Operation Manual

79
S10557-00006_Rev-A_NL
13. Bediening
Afb. 7
7. Na dat de eindpositie voor Deur DICHT is bereid,
worden aan beide zijden alle verkeerslichten
uitgeschakeld.
Beide zijden: Verkeerslichten uit.
13.4 Obstakelherkenning
Bij herkenning van een obstakel stopt de aandrijving
en beweegt een stuk in de andere richting. Daardoor
wordt persoonlijk letsel of materiële schade voorkomen.
Afhankelijk van de instelling wordt de deur geheel of
gedeeltelijk geopend. De gedeeltelijke omkering is af
fabriek standaard ingesteld. De volledige omkering kan
via SOMlink en een smartphone worden ingesteld.
INFORMATIE
In de functie automatische sluiting gaat de
deur helemaal open.
INFORMATIE
Bij onderbreking van de fotocel heeft de
deur een grotere naloop.
De volgende veiligheidssystemen herkennen obstakels:
Fotocel (objectbescherming)
Veiligheidscontactlijsten (persoonsbescherming)
Krachtuitschakeling van de aandrijving
(persoonsbescherming)
Lees ook hoofdstuk ‘14. Onderhoud en service’.
Krachtuitschakeling in looprichting Deur OPEN
Aandrijving stopt, keert een stuk om in de richting
Deur OPEN en stopt.
Aandrijving verwacht een nieuw commando en
start niet automatisch.
Aandrijving beweegt na ontvangst van een
commando in de richting Deur OPEN.
Krachtuitschakeling in looprichting Deur DICHT bij
automatische sluiting
Aandrijving stopt en keert om tot de eindpositie
Deur OPEN na het optreden van een obstakel.
Na aoop van de openhoudtijd sluit de deur
automatisch.
INFORMATIE
Als de deur opnieuw op een obstakel
treft in de richting Deur DICHT, stopt de
aandrijving en keert helemaal om naar de
eindpositie Deur OPEN. Daar blijft de deur
stilstaan.
De automatische sluiting is onderbroken.
Pas na een commando voor Deur DICHT
start de openhoudtijd en ontruimduur.
Daarna wordt de deur weer automatisch
gesloten.
Alarm
Als de veiligheidsingang ALARM geopend wordt, wordt
een commando voor het openen van de deurinstallatie
geactiveerd.
Het potentiaalvrije verbreekcontact is bijvoorbeeld
geschikt voor een brandmeldingssysteem.
Aandrijving start vanuit de eindpositie Deur DICHT,
beweegt naar de eindpositie Deur OPEN en blijft
daar staan.
Groen verkeerslicht voor binnen en een rood
verkeerslicht voor buiten beginnen snel te
knipperen.
Inkomende commando's worden niet uitgevoerd.
AANWIJZING
Voor het resetten van de veiligheidsingang
ALARM, moeten de deurinstallatie en de
aandrijving worden gecontroleerd. Alle
beschadigingen moeten meteen worden
verholpen.
Veiligheidsingang ALARM resetten
1. De aandrijving van de netspanning loskoppelen.
De spanningsvrijheid controleren.
2. De deurinstallatie en de aandrijving controleren op
beschadigingen en beschadigingen verhelpen.
3. Het brandmeldingssysteem resetten
(Contact sluiten).
4. De aandrijving op netspanning aansluiten.
De voeding controleren.
5. Een commando via de drukknop uitvoeren.