang is aan loopwagen en deur gemonteerd. 17. De bout aan de schakelschuif zonder positiewijziging met een kruiskopschroevendraaier vastdraaien. De eindpositie Deur OPEN controleren: Daarvoor de deur helemaal openen.
6. Montage 6.7 Wandbesturing monteren AANWIJZING Om schade aan aandrijving te voorkomen, de wandbesturing pas na volledige montage verbinding met de voeding. Volg de vooral volgende fundamentele veiligheidsinstructies op. GEVAAR INFORMATIE De stroomkabel heeft een lengte van ca. 0,6 m. Gevaar door elektrische stroom! Bij aanraken van onder stroom staande onderdelen kan een gevaarlijke doorstroming van het lichaam optreden. Elektrische schok, verbrandingen of de dood kunnen het gevolg zijn.
6. Montage 50 mm 300 mm Afb. 2 Afb. 5 2. 5. De zes schroeven van de besturingsbehuizing losdraaien en de afdekkap opzij klappen. 18 8m m De stuurleiding door de kabelinvoer in de wandbesturing voeren. De stuurleiding op een lengte van max. 350 mm inkorten. Daarvan de laatste 50 mm strippen en de isolatie van draden verwijderen. 338 mm Afb. 3: Montagevoorbeeld WAARSCHUWING Letselgevaar voor de ogen! Bij het boren kunnen ogen en handen door spaanders ernstig gewond raken.
7. Afdekkappen verwijderen en bevestigen 7.1 Afdekkap van loopwagen Afdekkap erop steken Let in het bijzonder op de onderstaande veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk. “clic” WAARSCHUWING Gevaar door optische straling! Bij langdurig op korte afstand in ledlicht kijken kan een optische verblinding veroorzaken. Het gezichtsvermogen kan voor korte tijd sterk beperkt zijn. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke ongevallen gebeuren. ► Er mag niet direct in led-licht worden gekeken. Afb. 1 1.
7. Afdekkappen verwijderen en bevestigen 7.2 Afdekkap van wandbesturing GEVAAR Gevaar door elektrische stroom! Bij aanraken van onder stroom staande onderdelen kan een gevaarlijke doorstroming van het lichaam optreden. Elektrische schok, verbrandingen of de dood kunnen het gevolg zijn. ► Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen aan elektrische onderdelen werken. ► Voor werkzaamheden aan de aandrijving eerst de netstekker uit het stopcontact trekken.
8. Elektrische aansluiting en speciale functies 8.1 Aansluiting op een stopcontact Voor de elektrische aansluiting van de aandrijving is een stopcontact nodig. Uitsluitend opgeleide elektriciens mogen stopcontacten installeren. Het stopcontact moet beveiligd zijn. De ter plaatse geldende en nationale installatievoorschriften (bijvoorbeeld VDE) moeten in acht worden genomen. Mensen onder invloed van drugs, alcohol of het reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen niet aan de aandrijving werken.
9. Inbedrijfname 9.1 Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfname Let in het bijzonder op de onderstaande veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk. WAARSCHUWING Gevaar door meegetrokken worden! Mensen en dieren kunnen in het bewegingsbereik van de deur gegrepen en meegetrokken worden. Ernstig letsel of dood kunnen het gevolg zijn. ► Afstand houden van de bewegende deur. ► Uitsluitend nauwsluitende kleding dragen. ► Bij lange haar een haarnetje dragen.
9. Inbedrijfname De fabrieksinstelling van de DIP-schakelaars aan de loopwagen is ‘OFF' en geldt dan voor sectionaaldeuren. INFORMATIE WAARSCHUWING Uitsluitend de onderstaande instellingen van de DIP-schakelaars zijn toegestaan. Gevaar door meegetrokken worden! 12 34 ON 1 12 34 12 34 12 34 2 12 34 ► De aandrijving mag alleen gebruikt worden als een ongevaarlijke krachtinstelling gegeven is.
9. Inbedrijfname INFORMATIE 2. Tijdens de inbedrijfname: • vooral bij het programmeren, in de garage blijven. • de krachtuitschakeling is nog niet op de deur afgestemd en de aandrijving bevindt zich in de programmeerfase. Na verbinding van de aandrijving met de voeding is de eerste beweging van de aandrijving na een impuls altijd Deur OPEN. De drukknop START IN op de besturing tiga+ indrukken.
