User manual

Table Of Contents
14
NL
CMT-SBT20B
4-582-332-22(1)
Opmerking over het weergeven van discs
waarop meerdere sessies zijn opgenomen
Het systeem kan continue sessies op een
disc weergeven wanneer ze zijn opgenomen
in hetzelfde sessieformaat als de eerste
sessie. Wanneer een sessie opgenomen in
een andere sessieformaat wordt gevonden,
kunnen die sessie en alle daaropvolgende
sessies niet worden weergegeven. Merk op
dat zelfs wanneer de sessies in hetzelfde
formaat zijn opgenomen, sommige sessies
mogelijk niet worden weergegeven.
Uw eigen programma
samenstellen
(geprogrammeerde
weergave)
Geeft de/het geprogrammeerde track of
bestand weer.
1
Druk op
om het weergeven
te stoppen.
2
Druk herhaaldelijk op PLAY MODE
om "PROGRAM" te selecteren.
3
Druk tijdens het weergeven van
een MP3/WMA-disc op
+/–
om de map te selecteren die de
track of bestanden bevat die u
wilt programmeren.
4
Druk op /
om een
gewenst(e) track of bestand te
selecteren, en druk daarna op
.
Gekozen track- of
bestandsnummer
De totale weergaveduur
van de geselecteerde
track (alleen CD-DA-disc)
Voor een MP3/WMA-bestand wordt
eerst de naam of titel van het
geselecteerde bestand afgebeeld op
het display
, en de totale
weergaveduur wordt niet afgebeeld.
5
Herhaal stap 4 (voor CD-DA-
tracks) of stap 3 en 4 (voor MP3/
WMA-tracks) om meer tracks te
programmeren.
U kunt tot een totaal van 64 tracks of
bestanden programmeren.
6
Druk op
.
Uw programma van tracks of bestanden
begint met weergeven.
De geprogrammeerde weergave
annuleren
Druk herhaaldelijk op PLAY MODE
om
"OFF" te selecteren.
Een geprogrammeerd(e) track of
bestand wissen.
Druk op CLEAR
terwijl de weergave in de
stopstand staat. Bij iedere druk op de toets
wordt de track of het bestand gewist die/dat
het laatst is geprogrammeerd.
Nadat alle geprogrammeerde tracks of
bestanden zijn gewist, wordt "NO STEP"
afgebeeld.
Tip
Om hetzelfde programma nogmaals weer te
geven, drukt u op
.
Opmerking
Maximaal 64 tracks of bestanden kunnen worden
geprogrammeerd. Als u probeert meer dan 64
tracks of bestanden te programmeren, wordt
"FULL" afgebeeld.
Als u na het programmeren een van de
volgende bedieningen uitvoert, worden alle
geprogrammeerde tracks en bestanden gewist.
De functie veranderen.
Het systeem uitschakelen.
Het netsnoer loskoppelen.
De disclade openen.