Sonim Xperience One (XP1) Versie 1.
Copyright © 2006 Sonim Technologies, Inc. SONIM, Sonim Xperience, Sonim Xtend en het Sonim-logo zijn handelsmerken van Sonim Technologies, Inc. Andere bedrijfsnamen of productnamen in deze handleiding kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de respectievelijke eigenaars.
Inhoudsopgave Aan de slag ...................................................... 13 PTT-functies in een oogopslag ........................... 13 PTT-instellingen ................................................ 14 PTT-pictogrammen............................................ 16 Een PTT-contact maken..................................... 17 Een groep maken.............................................. 18 Bestaande contactgegevens kopiëren ................. 18 Een één-opéén gesprek voeren ......................
Contacten maken.........................................40 Contacten kopiëren het uit telefoonboek........40 Een PTT-uitnodiging verzenden.....................40 Contactgegevens wijzigen.............................40 Een contact verwijderen ...............................41 PTT-groepen beheren ........................................41 Contacten blokkeren ....................................41 Een nieuwe groep maken .............................41 Een groep importeren ..................................
Universele tijd................................................... 59 WAP...................................................................60 De telefoon personaliseren ...............................62 Thema's ........................................................... 63 Uw bestanden beheren...................................... 63 Index.................................................................64 Ongeplande groepsgesprekken starten ......... 48 ....................................................
iv
Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Sonim Xperience™ One – XP1 mobiele telefoon. De Sonim XP1 telefoon is volledig compatibel met de recentelijk door de Open Mobile Alliance (OMA) geratificeerde PoC-standaard. De telefoon heeft een intuïtieve, veelzijdige gebruikersinterface waarmee u kunt schakelen tussen PoC-functies (Push-toTalk over Cellular) en andere toepassingen van de XP1telefoon. Netwerkservices Via uw serviceprovider zijn extra services beschikbaar.
Algemene informatie Ingedrukt houden Betekent dat u op een toets moet drukken en deze gedurende 2–3 seconden ingedrukt moet houden, voordat u de toets weer loslaat. Deze actie wordt gebruikt om de telefoon in en uit te schakelen en voor sneltoetsen waarmee bepaalde functies worden gestart. Zo moet u de toets 1 ingedrukt houden om toegang te krijgen tot de voice mail. Menuopties Deze opties worden onderaan het scherm weergegeven. U kunt de selectietoetsen gebruiken om de aangegeven optie te selecteren.
Lees de volgende richtlijnen voor de veiligheid zorgvuldig door voordat u de telefoon gebruikt. Deze richtlijnen geven informatie die het mogelijk maakt om uw mobiele telefoon veilig te bedienen en te voldoen aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot het gebruik. Gebruik de telefoon niet bij een tankstation. Houd u aan beperkingen die gelden voor radioverkeer bij brandstofdepots en chemische fabrieken en plaatsen waar wordt gewerkt met explosieven.
Aan de slag Aan de slag 2. Informatie over de batterij 3. Algemeen Gebruik alleen voor de XP1 gecertificeerde batterijen, laders en andere accessoires die zijn ontworpen voor dit telefoonmodel. Het gebruik van andere batterijen, laders en accessoires kan schade veroorzaken en zal de garantievoorwaarden van uw telefoon nietig maken. Stel de batterij niet bloot aan extreme temperaturen en bescherm deze tegen vochtigheid. Houd de batterij buiten het bereik van kinderen. 4. 5.
3. 4. 5. Lijn de connector van de lader uit met de USB-poort op de onderkant van de telefoon en steek de connector in de telefoon. Als de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon uitgeschakeld is, wordt alleen het batterijpictogram met het bericht Laden weergegeven (zie de afbeelding hiernaast). Wanneer de batterij volledig is opgeladen, verschijnt het bericht Voltooid.
Schuif de zilveren clip over de SIM-kaart zodat deze beveiligd is (zie afbeelding B). Aan de slag 4. Acties die u kunt uitvoeren zonder SIMkaart 1. 2. 3. SIM-kaart plaatsen 5. Plaats de batterij en de klep terug. Draai de schroef van de batterijklep met de klok mee om de klep te vergrendelen. De SIM-kaart verwijderen 1. 2. 3. 4. Druk op de toets Menu om het hoofdmenu te openen. Selecteer SOS. Selecteer Gesprek om contact op te nemen met uw serviceprovider.
