Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Aan de slag
- De basisaspecten onder de knie krijgen
- Applicaties downloaden
- Internet en netwerken
- Gegevens synchroniseren op uw apparaat
- Basisinstellingen
- Tekst typen
- Bellen
- Contacten
- Berichten en chat
- Muziek
- FM-radio
- Camera
- Foto's en video's in Album
- Video's
- Connectiviteit
- Slimme apps en functies die tijd sparen
- Reizen en kaarten
- Agenda en wekker
- Ondersteuning en onderhoud
- Ondersteuning in uw apparaat
- Computerhulpmiddelen
- Uw apparaat bijwerken
- Een verloren apparaat terugvinden
- IMEI-nummer
- Batterij- en stroombeheer
- Geheugen en opslag
- Bestanden beheren met een computer
- Back-ups maken en content herstellen
- Opnieuw starten en resetten
- Uw apparaat recyclen
- Beperkingen aan services en functies
- Juridische gegevens

De zichtbaarheidsduur van uw apparaat voor andere Bluetooth®-apparaten
aanpassen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
3
Druk op en selecteer Time-out voor zichtbaarheid.
4
Selecteer een optie.
Uw apparaat een naam geven
U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt aan andere apparaten getoond,
als u de Bluetooth
®
-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat hebt ingesteld op
zichtbaar.
Uw apparaat een naam geven
1
Zorg dat de Bluetooth
®
-functie is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op
.
3
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
4
Tik op
en selecteer Naam van telefoon wijzigen.
5
Voer een naam in voor uw apparaat.
6
Tik op Naam wijzigen.
Koppelen met een ander Bluetooth
®
-apparaat
Als u uw apparaat met een ander apparaat koppelt, kunt u het apparaat bijvoorbeeld
verbinden met een Bluetooth
®
-headset of een Bluetooth
®
-carkit, en deze apparaten
gebruiken om te bellen en gebeld te worden.
Nadat u uw apparaat hebt gekoppeld met een ander Bluetooth
®
-apparaat, onthoudt uw
apparaat deze koppeling. Als u uw apparaat koppelt met een Bluetooth
®
-apparaat, moet
u mogelijk een toegangscode invoeren. Uw apparaat probeert automatisch de generieke
code 0000. Als dat niet werkt, moet u de handleiding van uw Bluetooth
®
-apparaat
raadplegen voor het wachtwoord. U hoeft de toegangscode de volgende keer dat u
verbinding maakt met een gekoppeld Bluetooth
®
-apparaat, niet meer in te voeren.
Bepaalde Bluetooth
®
-apparaten, zoals de meeste Bluetooth
®
-headsets, moeten aan een
apparaat worden gekoppeld en hiermee worden verbonden voordat u ze kunt gebruiken.
U kunt uw apparaat met meerdere Bluetooth
®
-apparaten koppelen. U kunt echter met slechts
één Bluetooth
®
-profiel tegelijk verbinding maken.
Uw apparaat met een ander Bluetooth
®
-apparaat koppelen
1
Controleer of Bluetooth
®
is geactiveerd op het apparaat dat u met uw apparaat
wilt koppelen en of het zichtbaar is voor andere Bluetooth
®
-apparaten.
2
Tik in het Startscherm van uw eigen apparaat op
.
3
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.Alle beschikbare Bluetooth
®
-apparaten
verschijnen in de lijst.
4
Tik op het Bluetooth
®
-apparaat waarmee u wilt koppelen.
5
Voer indien nodig een toegangscode in of bevestig dezelfde toegangscode op
beide apparaten. Uw apparaat en het andere apparaat zijn nu gekoppeld.
Uw apparaat verbinden met een ander Bluetooth
®
-apparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Bluetooth.
3
Tik op het Bluetooth
®
-apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
105
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.