Operation Manual
14
Aan de slag
Basisinstellingen
Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam
van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
1. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te
voorkomen, kunt u een pincode instellen. Als u de
pincode wilt wijzigen, moet eerst de standaard PIN
0000 worden geactiveerd. Pas als deze pincode is
geactiveerd, kan de pincode worden gewijzigd in de
pincode die de gebruiker kiest.
2. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te
voorkomen, kunt u een pincode instellen. Selecteer
Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen
> PIN-code > Aan > OK. Wanneer u het gebruik van
de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode invoeren
wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een foute
pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de telefoon.
3. Om de pincode te wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wijzig
code > OK. U kunt codes wijzigen voor PIN, PIN2 en
het blokkeren van gesprekken.
Datum en tijd
1. Om de datum en tijd in te stellen, selecteert u Menu >
Instellingen > Datum en tijd > OK.
Automatische toetsvergrendeling
1. Als u het toetsenblok wilt vergrendelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Autom.
toetsvergrendeling > OK. U kunt op deze manier
de voorziening in- en uitschakelen.
2. U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en
ontgrendelen door de toets ‘*’ ingedrukt te houden.
Stille modus
In de stille modus zijn de signalen voor gesprekken, van
Organiseren, van SMS en voor de batterijstatus
uitgeschakeld.
1. Selecteer Menu > Snelle instellingen > Stil > OK
> Inschakelen.
Selectietoets links Hoofdmenu
Selectietoets rechts Telefoonboek
Toets Accepteren/
Verzenden
Uitgaande gesprekken
De vier functies die worden uitgevoerd met
de pijltoetsen, zijn in de fabriek ingesteld,
maar u kunt die wijzigen. U kunt ook
nieuwe snelkoppelingen configureren. Voor
meer informatie over snelkoppelingen
raadpleegt u pagina 24.
Druk op Voor toegang tot










