Operation Manual

6
2. Ingebruikname
2.1 Standby/inschakelen/uitschakelen
Wanneer het apparaat is aangesloten op de voeding, bevindt het zich in de standby-stand. De
tijd is zichtbaar op het display. Om het apparaat in te schakelen, druk op de toets STANDBY.
Druk opnieuw op STANDBY, om het apparaat weer uit te schakelen.
2.2 Koptelefoon aansluiten
U kunt een koptelefoon op het apparaat aansluiten. Sluit daarvoor de koptelefoon aan op de
aansluiting aan de achterzijde van het apparaat.
2.3 Extern audiotoestel aansluiten
U kunt een extern audiotoestel, b.v. een MP3-speler, iPod
®
, notebook of dergelijke op het
apparaat aansluiten. Gebruik daartoe een geschikte kabel met jackplug en sluit het externe
apparaat aan op de AUX-IN-aansluiting aan de achterzijde van de cubo. Druk op de MODE-
toets om de AUX-stand te selecteren (op het display verschijnt AUX).
2.4 Antenne aansluiten
Sluit de meegeleverde antenne aan op de antenneaansluiting (ANTENNA). Wanneer de ra-
dio-ontvangst niet naar wens is, probeer dan door een andere stand van de antenne de ont-
vangstkwaliteit te verbeteren. Wanneer u beschikt over kabel, kunt u deze aansluiten op de
FM-antenneaansluiting van het apparaat. Gebruik daarvoor een in de vakhandel verkrijgbare
antenneaansluitkabel.
2.5 Klank instellen (lage/hoge tonen)
Druk op 1. MENU.
Druk op 2. SKIP tot op het display SET TONE verschijnt.
Druk opnieuw op 3. MENU en stel de weergave van de lage tonen (Bass) in met de volume-
toetsen.
Druk opnieuw op 4. SKIP om de hoge tonen (Treble) in te stellen.
Bevestig uw keuzen met 5. MENU.
2.6 Afstandsbediening koppelen
Plaats een lithiumbatterij (knoopcel CR2032) met de pluskant naar boven in de afstands-1.
bediening en schuif het klepje dicht.
Druk op de toets 2. STANDBY aan het apparaat om deze uit te schakelen.
Druk op de toetsen 3. REVERSE (SKIP) en VOLUME+ op het apparaat en houd deze zolang
ingedrukt tot op het display “Remote” wordt weergegeven.
Druk vervolgens op de toetsen 4. MODE en TUN+ op de afstandsbediening en houd deze
ingedrukt om de afstandsbediening te koppelen. Na een succesvolle koppeling verschijnt
in het display “Pairing”