De verschillende toetsen van het toetsenblok en de bijbehorende functies worden beschreven in de volgende afbeelding. Functietoetsen 1.Selectietoets links (STL) 2.Selectietoets rechts (STR) 3.Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/Rechts/ Links) 4.Toets Menu 5.Opnemen/zenden 6.In-/uitschakelen/Eind gesprek Numerieke toetsen XP1 in een oogopslag 1.Oorstuk 2.Scherm 3.PTT-toetsen (Push-to-Talk) 4.Toetsen PTT-volume 5.PTT-toets 6.Functietoetsen 7.Alfanumerieke toetsen 8.Poort voor lader 9.Microfoon 10.
Aan de slag Door op de toetsen te drukken, kunt u cijfers of letters invoeren. Kies de invoermodus voor tekst waarmee u deze toetsen het meest efficiënt kunt gebruiken. Voor meer informatie over invoermodi voor tekst raadpleegt u de sectie "Invoermodus voor tekst" op pagina 51. Acties in de stand-bystand Als de telefoon in de stand-bystand staat of niet actief is, hebt u vanaf het startscherm toegang tot de volgende informatie.
Basisinstellingen Beveiligingsinstellingen 1. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te voorkomen, kunt u een pincode instellen. Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Pincode > Aan > OK. Wanneer u het gebruik van de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode invoeren wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een foute pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de telefoon. 2. Om de pincode te wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wijzig code > OK.
Aan de slag Functies van het toetsenblok Toets In-/uitschakelen/ Eind gesprek Opnemen/zenden STL/STR In de volgende tabel wordt aangegeven welke functies kunnen worden uitgevoerd met de verschillende toetsen: Werking Drukken en ingedrukt houden om de mobiele telefoon in of uit te schakelen. Wanneer een menu wordt weergegeven en in de bewerkstand drukken en loslaten om terug te keren naar de stand-bystand. Drukken om een gesprek te beëindigen. Drukken om een inkomend gesprek af te wijzen.
Werking Deze toets vindt u in het midden tussen de navigatietoetsen. In de stand-bystand drukken om het hoofdmenu te openen. Toets Menu (midden) Drukken en loslaten wanneer de toets als schakelaar wordt gebruikt om een selectievakje in of uit te schakelen. Drukken om taken uit te voeren die ook met de selectietoets links kunnen worden uitgevoerd. Drukken om de opdracht OK te selecteren. Deze groep toetsen staat tussen de selectietoetsen, de toets In-/uitschakelen en de toets Opnemen.
Aan de slag Toets Numerieke toetsen Werking Op toetsen drukken om het gewenste telefoonnummer in te voeren en een gesprek te starten. U kunt ook het nummer invoeren en dan Opties selecteren om het nummer te kiezen. Op een numerieke toets drukken en deze ingedrukt houden om snelkoppelingen te maken met de beschikbare opties. In de stand-bystand drukken en ingedrukt houden om toegang te krijgen tot uw voice mail. Bij het invoeren van tekst drukken om spaties in te voeren.
Deze sectie helpt u om snel de PTT-functie (Push-to-Talk) van uw telefoon te leren gebruiken. Volg de instructies om contacten te maken en gesprekken te voeren met personen, voorgedefinieerde groepen en ad-hocgroepen.
Snel aan de slag PTT-instellingen 1. Selecteer op het startscherm Menu > PTT > Instellingen. Voor de PTT-service zijn de volgende instellingen beschikbaar: Type Voorkeur Functie Individueel Hiermee worden de antwoordinstellingen voor elk contact opgegeven. Type Voorkeur Functie Mijn beschikbaarheid Tonen Hiermee is uw online beschikbaarheid zichtbaar voor andere contacten. Niet tonen Hiermee is uw online beschikbaarheid niet zichtbaar voor contacten.
Voorkeur Functie Type Verberg mijn ID Nooit Hiermee is uw ID altijd zichtbaar voor andere contacten. Verbinding Altijd Speakervolume Schakel het selectievakje in Functie Autom. aanmelden Schakel het selectievakje in Hiermee wordt de PTT-functie automatisch geactiveerd wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. APN (Access Point Name – Naam toegangspunt) Gebruik pijlen om wijzigingen aan te brengen Hiermee wordt u aangemeld bij de geselecteerde serviceprovider.
Snel aan de slag Type Voorkeur Functie Pictogram Afwijzingslijst Afwijzingslijst Toevoegen aan afwijzingslijst Verschijnt wanneer u begint te spreken. Hiermee maakt u het voor personen onmogelijk om u te bellen. Verschijnt wanneer de andere persoon begint te spreken. Overige Zet DnD aan Omschrijving Druk op de toets PTT en selecteer Optie > Zet DnD aan > OK Een globale instelling die, indien ingeschakeld, het voor PTT-contacten onmogelijk maakt om u te bellen.
