Operation Manual

This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
Bellen 25
Bellen
Dit hoofdstuk biedt informatie over de belfuncties die
de telefoon ondersteunt.
Bellen
U kunt pas bellen en gebeld worden wanneer
u de telefoon hebt aangezet en u zich binnen bereik
van een netwerk bevindt.
Bellen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
2. Druk op
YES.
Een gesprek beëindigen
Druk op
NO om het gesprek te beëindigen.
Het volume van de oortelefoon aanpassen
U kunt het luistervolume tijdens een gesprek aanpassen
door op de volumeknoppen aan de zijkant van de telefoon
te drukken.
Druk op de bovenste toets om het volume te verhogen.
Druk op de onderste toets om het volume te verlagen.
De microfoon uitzetten
U kunt de microfoon tijdens een gesprek uitzetten.
Druk op en houd deze toets ingedrukt
om de microfoon uit te zetten.
Druk opnieuw op en houd deze toets ingedrukt
om het gesprek te hervatten.
Een eerder gebeld nummer opnieuw kiezen
In de Gesprekkenlijst vindt u de nummers van gesprekken
die u hebt gevoerd, aangenomen of gemist.
Een eerder gebeld nummer opnieuw kiezen
1. Druk vanuit de standby-modus op
YES om de
Gesprekkenlijst te openen.
2. Druk op of om de lijst te doorlopen.
3. Wanneer het nummer dat u wilt bellen is geselecteerd,
drukt u op
YES om het gesprek tot stand te brengen. Zie
‘Gesprekkenlijst’ op pagina 28 voor meer informatie.
Automatische nummerherhaling
Als een verbinding mislukt en op de display Opnieuw
bellen? wordt weergegeven, kunt u het nummer opnieuw
kiezen door op de toets
YES te drukken. De telefoon
herhaalt het nummer automatisch (maximaal 10 keer):
tot het gesprek wordt beantwoord;
totdat u op een toets drukt of wordt gebeld.