Operation Manual

113
Bearbeiten von Aufnahmen Videomontage
Überspielen einzelner Szenen
– Digitaler, programmgesteuerter
Schnitt (auf Band)
Wenn sich der Videorecorder nicht korrekt
steuern lässt
•Überprüfen Sie den Code anhand der Tabelle
unter „Der IR SETUP-Code“ (S. 112) und stellen
Sie IR SETUP bzw. PAUSEMODE erneut ein.
•Stellen Sie den Camcorder mindestens 30 cm
vom Videorecorder entfernt auf.
•Informationen dazu finden Sie auch in der
Bedienungsanleitung zum Videorecorder.
Schritt 3: Synchronisieren von
Camcorder und Videorecorder
Sie können den Camcorder und den
Videorecorder synchronisieren.
Halten Sie Stift und Papier für Notizen bereit.
Lassen Sie zunächst die Kassette im Camcorder
auswerfen, sofern eine eingelegt ist.
Der Schalter POWER muss auf *
1)
/
*
2)
stehen.
Drücken Sie die entsprechenden Tasten auf dem
Berührungsbildschirm.
(1) Legen Sie eine bespielbare Kassette in den
Videorecorder ein und schalten Sie den
Videorecorder in die Aufnahmepause.
Wenn Sie i.LINK unter CONTROL
auswählen, brauchen Sie den Videorecorder
nicht in die Aufnahmepause zu schalten.
(2) Wählen Sie ADJ TEST und drücken Sie
EXEC.
(3) Wählen Sie EXECUTE und drücken Sie
EXEC.
Es werden je 5 Anfangs- (IN) und
Endpunkte (OUT) für ein Bild
aufgezeichnet, um die numerischen Werte
zum Synchronisieren der Geräte zu
berechnen.
Die Anzeige EXECUTING blinkt auf dem
Bildschirm. Nach Beendigung des Vorgangs
wechselt die Anzeige zu COMPLETE.
(4) Spulen Sie das Band im Videorecorder
zurück und starten Sie die Wiedergabe in
Zeitlupe.
5 IN-Werte und entsprechende OUT-Werte
werden angezeigt.
Notieren Sie den numerischen Wert aller
Anfangs- (IN) und Endpunkte (OUT).
*
1)
nur DCR-PC103E
*
2)
nur DCR-PC104E/PC105E
Alleen gewenste scènes kopiëren
– Digitale programmamontage
(op cassette)
Als de videorecorder niet naar behoren werkt
•Nadat u de code hebt gecontroleerd in
"Betreffende de IR SETUP code" (p. 112), stelt u
IR SETUP of PAUSEMODE weer in.
•Plaats uw camcorder minstens 30 cm van de
videorecorder af.
•Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
videorecorder voor meer informatie.
Stap 3: De synchronisatie van
de videorecorder aanpassen
U kunt de synchronisatie van de camcorder en de
videorecorder aanpassen.
Houd pen en papier bij de hand voor notities.
Voordat u dit gaat doen, moet de cassette uit de
camcorder zijn verwijderd.
De POWER schakelaar moet op *
1)
/
*
2)
staan.
Maak gebruik van het aanraakscherm.
(1) Plaats een voor opnemen geschikte cassette
in de videorecorder en zet de videorecorder
in de opnamepauzestand.
Als u i.LINK onder CONTROL selecteert,
hoeft u de videorecorder niet in de
opnamepauzestand te zetten.
(2) Kies ADJ TEST en druk vervolgens op
EXEC.
(3) Kies EXECUTE en druk vervolgens op
EXEC.
IN en OUT worden 5 maal op het beeld
opgenomen om de waarden te berekenen
voor het bijregelen van de synchronisatie.
De EXECUTING aanduiding knippert op
het scherm. Wanneer dit is voltooid,
verandert de aanduiding in COMPLETE.
(4) Spoel de band in de videorecorder terug en
start de vertraagde weergave.
5 IN-nummers en bijbehorende OUT-
nummers verschijnen.
Noteer de beginwaarde van elke IN en de
eindwaarde van elke OUT.
*
1)
Alleen DCR-PC103E
*
2)
Alleen DCR-PC104E/PC105E