Een PTT-contact maken Omschrijving 1. Geeft aanwezigheid of beschikbaarheid aan. Rood geeft een offline contact aan, groen geeft een online contact aan en grijs geeft een onbekend contact aan, dat wil zeggen een contact dat niet is geregistreerd bij de server. Druk kort op de toets PTT om het scherm Contacten weer te geven. Selecteer Optie > Maak contact > OK. OF 2. 3. Als de letters P en G rood zijn, is er geen verbinding is met, respectievelijk, de PTT-server en GPRS. 4.
Snel aan de slag Een groep maken 1. 2. 3. 4. 5. 6. Selecteer Menu > PTT > Groep > OK > Optie > Maak groep > OK. Voer een naam in voor de groep en selecteer Opslaan. Noteer de weergegeven groep-ID en selecteer OK. Als u de leden van een groep wilt opvragen, gaat u naar de groep en selecteert u Optie > Bewerk/Toon leden > OK. De bestaande groepsleden worden weergegeven. Als de groep geen leden heeft, is het scherm leeg.
4. 5. 6. Laat de toets PTT los wanneer u klaar bent met spreken. Wanneer de andere persoon begint te spreken, wordt bovenaan het scherm Ontvangst starten, Luisteren weergegeven. Als u probeert om weer te gaan spreken terwijl de andere persoon nog aan het spreken is, wordt bovenaan het scherm Spreken op afstand weergegeven. Selecteer Afsluiten om de sessie te sluiten. Op het scherm wordt Einde PTT-sessie weergegeven.
Snel aan de slag 7. 8. bovenaan het scherm Spreken op afstand weergegeven. Selecteer Afsluiten om de sessie te sluiten. Omdat u degene bent die de sessie heeft gestart, wordt de verbinding van alle deelnemers aan de adhocsessie verbroken wanneer u de sessie beëindigt. Een PTT-uitnodiging accepteren Wanneer een gesprek binnenkomt, wordt bovenaan het scherm Ad hoc PTT-uitnodiging weergegeven. Een PTT-groepsgesprek voeren 1. 1. 2. 2. 3. 4. 5. 6. Selecteer Menu > PTT > Groep > OK.
PTT-gesprekslog opvragen 2. 2. Om toegang te krijgen tot het gesprekslog, selecteert u Menu > PTT > Gesprekslog > OK. De lijst Gesprekken wordt weergegeven. Om een gesprekslog op te vragen, gaat u naar een gesprekkenlijst, zoals de lijst Uitgaande gesprekken, en selecteert u OK. Ga naar een contact en selecteer OK. De details van het gesprek worden weergegeven. Als u meer opties wilt zien, selecteert u Optie. Voor meer informatie raadpleegt u "PTTgespreksloggen opvragen" op pagina 44. 3.
Uw XP1-telefoon Uw XP1-telefoon Dit model is een staafachtige telefoon met één LCD-scherm. Het grafische gedeelte van het scherm is 129 pixels breed en 160 pixels hoog. Met de gebruikte CSTN-technologie kunnen 65K kleuren worden weergegeven. Hoofdmenu Om toegang te krijgen tot het hoofdmenu, drukt u op de toets Menu of selecteert u Menu. Het hoofdmenu bestaat uit de volgende negen items: Indicatoren op het startscherm Deze pictogrammen worden alleen weergegeven als de telefoon in de stand-bystand staat.
Naam Omschrijving GPRS Wanneer een GPRSnetwerk aanwezig is, maar u niet bent aangemeld, wordt de P rood weergegeven. Wanneer een GPRSnetwerk aanwezig is en u bent aangemeld, wordt de P groen weergegeven. Voice mail Geeft aan dat er nieuwe voice mails zijn. Wekker Geeft aan dat een alarm is geactiveerd. Trillen Geeft aan dat de telefoon in de trilstand staat. Gesprek doorverbinden Indicator Naam Omschrijving Dempen Geeft aan dat de functie Dempen ingeschakeld is.
Uw XP1-telefoon vrienden, enz. Daarmee kunt u bellers uit een bepaalde groep sneller identificeren. maandkalender of Universele tijd. Dit is de schermmodus die wordt gebruikt wanneer de telefoon niet actief is. U kunt kiezen tussen standaardtunes (in de fabriek opgenomen tunes) of eigen melodieën (die u hebt gedownload via WAP of die u zelf hebt opgenomen). 1. 2.