9. Inbedrijfname ⇒ Loopwagen beweegt automatisch naar de eindpositie Deur DICHT. Eventueel legt de loopwagen het traject meerdere keren af, om zichzelf bij hoger deurgewicht te programmeren. ⇒ Loopwagen beweegt automatisch een stuk in de richting Deur OPEN om de softloop te programmeren. ⇒ Deur beweegt automatisch weer naar de eindpositie Deur DICHT. ⇒ Loopwagen beweegt automatisch naar de eindpositie Deur OPEN. 2. De drukknop Start IN loslaten. 3.
9. Inbedrijfname 9.4 Eindposities mechanisch bijstellen 9.5 De sluitdruk van de eindpositie voor deur DICHT verhogen Informatielabel en waarschuwingslabels aanbrengen Afb. 1.1 Sticker in de buurt van de locatiegebonden regel- of besturingseenheid plakken Afb. 1 1. De schroef aan de schakelschuif losdraaien en de schakelschuif enkele millimeter in de richting deur DICHT schuiven. De schroef weer vastdraaien. 2.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen 10.1 Printplaat loopwagen MAGNET LIMIT 2 1 14 12 34 ON 16 CH1 CH2 CH3 CH4 rt sw RESET 15 + ws RADIO gn 17 SOMMER STATUS Antriebs- u. Funktechnik GmbH 13 12 PCXXXXXXX BUZZER SENSO 10 11 4 5 MEMO USART MOTION LASER wh gn +12V +12V br LW-A 8k2 OSE 3 9 8 7 6 Afb. Printplaat loopwagen Overzicht aansluitmogelijkheden 1. Led, CH 1 - CH 4, rood Indicatie voor radiokanaal 10.
10.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen INFORMATIE 10.3 Lichtintensiteit van led verlagen Als na het indrukken van de radio-knop binnen 10 seconden geen zendcommando wordt ontvangen, schakelt de radioontvanger naar normaal bedrijf. WAARSCHUWING Gevaar door optische straling! Bij langdurig op korte afstand in ledlicht kijken kan een optische verblinding veroorzaken. Het gezichtsvermogen kan voor korte tijd sterk beperkt zijn. Daardoor kunnen ernstige of dodelijke ongevallen gebeuren.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen Alle radiokanalen, inclusief het geheugen van Memo kunnen worden gewist, zie hoofdstuk ‘10.11 Alle radiokanalen in de ontvanger wissen’. 10.9 Zender helemaal uit ontvanger wissen 1. INFORMATIE De Memo op een nieuwe aandrijving wissen. Anders worden alle opgeslagen zenders van de aandrijving gewist en moeten dan weer opnieuw worden geprogrammeerd. ⇒ Na 15 seconden flitst de led. 2. Na nog eens 5 seconden wijzigt de knippervolgorde in knipperen. 3.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen 10.11 Alle radiokanalen in ontvanger wissen 1. 1 ⇒ Na nog eens 5 seconden wijzigt de knippervolgorde in knipperen. ⇒ Na nog eens 5 seconden brandt de led van het geselecteerde radiokanaal. Afb. 1 ⇒ Na nog eens 5 seconden branden alle leds. 1. De Radio-knop loslaten. ⇒ Alle led zijn na 5 seconden uit. 2. De toetsen 1 +2 van de handzender (A) loslaten. 3.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen INFORMATIE AANWIJZING Alle aandrijvingsparameter worden door een fabrieksreset op de fabrieksinstellingen gereset. Ook de instellingen door SOMlink en smartphone worden gereset. De DIP-schakelaars kunnen alleen handmatig worden ingesteld. Voor het instellen van de DIP-schakelaars mag geen metalen voorwerp worden gebruikt, omdat deze de DIP-schakelaars of de printplaat kan beschadigen.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen WAARSCHUWING Letselgevaar bij automatische sluiting! Voorbeeld: Als tijdens het automatische sluiten van de aandrijving een nieuw commando wordt gegeven, opent de deur helemaal en begint de openhoudtijd opnieuw. INFORMATIE Automatisch sluitende deuren kunnen mensen of dieren die zich tijdens het sluiten in het bewegingsbereik van de deur ophouden verwonden. Ernstig letsel of de dood kunnen het gevolg zijn.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen 10.17 Voorwaarschuwingstijd In de voorwaarschuwingstijd knippert voor het openen of sluiten van de deur aan beide zijden het rode verkeerslicht. Bovendien knippert het waarschuwingslicht en de aandrijvingsverlichting van de loopwagen. Bij de levering af fabriek is geen voorwaarschuwingstijd geactiveerd. INFORMATIE De voorwaarschuwingstijd kan via SOMlink en smartphone voor Deur OPEN en Deur DICHT apart geactiveerd en ingesteld worden.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen INFORMATIE 10.21 Uitgang 12 V Als de deur de positie van de gedeeltelijke opening heeft bereikt branden de rode verkeerslichten aan beide zijden van de deur. 8K2 8K K2 OSE E Afb. Uitgang 12 V Aansluitklem Functie br = +12 V DC Uitgang 12 V DC max. 100 mA wh = GND 1. De deur helemaal sluiten tot eindpositie deur DICHT. 2.
