Operation Manual

75
S10557-00006_Rev-A_NL
13. Bediening
AANWIJZING
Bij een onjuist ingestelde gewichtsbalans
van de deur kan de aandrijving beschadigen.
De deur moet stabiel zijn.
Deze mag bij het openen en sluiten niet
doorbuigen, draaien of vervormen.
De deur moet soepel in de rails
bewegen.
Gebreken moeten door een opgeleide
specialist meteen verholpen worden.
AANWIJZING
Voorwerpen kunnen in het
bewegingsbereik van de deur ingeklemd
en beschadigd worden.
Er mogen zich geen voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
INFORMATIE
Bewaar deze montagehandleiding en
gebruiksaanwijzing altijd en op een goed
toegankelijke plek op de locatie waar het
product wordt gebruikt.
13.2 Overhandiging aan de exploitant
De exploitant controleert of de CE-markering en het
typeplaatje voor de deurinstallatie door de opgeleide
specialist aan de deur zijn aangebracht.
De opgeleide specialist moet de exploitant instrueren in:
het gebruik van de aandrijving en de daaraan
verbonden gevaren
de omgang met de handmatige noodontgrendeling
het regelmatige onderhoud dat de exploitant kan
uitvoeren
De exploitant moet erover worden geïnformeerd welke
werkzaamheden uitsluitend door een opgeleide specialist
mogen worden uitgevoerd:
Accessoires installeren
Instellingen
Regelmatig onderhoud, behalve de in hoofdstuk
‘14. Onderhoud en service’ beschreven
werkzaamheden die door de exploitant uitgevoerd
kunnen worden
Reparaties
Storingen verhelpen
WAARSCHUWING
Gevaar voor kneus- en
snijwonden!
Als mensen of dieren in het
bewegingsbereik van de bewegende
deur staan, kunnen het mechanisme
en de sluitzijden van de deur kneus- en
snijwonden veroorzaken.
De aandrijving uitsluitend met direct
zichtcontact met de deur bedienen.
Alle gevarenzones moeten tijdens
de gehele deurloop kunnen worden
ingezien.
De bewegende deur altijd in de gaten
houden.
Er mogen zich geen mensen of dieren
in het bewegingsbereik van de deur
ophouden.
Nooit naar een bewegende deur of
onderdelen grijpen. In het bijzonder niet
in de bewegende schuifstang grijpen.
Niet in de plafondophanging grijpen als
de loopwagen de rail passeert.
Pas door de deur rijden als deze
volledig geopend is en het verkeerslicht
groen brandt.
WAARSCHUWING
Gevaar door optische straling!
Bij langdurig op korte afstand in led-
licht kijken kan een optische verblinding
veroorzaken.
Het gezichtsvermogen kan voor korte
tijd sterk beperkt zijn. Daardoor kunnen
ernstige of dodelijke ongevallen
gebeuren.
Er mag niet direct in led-licht worden
gekeken.