Bestaande toevoegen Hiermee kunt u een serviceprovider toevoegen vanuit de lijst van voorgedefinieerde providers. Selecteer Toevoegen om een serviceprovider toe te voegen aan de lijst met voorkeursnetwerken. Netwerkcode toevoegen Hiermee kunt u de code invoeren die van toepassing is voor een netwerk. Dit is vaak vereist wanneer u de zwerfservice gebruikt. Deze instellingen hebben te maken met uw serviceprovider.
Uw XP1-telefoon Type gegevensverbinding: hiermee kunt u kiezen tussen ISDN en analoog. in de fabriek ingestelde profielen en over de juiste parameterinstellingen. Verbindingsfouten worden vaak veroorzaakt door foute parameterinstellingen. Het is mogelijk dat bepaalde voorgedefinieerde profielen zijn vergrendeld om opnieuw configureren en hernoemen onmogelijk te maken. Telefoonnummer: hiermee kunt u het telefoonnummer opgeven dat u moet bellen.
U kunt een nummer ook direct invoeren en Optie > Opslaan selecteren. Voer de naam van het contact in en selecteer Opslaan. Het telefoonboek wordt nu bijgewerkt met het nieuwe nummer. Om direct toegang te krijgen tot het telefoonboek en de bijbehorende opties, drukt u op de navigatietoets Omlaag. Een naamkaart verzenden Een nieuw nummer toevoegen Een naamkaart bevat de contactgegevens van een individu. U kunt een naamkaart verzenden via de optie Zoeken of de optie Toon lijst in het telefoonboek. 1. 1.
Uw XP1-telefoon Telefoonrecords bewerken of verwijderen Nummers kopiëren of verplaatsen naar andere lijsten Een record bewerken Een nummer kopiëren naar de lijst met PTTcontacten Selecteer op het startscherm Tel.boek > Toon lijst > OK. Blader naar het contact dat u wilt bewerken en selecteer Optie > Bewerken > OK. Breng de wijzigingen aan en selecteer Opslaan. Het record is bewerkt en het bijgewerkte telefoonboek wordt weergegeven. Selecteer op het startscherm Tel.boek > Toon lijst > OK.
U kunt maximaal 500 records opslaan in het telefoongeheugen en 250 records op de SIM-kaart. Selecteer Tel.boek > Vooruit > OK > Alles verplaatsen van telefoon naar SIM > OK. In dit geval zijn alle records die vanuit het telefoonboek zijn verplaatst, niet meer beschikbaar in het telefoongeheugen. 1. Het IP-servicenummer opslaan Persoonlijke informatie beheren 1. U kunt het IP-servicenummer opslaan, zodat u het nummer niet hoeft in te voeren elke keer dat u een IP-gesprek start. Selecteer Tel.
Bellen Bellen Voordat u de telefoon gebruikt om te bellen, moet u het volgende controleren: Het toetsenblok mag niet vergrendeld zijn. Er moet een geldige SIM-kaart zijn geïnstalleerd. De batterij van de telefoon moet opgeladen zijn. Een nummer kiezen via het telefoonboek U kunt een nummer rechtstreeks vanuit het telefoonboek kiezen of de optie Zoeken of de optie Toon lijst gebruiken in het telefoonboek. 1. De telefoon moet ingeschakeld zijn en de naam van de serviceprovider moet worden weergegeven.
2. 3. Om toegang te krijgen tot Gesprekken, selecteert u Menu > Gesprekken. Alle beschikbare lijsten van gesprekken worden weergegeven. Kies een lijst en selecteer OK om de gesprekken in een lijst weer te geven, zoals de lijst Uitgaande gesprekken. Kies een contactpersoon en selecteer OK om de datum en tijd van het gesprek weer te geven.
Bellen Snel kiezen inschakelen van de voorziening Gesprek in wacht raadpleegt u "Gesprek in wacht" op pagina 33. Deze optie maakt het mogelijk om een nummer snel te kiezen via een snelkoppeling. Een gesprek doorverbinden 1. 2. Als u niet beschikbaar bent of ervoor kiest om een gesprek niet aan te nemen, kunt u deze functie gebruiken om inkomende gesprekken door te verbinden naar een nieuw nummer of een bestaand nummer in het telefoonboek (als uw serviceprovider deze service tenminste ondersteunt). 3.
Bij geen antwoord Als onbereikbaar Annuleren Status 2. Functie Gesprekken worden doorverbonden als u de inkomende gesprekken niet aanneemt. Gesprekken worden doorverbonden wanneer u de telefoon uitgeschakeld hebt. De opties voor het doorverbinden van gesprekken worden niet toegepast. De huidige status van het doorverbinden van gesprekken wordt gecontroleerd. Gesprek in wacht Deze voorziening kan worden gebruikt voor GSM- en GPRSgesprekken.