10. Aansluitingen en speciale functies van de loopwagen 10.24 Loopdeurbeveiliging 10.25 SOMlink De loopdeurbeveiliging voorkomt het gebruik van de deur bij geopende loopdeur. SOMlink biedt opgeleide specialisten de mogelijkheid om functies en instellingen aan de deuraandrijving te veranderen. Dat zijn bijvoorbeeld krachten snelheidswaarden, bedrijfsparameters en comfortfuncties. 1. 2. 3. De loopdeurbeveiliging moet zo worden gemonteerd, dat de schakelaar de geopende deur zeker herkent.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing 11.1 Printplaat van wandbesturing 1 N N 3 4 L` ~ 24 V AC MEMO L 2 5 1,6 AF 20 M- M+ rd gn 24V EXT 7 8 9 10 IN 15 INDUCTOR 11 14 COM 24V PHOTO 1 GND RX Signal 24V TX GND 8k2 OSE wh 8k2 OSE wh +24V br gn PHOTO 2 +24V br gn 24V SOMMER Antriebs- u.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing Aansluitmogelijkheden aan de wandbesturing 1. Aansluitklem, 2-polig Voedingsspanning 220–240 V AC 50/60 Hz 12 Aansluitklem, 10-polig • Verkeerslicht voor rood, binnen, met status-led, rood 24 V DC, max. 7 W • Verkeerslicht voor groen, binnen, met status-led, groen 24 V DC, max. 7 W • Verkeerslicht voor rood, buiten, met status-led, rood 24 V DC, max. 7 W • Verkeerslicht voor groen, buiten, met status-led, groen 24 V DC, max.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing 11.2 Aansluitmogelijkheden aan de wandbesturing Let in het bijzonder op de onderstaande veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk. INFORMATIE Locatiegebonden besturings- of regelsystemen moeten in het zicht van de deur en min. op een hoogte van 1,6 m worden aangebracht. INFORMATIE WAARSCHUWING Gevaar voor kneus- en snijwonden! De deur kan met een drukknop worden bediend.
