Operation Manual

64
S10557-00006_Rev-A_NL
11. Aansluitingen en speciale functies van de
wandbesturing
11.5 Multifunctioneel relais, MUFU 1 en
MUFU 2
De beide multifunctionele relais (MUFU 1 en
MUFU 2) kunnen voor verschillende functies worden
gebruikt, bijvoorbeeld voor het gebruik van een extra
buitenverlichting of een deurstatusindicatie.
INFORMATIE
De werkwijze van de beide multifunctionele
relais kan met SOMlink, smartphone en een
Memo tiga worden veranderd.
Er zijn nog 10 conguraties per
multifunctioneel relais beschikbaar,
bijvoorbeeld voor de verlichtingsfunctie.
Voor de timerfunctie kan eveneens een tijd
worden ingesteld.
Multifunctionele relais 1 (MUFU 1)
AC
C
MUFU 1
T
Afb. Led voor MUFU 1 Afb. MUFU 1
De status-led voor MUFU 1 brandt groen als het relais
getrokken is.
AANWIJZING
Het contact multifunctioneel relais 1 is een
potentiaalvrij wisselcontact en mag max.
worden belast met 60 V DC, 5 A.
Af fabriek is de functie van de deurstatusindicatie
geactiveerd:
Relais trekt tijdens de deurbeweging en als de
deur geopend is.
Relais valt als de eindpositie Deur DICHT bereikt
wordt.
Multifunctionele relais 2 (MUFU 2)
MUFU 2
3
4
Afb. MUFU 2 Afb. Led voor MUFU 2
De status-led voor MUFU 2 brandt groen als het relais
getrokken is.
AANWIJZING
Het contact multifunctioneel relais 2 is een
potentiaalvrij wisselcontact en mag max.
worden belast met 250 V AC, 5 A of max.
24 V DC, 5 A.
Af fabriek is de functie ‘Impuls voor 1 seconde bij motor
start’ ingesteld:
Bij iedere motorstart geeft het multifunctionele
relais 2 een impuls van 1 seconde af.
11.6 Fotocel en raamfotocel
Op de besturing kan desgewenst een 2-draads fotocel
van SOMMER Antriebs- und Funktechnik GmbH
of een 4-draads fotocel op een lichtscherm worden
aangesloten. Bij de inbedrijfname herkent de besturing
automatisch welke variant het is en stelt zich daarop in.
INFORMATIE
Als een fotocel voor Deur DICHT wordt
aangesloten en door de besturing herkend
wordt, wordt de automatische sluiting
automatisch geactiveerd. De stand van de
DIP 1 op de loopwagen beïnvloedt dit niet.
INFORMATIE
Als een fotocel op een geprogrammeerde
installatie achteraf wordt aangebracht,
moet de besturing worden gereset, zie
hoofdstuk ‘10.13 Besturing resetten’.
INFORMATIE
Tijdens de inbedrijfname van de fotocel of
de raamfotocel mag deze niet door personen
of voorwerpen worden geactiveerd.
INFORMATIE
Als een fotocel als raamfotocel aan de
deur wordt gebruikt, moet de deur in de
middelste stand worden gezet.