Afsluiten om te stoppen met het opnieuw kiezen. Als u een ander nummer begint te kiezen terwijl automatisch opnieuw wordt gekozen, zal de telefoon stoppen met het opnieuw kiezen. Bellen GPRS-gesprekken Als de voorziening Gesprek in wacht is ingeschakeld en er een GSM-gsprek binnenkomt terwijl u bezig bent met een GPRS-sessie of een PTT-sessie, wordt het nummer van de beller weergegeven op de telefoon. U kunt er dan voor kiezen om het gesprek aan te nemen of het af te wijzen.
Witte lijst Overige gespreksinstellingen Herinnering minuut: als deze optie ingeschakeld is, wordt u tijdens een telefoongesprek gewaarschuwd bij de 50ste seconde van elke minuut. Selecteer Menu > Instellingen > Gespreksinstellingen > Herinnering minuut > Aan. Antwoord elke toets: als deze optie ingeschakeld is, Deze lijst bevat telefoonnummers van personen waarmee u wilt spreken. De opties zijn vergelijkbaar met de opties die beschikbaar zijn voor de zwarte lijst. Raadpleeg "Zwarte lijst" op pagina 34.
Bellen bericht verstuurt. Deze service moet echter wel worden ondersteund door uw netwerk. Selecteer Menu > Instellingen > Gespreksinstellingen > Zend-ID > OK. Gespreksgegevens opvragen 1. Selecteer Status > OK om te controleren of de optie ingeschakeld is of niet. 36 Selecteer Menu > Gesprekken > Gespreksmeters > OK. De volgende opties zijn beschikbaar: Laatste gesprek: hiermee wordt de tijd weergegeven waarop het laatste gesprek is gevoerd.
Toon kosten Tip: Hiermee worden de totale kosten van alle uitgaande en inkomende gesprekken sinds de laatste reset weergegeven. Reset kostenteller Hiermee wordt de teller op nul gezet (beschermd door PIN2-code). Toon balans Hiermee wordt de beschikbare balans weergegeven. Toon limiet Hiermee wordt het beschikbare maximum weergegeven. Limiet annuleren Hiermee wordt het beschikbare maximum voor kosten geannuleerd (beschermd door PIN2code).
Push-to-Talk Push-to-Talk Met de Sonim Xperience™ One (XP1) krijgt u de beschikking over PoC-technologie (Push-to-Talk over Cellular). U kunt nu van uw mobiele telefoon een walkietalkie maken en communiceren met één of meerder personen met één druk op een toets. De communicatie begint praktisch onmiddellijk. PTT-instellingen De instellingen voor PTT maken het mogelijk om effectiever gebruik te maken van deze service.
Audio-instellingen 1. Afwijzingslijst 1. Selecteer Menu > PTT > Instellingen > Audio > OK. Speaker aan: gebruik de toets Menu als een schakelaar om het selectievakje Speaker aan in of uit te schakelen. Speakervolume: om het speakervolume te verhogen, drukt u op de navigatietoets naar rechts en om het volume te verlagen, drukt u op de navigatietoets naar links. Verbindingsinstellingen 1.
Push-to-Talk Contacten blokkeren 2. Als u wilt voorkomen dat contacten u bellen, gebruikt u de optie Zet DnD aan. Iedereen die probeert contact met u op te nemen, krijgt het bericht Gebruiker bezig. 3. 1. 2. Selecteer op het scherm Contacten Optie > Zet DnD aan > OK. NB: het pictogram op de titelbalk wijzigt van groen in rood om aan te geven dat de optie Zet DnD aan is geactiveerd. Als u de optie weer uit wilt schakelen, selecteert u Menu > PTT > Contactlijst > OK > Optie > Zet DnD uit > OK.
Selecteer op het scherm Groepen Optie > Zet DnD aan > OK. NB: het pictogram op de titelbalk wijzigt van groen in rood om aan te geven dat de optie Zet DnD aan is geactiveerd. Bewerk de contactgegevens, zoals de naam, het nummer en de antwoordinstellingen. Selecteer Wissen om de bestaande gegevens te verwijderen. Een contact verwijderen 1. 2. Gebruik op het scherm Contacten de toets Menu als een schakelaar om het selectievakje bij een contactnaam in of uit te schakelen.
