Operation Manual

38
S10557-00006_Rev-A_NL
6. Montage
Afb. 2
2. De zes schroeven van de besturingsbehuizing
losdraaien en de afdekkap opzij klappen.
188 mm
338 mm
Afb. 3: Montagevoorbeeld
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor de ogen!
Bij het boren kunnen ogen en handen
door spaanders ernstig gewond raken.
Draag uw persoonlijke veiligheidsbril.
3. De bevestigingspunten overbrengen op de
ondergrond.
Vier gaten
(Ø 6 x 40 mm diep) boren.
De vier pluggen plaatsen.
De wandbesturing met vier schroeven en vier
sluitringen vastzetten, uitlijnen en vastschroeven.
4. De stuurleiding van het inschuifdeel tot de
wandbesturing vast leggen en tegen verschuiven
beveiligen.
50 mm
300 mm
Afb. 5
5. De stuurleiding door de kabelinvoer in de
wandbesturing voeren.
De stuurleiding op een lengte van max. 350 mm
inkorten. Daarvan de laatste 50 mm strippen en de
isolatie van draden verwijderen.
Afb. 6
6. De stuurleiding tot de klem gn/rd leggen. De groene
draad van de stuurleiding op de klem gn aansluiten.
De rode draad van de stuurleiding op klem rd
aansluiten.
7. De behuizing in omgekeerde volgorde sluiten.
Verdere aansluitmogelijkheden zoals drukknop of
waarschuwingslicht zie hoofdstuk ‘11. Aansluitingen en
speciale functies van de wandbesturing’.