Operation Manual

Table Of Contents
54
NL
bestanden, kunt u de [STAND (MP3, JPEG)]
instelling niet wijzigen.
• De PICTURE NAVI toets werkt niet wanneer
[GELUID (MP3)] is geselecteerd.
• Als u tegelijkertijd een groot MP3-bestand en een
grote JPEG-afbeelding weergeeft, kan het geluid
verspringen. U kunt het beste de MP3-bitsnelheid
instellen op 128 kbps of lager wanneer u het bestand
maakt. Als het geluid blijft verspringen, moet u het
formaat van de JPEG-afbeelding verkleinen.
De duur van de diavoorstelling
opgeven
(alleen JPEG)
Bij het afspelen van JPEG-beeldbestanden met
diavoorstelling, kunt u bepalen hoe lang elke dia
op het scherm wordt weergegeven.
1 Druk tweemaal op DISPLAY.
Het bedieningsmenu voor JPEG verschijnt.
2 Druk op X/x om [INTERVAL] te
selecteren en druk op ENTER.
De opties voor [INTERVAL] verschijnen.
3 Druk op X/x om de instelling te kiezen.
De standaardinstelling is onderstreept.
[NORMAAL]
: voor een tijdsduur tussen
6 en 9 seconden. (Beelden van minimaal
vier pixels verlengen de tijdsduur.)
[SNEL]: voor een tijdsduur die korter is
dan [NORMAAL].
[LANGZAAM 1]: voor een tijdsduur die
langer is dan [NORMAAL].
[LANGZAAM 2]: voor een tijdsduur die
langer is dan [LANGZAAM 1].
4 Druk op ENTER.
De geselecteerde instelling wordt
geactiveerd.
• De weergave van sommige JPEG-bestanden laat wat
langer op zich wachten zodat de duur langer lijkt dan
de gekozen instelling. Dit geldt met name voor
progressieve JPEG-bestanden of JPEG-bestanden
van 3.000.000 pixels of meer.
Een effect voor
beeldbestanden in de
diavoorstelling kiezen
(alleen JPEG)
Voor de weergave van een JPEG-beeldbestand
kunt u een bepaald effect kiezen.
1 Druk tweemaal op DISPLAY.
Het bedieningsmenu voor JPEG verschijnt.
2 Druk op X/x om [EFFECT] te
selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
De opties voor [EFFECT] worden
weergegeven.
3 Druk op X/x om de instelling te kiezen.
De standaardinstelling is onderstreept.
[MODUS 1]
: het beeld wordt van boven
naar beneden verplaatst.
[MODUS 2]: het beeld wordt in de
breedte uitgerekt.
[MODUS 3]: het beeld wordt vanuit het
midden van het scherm uitgerekt.
[MODUS 4]: de beelden worden
willekeurig met alle effecten
weergegeven.
[MODUS 5]: het volgende beeld wordt
over het vorige beeld geschoven.
[UIT]: hiermee wordt de functie
uitgeschakeld.
4 Druk op ENTER.
De geselecteerde instelling wordt
geactiveerd.
Opmerking
10 / 29 / 2 004
1(
NORMAAL
DATA CD
JPEG
NORMAAL
SNEL
LANGZAAM 1
LANGZAAM 2
4)
3 (
12)
1 0 / 2 3 / 2 0 0 4
1(
MODUS 1
DATA CD
JPEG
MODUS 1
MODUS 2
MODUS 3
MODUS 4
MODUS 5
UIT
4)
3 (
12)