Push-to-Talk 2. naar de desbetreffende groep en selecteert u Optie > Hernoem groep > OK. Wijzig de naam van de groep en selecteer Opslaan > OK. De gewijzigde naam wordt nu ook weergegeven in de lijst Groepen. Tip: Gebruik deze optie om de ID van een groep op te vragen. Toevoegen via nummer > OK. Voer de naam en het nummer van het contact in en selecteer Opslaan. Het nieuwe lid wordt toegevoegd aan de groep. Leden verwijderen uit een groep 3.
1. 3. Als u chatters die met u praten, wilt blokkeren, gebruikt u de optie Zet DnD aan (Do not Disturb). Bellers die nu proberen contact met u te maken, krijgen het bericht Gebruiker bezig. Gegevens van een chatgroep bewerken/opvragen Opmerking: Zet DnD aan is een globale instelling. Wanneer u later dus een PTT-gesprek wilt voeren, moet u eerst de optie Zet DnD uit selecteren. Met deze optie kunt u leden in een chatgroep opvragen, toevoegen, bewerken en verwijderen.
Push-to-Talk > Verwijder leden > OK. Gebruik de toets Menu als een schakelaar om het selectievakje voor leden van de chatgroep in of uit te schakelen. Selecteer Opslaan > Ja > OK. Een chatgroep verwijderen 1. 2. Als u een chatgroep wilt verwijderen, gaat u op het scherm Chatgroepen naar de groep die u wilt verwijderen en selecteert u Optie > Verwijder groep > OK. Selecteer Ja om de verwijdering te bevestigen. Selecteer OK om terug te keren naar de lijst Chatgroepen.
Voor groepsgesprekken zijn de volgende extra opties beschikbaar: Importeer groep: deze optie kunt u gebruiken wanneer u een ad-hocgroep hebt gemaakt en de groep-ID is opgeslagen in de lijst Uitgaande gesprekken. Om de groep te importeren, bladert u in de lijst Uitgaande gesprekken naar de ad-hocgroep en selecteert u OK > Optie > Importeer groep. Selecteer Opslaan om de groepsgegevens ongewijzigd te laten of bewerk de gegevens eerst en sla ze dan op.
Push-to-Talk Een lijst verwijderen Gesprekken starten vanuit de lijst met PTT-contacten Een lijst (Uitgaande, Beantwoorde of Gemiste gesprekken) verwijderen 1. Selecteer Menu > PTT > Gesprekslog > Verwijderen > OK (kies de lijst) > OK. Selecteer OK om de verwijdering te bevestigen. Selecteer Afsluiten om terug te keren naar het vorige scherm. Een contact of groep afzonderlijk verwijderen 1.
Wanneer u het gesprek beëindigt, wordt bovenaan het scherm Einde PTT-sessie weergegeven. Gesprekken starten vanuit het hoofdmenu Gesprekken starten vanuit de lijst met groepen 1. Selecteer Menu > Gesprekken > Uitgaande gesprekken > OK.. 2. Selecteer het contact dat u wilt bellen en selecteer OK > Optie > Zend PTT-uitnodiging > OK of druk op PTT en houd de toets ingedrukt om het gesprek te starten. Doorgaan met het gesprek Een groep heeft een bepaald aantal leden.
Push-to-Talk 6. 7. 8. 9. Gedurende de sessie wordt de status van alle leden in de groep weergegeven op het scherm. Als u meer leden wilt toevoegen aan de groep, selecteert u Toevoegen en gebruikt u de toets Menu om meer leden te selecteren. Vervolgens selecteert u OK. Bovenaan het scherm wordt het bericht Voeg gebruiker toe aan sessie weergegeven.
5. 6. 49 Push-to-Talk 4. toets ingedrukt houden. Laat de toets PTT los wanneer u klaar bent met spreken. Als er twee partijen in een sessie zijn, maar geen van beiden aan het spreken is, wordt bovenaan het scherm het bericht Druk om te praten, Inactief weergegeven. Als de andere persoon het gesprek beëindigt, wordt het bericht Geen actieve gebruiker(s) in de sessie weergegeven. Als u het gesprek beëindigt, wordt Einde PTT-sessie weergegeven.
Berichten Berichten berichten die u verzendt. Gebruik de toets Menu om de optie te selecteren en selecteer vervolgens OK. Antwoordpad: als deze optie ingeschakeld is, worden de berichten die naar uw postbus worden verstuurd, verzonden via uw servicecentrum en niet via het servicecentrum van de afzender. Gebruik de toets Menu om de optie te selecteren en selecteer vervolgens OK. Handtekening: met deze optie kunt u een handtekening instellen die wordt toegevoegd aan het eind van de berichten die u verzendt.
tekens weer te geven. Aan elk speciaal teken is een numerieke toets toegewezen. Druk op de toegewezen numerieke toets om het speciale teken in te voeren. Druk bijvoorbeeld terwijl de eerste serie wordt weergegeven, op 1 om een punt weer te geven en druk, terwijl de tweede serie wordt weergegeven, op 1 om een haakje openen ‘(‘ weer te geven. Wanneer u tekst invoert, wordt de invoermodus rechts bovenaan op het scherm weergegeven.