11.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing COM GND Signal 24V 8k2 OSE O E wh wh +24V br gn +24V br gn Veiligheidscontactlijst 8k2 voor Deur OPEN met status-led, oranje 8 8k2 O OSE S10557-00006_Rev-A_NL wh wh wh +24V br gn Veiligheidscontactlijst OSE voor Deur DICHT +24 V = br Signaal = gn GND = wh +24 V DC, max. 50 mA met status-led, oranje Veiligheidscontactlijst OSE voor Deur OPEN +24 V = br Signaal = gn GND = wh 24 V DC, max.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing Functie / toepassingsvoorbeeld Status-led, groen 12 ON Printplaat-insnijding 11.3 Instelling van DIP-schakelaars op wandbesturing Met de DIP-schakelaars op de wandbesturing kunnen speciale functies worden ingesteld. In fabrieksinstelling staan alle DIP-schakelaars op ‘OFF’.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing 11.4 Informatie over Memo tiga 9. De SOMlink van de netspanning loskoppelen. De Memo tiga is af fabriek op de wandbesturing op de slot Memo aangesloten. Deze vormt het configuratiegeheugen voor de instellingen van het multifunctionele relais. Daardoor kunnen separate instellingen worden aangepast. 1. De aandrijving van de netspanning loskoppelen. De spanningsvrijheid controleren. 2. De wandbesturing openen, zie hoofdstuk ’7.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing 11.5 Multifunctioneel relais, MUFU 1 en MUFU 2 De beide multifunctionele relais (MUFU 1 en MUFU 2) kunnen voor verschillende functies worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het gebruik van een extra buitenverlichting of een deurstatusindicatie. INFORMATIE De werkwijze van de beide multifunctionele relais kan met SOMlink, smartphone en een Memo tiga worden veranderd.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing 2-draads fotocel voor Deur DICHT (PHOTO 1) PHOTO 1 Aansluitklem Functie +24 V DC Voeding GDN Potentiaalvrij relaiscontact COM De 4-draads fotocel in looprichting Deur DICHT (PHOTO 1) wordt onderbroken: COM Signal GND 24V SIGNAL ⇒ Status-led knippert tijdens de onderbreking oranje. Afb. Aansluiting 2-draads fotocel ⇒ Aandrijving stopt zacht en opent de deur helemaal.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing De status-led voor Deur OPEN (PHOTO 2) brandt oranje als het veiligheidssysteem door de besturing herkend werd. 8k2 O OSE Afb.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing De veiligheidscontactlijst in de looprichting Deur DICHT wordt geactiveerd: OSE veiligheidscontactlijst aansluiten ⇒ Status-led knippert tijdens de activering oranje. 8k2 OSE wh br gn wh 8k2 O OSE +24V ⇒ Na afloop van de openhoudtijd en ontruimduur sluit de deur automatisch. +24V V br gn ⇒ Aandrijving stopt en opent de deur helemaal. Veiligheidscontactlijst voor Deur OPEN Afb.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing Op de besturen kunnen externe commandogevers worden aangesloten, bijvoorbeeld trekschakelaar, drukknop of sleutelschakelaar. Voor de commandozijde binnen en buiten is en aparte ingang beschikbaar. De aansluiting is potentiaalvrij. IN OUT SAF Drukknop IN Afb. Drukknop IN Als het contact IN wordt bediend, wordt het commando van de commandozijde binnen uitgevoerd: ⇒ Status-led brandt tijdens de activering oranje.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing ⇒ Na afloop van de openhoudtijd en ontruimduur wordt het sluiten automatisch gestart. ⇒ Aandrijving opent de deur tot de eindpositie Deur OPEN. ⇒ Deur sluit. ⇒ Commandozijde binnen krijgt nu de rij-autorisatie. Binnen: Groene fase. Buiten: Rode fase. ⇒ Eindpositie deur DICHT. ⇒ Na afloop van de openhoudtijd en ontruimduur wordt het sluiten automatisch gestart. CLOCK CL ⇒ Deur sluit. ⇒ Eindpositie deur DICHT.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing Veiligheidsingang ALARM resetten 1. De aandrijving van de netspanning loskoppelen. De spanningsvrijheid controleren. 2. De deurinstallatie en de aandrijving controleren op beschadigingen en beschadigingen verhelpen. 3. Het brandmeldingssysteem resetten (Contact sluiten). 4. De aandrijving op netspanning aansluiten. De voeding controleren. 5. Een commando via de drukknop uitvoeren. SAFETY 11.
11. Aansluitingen en speciale functies van de wandbesturing Accu demonteren en verwijderen De accu wordt in de omgekeerde volgorde gedemonteerd, zie hoofdstuk ‘11.10 Accu monteren en demonteren’, sectie ‘Accu monteren’. GEVAAR Gevaar voor schadelijke stoffen! Afb. 2 2. De schroeven van de besturingsbehuizing openschroeven en verwijderen. Onjuiste opslag, gebruik of afvoer van accu's of batterijen vormen een gevaar voor de gezondheid van mensen en dieren. Ernstig letsel of de dood zijn het gevolg.
