Operation Manual
Table Of Contents
- Algemene informatie
- Richtlijnen voor uw veiligheid
- Persoonlijke medische apparaten
- Niet blootstellen een extreme temperaturen
- Kortsluiting voorkomen
- Batterij vervangen
- Batterijprestaties
- Afdanken van de batterij
- SAR-informatie
- Noodoproepen
- Kindveiligheid
- Aan de slag
- Batterijsignaal instellen
- De SIM-kaart verwijderen
- De SIM-kaart plaatsen
- Uw SIM-kaart
- Bewerkingen in het startscherm
- Startscherm
- Basisinstellingen
- Functies van het toetsenblok
- Uw XP3.20-telefoon
- Acties die u kunt uitvoeren zonder SIM-kaart
- Telefooninstellingen
- Geluidsinstellingen
- Beeldscherminstellingen
- Verbindingsinstellingen
- Gesprekken
- Gebeld worden
- Snel kiezen
- Vast nummer kiezen
- Gesprek blokkeren
- Gesprek doorverbinden
- Antwoord met elke toets
- Autom. opnieuw kiezen
- Gesprek in wacht
- Toevoegen aan Zwarte lijst
- Gesprekken filteren
- Autom. antwoord
- Een gesprek opnemen
- Informatie voor de belkosten weergeven
- Overige gespreksinstellingen
- Contacten beheren
- Contact verzenden
- Standaardcontactlocatie
- Standaard lijst met contacten
- Een contact aan de white list toevoegen
- Een contact aan de zwarte lijst toevoegen
- Nummers kopiƫren of verplaatsen naar andere lijsten
- Contacten verwijderen

20
Aan de slag
Basisinstellingen
Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam
van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te
voorkomen, kunt u een pincode instellen. De pincode is
afhankelijk van de provider.
1. Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Algemeen
> Beveiligingsinstellingen > PIN-code > Aan. Geef
de PIN op. Selecteer OK. Wanneer u het gebruik
van de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode
invoeren wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een
foute pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de
telefoon.
2. Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Algemeen
> Beveiligingsinstellingen > Ander wachtwoord om
de pincode te wijzigen. U kunt de codes voor PIN,
PIN2, Gesprek blokkeren, Beschermen en Telefoon
vergrendelen wijzigen.
Datum en tijd
Als u de datum en tijd wilt instellen, selecteert u Menu >
Instellingen > tabblad Algemeen > Datum & tijd.
Auto toetsvergrendeling
Als u het toetsenblok wilt blokkeren, selecteert u
Menu > Instellingen > tabblad Algemeen > Autom.
toetsvergrendeling. U kunt op deze manier de functie in-
en uitschakelen door de tijd in te stellen.
U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en ontgrendelen
door de toets '*' ingedrukt te houden.
Stille modus
In de stille modus zijn de signalen voor gesprekken, van
Organiseren, van SMS en
voor de batterijstatus uitgeschakeld.
Selecteer Menu > Instellingen > tabblad Geluid >
Signaaltype > Stil OF houd de toets # ingedrukt.
Beschermingsmodus
In de beschermingsmodus zijn de functies Bellen,
Contacten, Berichten en Snel bellen alleen toegankelijk
wanneer u een wachtwoord opgeeft.
Als u een wachtwoord wilt opgeven, selecteert
u Menu > Instellingen > tabblad Algemeen >
Beveiligingsinstellingen > Beschermen. Geef het
wachtwoord op. Nadat u het wachtwoord hebt opgegeven,
verschijnt het scherm met persoonlijke gegevens. Druk op
de menutoets om de vereiste functies te selecteren die u
wilt beschermen en selecteer OK om de bescherming te
activeren.
Vergrendelingsmodus
In de vergrendelingsmodus kan de telefoon alleen worden
ontgrendeld door een wachtwoord op te geven.
Als u een wachtwoord wilt opgeven voor de vergrendeling
van de telefoon, selecteert u Menu > Instellingen >
tabblad Algemeen > Beveiligingsinstellingen > Telefoon
vergrendelen > Aan. Geef het wachtwoord op. Selecteer
OK.
Het standaardwachtwoord voor het vergrendelen van de
telefoon is 1234.