Berichten 5. 6. wanneer u de predictieve methode voor tekstinvoer gebruikt. Ga verder met het volgende woord. Als u speciale tekens wilt invoeren, drukt u op de toets * om die tekens weer te geven. Voor meer informatie gaat u naar stap 6 van "Conventionele tekstinvoer" op pagina 51. Zenden & opslaan: hiermee wordt het bericht verzonden en wordt een kopie van het bericht opgeslagen. Opslaan: hiermee wordt het bericht opgeslagen in het geheugen.
4. Uw berichten beheren Postvak IN In het postvak IN worden alle inkomende berichten opgeslagen en weergegeven. 1. 2. 3. 4. Om toegang te krijgen tot het postvak IN, selecteert u Menu > Berichten > SMS > Postvak IN > OK. Er wordt een lijst met berichten weergegeven. Als u alleen maar een bericht wilt verwijderen of de hele lijst wilt verwijderen zonder een bericht te lezen, selecteert u Optie > Verwijderen of Verwijder alles.
Berichten Gezonden berichten SMS-geheugen opvragen Berichten die zijn verstuurd, worden opgeslagen in de map Gezonden berichten. 1. 1. 2. 3. Om toegang te krijgen tot Gezonden berichten, selecteert u Menu > Bericchten > SMS > Gezonden berichten > OK. Selecteer Optie om het bericht weer te geven. Selecteer Optie > Nu zenden… om het bericht opnieuw te verzenden. U kunt een verzonden bericht ook doorsturen en verwijderen.
U kunt een nieuw onderwerp of kanaalnummer, dat wil zeggen een nieuw type broadcastberichten, toevoegen aan de lijst Onderwerpen. Een onderwerpcode bestaat uit drie cijfers. 1. 2. 3. 4. Om een onderwerp toe te voegen, selecteert u Menu > Berichten > SMS > Broadcast-SMS > Onderwerpen > OK > Toevoegen > OK. Voer de code (maximaal drie tekens) in die u is meegedeeld door de serviceprovider en selecteer Toevoegen.
Tools Tools Capaciteit: hiermee wordt de geheugenstatus weergegeven met informatie over het gebruikte geheugen en het beschikbare geheugen. Er kunnen maximaal 30 items worden opgeslagen. Wekelijks: hiermee wordt de status voor de huidge week weergegeven. Tools worden gebruikt om uw dagelijkse taken op een systematische manier te organiseren en te beheren.
Stel het waarschuwingssignaal in, bijvoorbeeld Op tijd. Stel desgewenst de herhaalmethode of frequentie van de taak in (bijvoorbeeld Elke dag). Wekker Selecteer Menu > Tools > Wekker > OK. U kunt op deze telefoon drie alarmsignalen instellen. 1. Opmerking: Als u Geen herinnering selecteert voor de waarschuwing, wordt u niet gewaarschuwd. Het item blijft in het geheugen staan, totdat het wordt verwijderd. 3. Items bewerken 1. 2. 3. Selecteer Menu > Tools > Organiseren.
Tools 4. 5. Nadat u cijfers en operatoren hebt ingevoerd, drukt u op de toets Menu om het resultaat weer te geven. Selecteer Optie om meer opties op te vragen. Opties Uitleg CE - Wissen Hiermee kunt u invoer wissen en een getal opnieuw invoeren. Hiermee kunt u een getal verwijderen uit het geheugen. Hiermee kunt u een getal dat in het geheugen is opgeslagen, lezen. Hiermee kunt u het ingevoerde getal opslaan in het geheugen.
Universele tijd 1. 2. Met deze functie kunt u de tijd in een aantal wereldsteden in verschillende tijdzones opvragen en een bepaalde tijdzone selecteren voor uw telefoon. U kunt ook het gebruik van zomertijd instellen. 3. 4. 5. 6. Selecteer Menu > Tools > Stopwatch > OK. Om de timer te starten, selecteert u op het scherm Stopwatch Start. De teller begint te lopen. Als u de teller wilt stoppen, selecteert u Pauze. Om door te gaan, selecteert u Go. Als u de teller op nul wilt zetten, selecteert u Wissen.