12. Functionele controle / eindtest 12.1 Obstakelherkenning testen Let in het bijzonder op de onderstaande veiligheidsinstructies voor dit hoofdstuk. Na de inbedrijfname van de aandrijving moet met een krachtmeter de krachtinstelling van de aandrijving gecontroleerd en een obstakelherkenning uitgevoerd worden. WAARSCHUWING Gevaar door meegetrokken worden! Bij een ontoelaatbaar hoge krachtinstelling kunnen mensen en dieren in het bewegingsbereik van de deur gegrepen en meegetrokken worden.
12. Functionele controle / eindtest INFORMATIE Na inbouw van de aandrijving moet de verantwoordelijke persoon voor de inbouw van de aandrijving volgens machinerichtlijn 2006/42/EG een EG-conformiteitsverklaring voor de deurinstallatie opmaken en het CE-markering en een typeplaatje aanbrengen. Deze documenten en de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de aandrijving moeten aan de exploitant worden overhandigd. Ook als de aandrijving achteraf in een handmatig bediende deur wordt aangebracht.
13. Bediening 13.1 Veiligheidsinstructies bij de bediening Lees vooral de volgende veiligheidsinstructies en de veiligheidsinstructies in het hoofdstuk ‘14. Onderhoud en service’ en ‘15. Storingen verhelpen’. De aandrijving mag niet door mensen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis worden bediend. Tenzij deze mensen een bijzondere instructies gehad en de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing begrepen hebben.
13. Bediening WAARSCHUWING Gevaar voor kneus- en snijwonden! Als mensen of dieren in het bewegingsbereik van de bewegende deur staan, kunnen het mechanisme en de sluitzijden van de deur kneus- en snijwonden veroorzaken. ► De aandrijving uitsluitend met direct zichtcontact met de deur bedienen. ► Alle gevarenzones moeten tijdens de gehele deurloop kunnen worden ingezien. ► De bewegende deur altijd in de gaten houden. ► Er mogen zich geen mensen of dieren in het bewegingsbereik van de deur ophouden.
13. Bediening De montagehandleiding en gebruiksaanwijzing en de voor de deurinstallatie opgestelde EG-conformiteitsverklaring en overdrachtsprotocol moeten worden overhandigd aan de exploitant. De exploitant is verantwoordelijk voor: • het beoogde gebruik van de aandrijving • de goede staat • het gebruik • de instructie aan alle gebruikers in het bedrijf en over de daaraan verbonden gevaren van de deurinstallatie • de service en het onderhoud Afb. 1 1. De deur staat in eindpositie Deur DICHT.
13. Bediening ⇒ Andere zijde: Rode fase. Er mag niet door de deur gereden of gelopen worden. 10 sec. Afb. 6 6. Afb. 4 4. Na dat de eindpositie voor Deur DICHT is bereid, worden aan beide zijden alle verkeerslichten uitgeschakeld. ⇒ Beide zijden: Verkeerslichten uit. Na afloop van de ingestelde openhoudtijd wordt de ontruimduur (af fabriek 10 seconden) automatisch gestart. INFORMATIE Als tijdens het sluiten opnieuw een commando wordt gegeven, stop de aandrijving.
13. Bediening 4. Na afloop van de ingestelde openhoudtijd (af fabriek 30 seconden) en de ontruimduur (af fabriek 10 seconden) voor binnen worden de verkeerslichten automatisch omgeschakeld. Daarbij worden de commandozijde en de andere zijde verwisseld. ⇒ Andere zijde, binnen: Rode fase. Er mag niet door de deur gereden of gelopen worden. ⇒ Commandozijde buiten: Groene fase. Er kan van de commandozijde buiten door de deur gereden of gelopen worden. Afb. 2 2.
13. Bediening Krachtuitschakeling in looprichting Deur DICHT bij automatische sluiting ⇒ Aandrijving stopt en keert om tot de eindpositie Deur OPEN na het optreden van een obstakel. ⇒ Na afloop van de openhoudtijd sluit de deur automatisch. INFORMATIE Als de deur opnieuw op een obstakel treft in de richting Deur DICHT, stopt de aandrijving en keert helemaal om naar de eindpositie Deur OPEN. Daar blijft de deur stilstaan. De automatische sluiting is onderbroken.
13. Bediening Safety Als de veiligheidsingang SAFETY wordt geopend, stopte aandrijving de deurbeweging. Er worden geen commando's meer uitgevoerd. Het potentiaalvrije verbreekcontact is bijvoorbeeld geschikt voor de aansluiting van een NOODSTOP. ⇒ Status-led op de besturing gaat knipperen. Veiligheidsingang SAFETY resetten: 1. Veiligheidsingang resetten (contact sluiten). 2. Commando met drukknop uitvoeren. ⇒ Deur opent tot de eindpositie voor deur OPEN. ⇒ Openhoudtijd en ontruimduur lopen af.
13. Bediening 2. AANWIJZING De noodontgrendeling is uitsluitend bedoeld om in noodgevallen de deur te openen of te sluiten. De noodontgrendeling is niet geschikt voor het regelmatig openen of sluiten. Dit kan de aandrijving en de deur beschadigen. De noodontgrendeling mag uitsluitend in noodgevallen zoals stroomuitval worden gebruikt. ⇒ Loopwagen is ontgrendeld. ⇒ De deur kan met de hand worden bewogen. 3. Nog een keer aan de noodontgrendelingskabel trekken. ⇒ Loopwagen is vergrendeld.
14. Onderhoud en service 14.1 Veiligheidsinstructies voor service en onderhoud Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op. De aandrijving regelmatig onderhouden aan de hand van de onderstaande beschrijving. Daardoor zijn een veilige werking en een lange levensduur van de aandrijving gegarandeerd. GEVAAR Gevaar door niet naleven! Als veiligheidsinstructies niet worden nageleefd, leidt dit tot ernstig letsel of de dood. ► De veiligheidsinstructies moeten worden opgevolgd.
14. Onderhoud en service WAARSCHUWING Gevaar voor kneus- en snijwonden! Als mensen of dieren in het bewegingsbereik van de bewegende deur staan, kunnen het mechanisme en de sluitzijden van de deur kneus- en snijwonden veroorzaken. ► De aandrijving uitsluitend met direct zichtcontact met de deur bedienen. AANWIJZING Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen het oppervlakte van de aandrijving beschadigen. De aandrijving uitsluitend met een vochtige, vezelvrije doek reinigen.
14. Onderhoud en service 14.2 Onderhoudsschema 14.3 Service Hoe vaak? Rail, loopwagen en wandbesturing reinigen Wat? Hoe? Noodontgrendeling testen Zie hoofdstuk ‘13.7 Werking noodontgrendeling’ 1. Als een accu gemonteerd is, de afdekkap van de wandbesturing verwijderen en de accu loskoppelen van de wandbesturing. Zie ook het hoofdstuk ‘11.10 Accu monteren en demonteren’. Zie hoofdstuk ‘12.
15. Storingen verhelpen 15.1 Veiligheidsinstructies voor verhelpen van storingen Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op. GEVAAR Gevaar door niet naleven! Als veiligheidsinstructies niet worden nageleefd, leidt dit tot ernstig letsel of de dood. ► De veiligheidsinstructies moeten worden opgevolgd. GEVAAR Gevaar door elektrische stroom! Bij aanraken van onder stroom staande onderdelen kan een gevaarlijke doorstroming van het lichaam optreden.
15. Storingen verhelpen AANWIJZING WAARSCHUWING Als de afstandsbediening wordt gebruikt zonder dat er zicht is op de deur, kunnen voorwerpen in het bewegingsbereik van de deur ingeklemd en beschadigd worden. Er mogen zich geen voorwerpen in het bewegingsbereik van de deur bevinden. Gevaar voor kneus- en snijwonden! Als mensen of dieren in het bewegingsbereik van de bewegende deur staan, kunnen het mechanisme en de sluitzijden van de deur kneus- en snijwonden veroorzaken.
15. Storingen verhelpen 15.3 Tijdvolgorde van de aandrijvingsverlichting in normaal bedrijf en bij storingen De knipperreeksen van de leds informeren de installateur, de eindklant en de telefonische support over de storingen.