WAP WAP Monternet: dit is de term die wordt gebruikt voor een mobiele internetservice. U kunt de WAP-parameters gebruiken die al zijn gedefinieerd op uw telefoon of contact opnemen met uw serviceprovider voor informatie over de parameters die u moet instellen. Bladwijzers: dit menu kunt u gebruiken om bladwijzers toe te voegen en te beheren en direct naar de bijbehorende webadressen te gaan. U kunt via dit menu ook bladwijzers bewerken en verwijderen.
Browseropties: met de optie Toon afbeeldingen in dit menu kunt u opgeven of u afbeeldingen op webpagina's wilt weergeven. Als u de optie Vernieuwen inschakelen in dit menu selecteert, worden webpagina's vernieuwd. Hernoem profiel: hiermee kunt u een andere naam opgeven voor een geselecteerd profiel. De naam mag niet langer dan 40 tekens zijn. Cache: dit is een opslagmechanisme dat in de telefoon beschikbaar is. U kunt kiezen of u de cachemodus wilt inschakelen of het cachegeheugen leeg wilt maken.
De telefoon personaliseren De telefoon personaliseren gesprekssignaal, PTT-signaal, alarmsignaal, signaal van de functie Organiseren en SMS-signaal. U kunt de beltonen, signalen en alarmsignalen van uw telefoon aanpassen voor verschillende omstandigheden. U kunt het volume instellen voor elke toon, bijvoorbeeld Volume beltoon voor GSM-gesprekken, Volume PTT-beltoon, Volume alarm. 1. Selecteer Menu > Snelle instellingen.
Thema's U kunt kiezen uit verschillende thema's die beschikbaar zijn op uw telefoon. Voor meer informatie raadpleegt u "Telefooninstellingen" op pagina 24. Uw bestanden beheren U kunt het menu Mijn bestanden gebruiken voor het beheer van alle foto's en audioclips in uw telefoon. U kunt verschillende bewerkingen uitvoeren op de verschillende bestandstypen, zoals Voorbeeld, Verwijderen en Details. 1. 2. 3. 4. Om uw bestanden op te vragen, selecteert u Menu > Mijn bestanden.
A aanwezigheid 17 ad hoc uitnodiging 19 afwijzingslijst 31 alfanumeriek 7 audio afspelen 58 eigen melodieën 58 recorder 58 B batterij batterijsignaal 5 opladen 4 plaatsen 4 beantwoorde gesprekken 45 berichten antwoorden 53 conventionele tekst 51 doorsturen 53 gezonden 54 instellingen 50 invoermodus voor tekst 51 ongezonden 53 opslaan als door gebruiker gedefinieerd: 52 postvak IN 53 predictieve tekst 51 schrijven 52 verwijderen 53 via telefoonboek 52 zenden & opslaan 52 berichtinstellingen antwoordpad 50
ingedrukt houden 2 instellingen beltoon 23 beveiliging 9 datum en tijd 9 gespreksfilter 34 netwerk 25 stille modus 9, 62 telefoon 24 K kanalenlijsten 55 M menu gesprekken 30, 44, 47 hoofd 22 opties 2 toets 11 mijn bestanden 63 N navigatiepijlen 23 netwerk account 25 GPRS 25 opnieuw registreren 25 voorkeur 25 O OMA 1 ontvangen, SMS-broadcasts 54 openlucht, modus 62 organiseren bewerken 57 capaciteit 56 controle 56 memo 56 nieuw 56 nieuwe gebeurtenis invoeren 56 vergadering 56 verwijderen 56, 57 voorbije
Index verberg mijn ID 15, 39 verbinding 15 zet DnD aan 16 S selecteren 1 serviceprovider 1 SIM-kaart bewerkingen 6 plaatsen 5 verwijderen 6 SMS geheugen 54 voorgedefinieerd 54 zenden 31 SMS-broadcasts 54 SMS-broadcasts ontvangen 54 snelle instellingen 62 T telefoonboek bewerken 28 eigen info 29 geheugen 29 kiezen 30 kopiëren 28 toevoegen 27 verplaatsen 28 verwijderen 28 zenden 27 telefoongesprekken doorverbinden 32 gebeld worden 32 gesprek blokkeren 33 gesprek in wacht 33 gespreksfilter 34 gespreksgegev
Index browseropties 61 cache 61 cookies 61 hervatten 60 homepage 60 instellingen 60 Monternet 60 postvak IN pushen 61 profiel 60, 61 verbinding 60 X XP1 auto aan/uit 24 automatische toetsvergrendeling 9 snelkoppelingen 24 speakerinstelling 15 stand-bystand 8 telefoon 1, 22 toetsenblok 6 werking 10 67