15. Storingen verhelpen 15.
15. Storingen verhelpen Probleem Mogelijke oorzaak Test / controle MEMO Device Type • Systeemfout Aandrijving stopt de deur tijdens het sluiten en opent gedeeltelijk of helemaal • Deur heeft een obstakel gedetecteerd • Alle vier de leds voor • MEMO kan via de radio-knop worden gewist, eventueel zijn dan radiotechniek knipperen cyclisch ook alle opgeslagen zenders van lang en gaan dan kort weer uit. de MEMO gewist, zie hoofdstuk Als er spanning aanwezig is, ‘10.
15. Storingen verhelpen 15.5 Loopwagen vervangen De handleiding voor het vervangen van de loopwagen kan bij SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH worden gedownload onder: www.sommer.eu Eventueel de bestaande instellingen op de bestaande loopwagen via SOMlink en een smartphone opslaan. De instellingen kunnen dan later op de nieuwe loopwagen overgezet worden. De nieuwe loopwagen bevindt zich af fabriek in de afleveringstoestand.
16. Buitenbedrijfstelling, opslag en afvoer 16.1 Aandrijving buiten bedrijf stellen en demonteren Volg de volgende fundamentele veiligheidsinstructies op. Mensen onder invloed van drugs, alcohol of het reactievermogen verminderende geneesmiddelen mogen niet aan de aandrijving werken. Uitsluitend een opgeleide specialist mogen de aandrijving demonteren. Deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing moet door de opgeleide specialist die de aandrijving demonteert, gelezen, begrepen en nageleefd worden.
16. Buitenbedrijfstelling, opslag en afvoer WAARSCHUWING Letselgevaar aan het hoofd! Bij het stoten van hangende voorwerpen kunnen ernstige kras- en snijwonden ontstaan. ► Bij het demonteren van hangende onderdelen moet een persoonlijke veiligheidshelm worden gedragen. VOORZICHTIG Letselgevaar voor de handen! Ruwe uitstekende metalen onderdelen kunnen bij aanraking kras- en snijwonden veroorzaken. ► Draag uw persoonlijke veiligheidshandschoenen.
16. Buitenbedrijfstelling, opslag en afvoer AANWIJZING Om schade voor het milieu te voorkomen, alle onderdelen conform de regionale of nationale regelgeving afvoeren. INFORMATIE Alle buiten bedrijf gestelde componenten van de aandrijving mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid, omdat deze schadelijke stoffen bevatten. De componenten moeten op de voorgeschreven wijze door een erkend afvalbedrijf worden afgevoerd. Hiertoe moeten de lokale en nationale bepalingen worden nageleefd.
17. Verkorte montagehandleiding In de korte handleiding wordt de montage van de variant A en B beschreven. De verkorte handleiding vervangt niet de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing. Lees deze montagehandleiding en gebruiksaanwijzing aandachtig door en volg de in het bijzondere de waarschuwingen en de veiligheidsinstructies op. Zo kunt u het product veilig en optimaal monteren.
4 12 13 X 5 5–65 mm min. 35 mm X 14 15 90° ½ ½ 21 mm 90° 70 mm 70 mm 6 10 mm 65 mm 16 17 15 ½ 15 mm 30 mm 7 18 15 mm 30 mm ½ min.
30.2 30.
18. Aansluitschema's en functies van DIP-schakelaars Afb. Aansluitschema Loopwagen 220–240 V AC 220–240 V AC Afb. Aansluitschema Wandbesturing 24 V AC/200 VA Transformator L N L` N Netaansluiting ACCU 1,6 AF wh br gn MUFU 2 max. 250 V AC/5 A alternatief 24 V DC/5 A gn Ketting rd Rail GND +12 V loopdeur Voeding externe accessoires 24 V/ max. 300 mA 8K2 ALARM optioneel MUFU 1 max. 60 V DC/5 A Voeding externe accessoires OSE 12 V/max.
SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH Hans-Böckler-Straße 21 - 27 73230 Kirchheim/Teck Duitsland Telefoon: +49 (0) 7021/8001-0 Fax: +49 (0) 7021/8001-100 info@sommer.eu www.sommer.eu © Copyright 2016 Alle rechten voorbehouden.