Operation Manual

125
Bearbeiten von Aufnahmen Videomontage
Sie können zusätzlich zum Originalton auf einem
Band Ton aufzeichnen, wenn Sie ein Audiogerät
oder ein Mikrofon anschließen. Wenn Sie ein
Audiogerät anschließen, können Sie für die
Tonaufnahmen auf ein bereits im 12-Bit-Modus
bespieltes Band den Anfangs- und den Endpunkt
festlegen. Der Originalton wird dabei nicht
gelöscht.
In folgenden Fällen ist keine Nachvertonung
möglich:
– Bei einem im 16-Bit-Modus aufgezeichneten
Band
– Bei einem im LP-Modus aufgezeichneten Band
– Wenn ein i.LINK-Kabel angeschlossen ist
– Bei unbespielten Bandteilen
– Wenn die Überspielschutzlasche an der
Kassette auf SAVE eingestellt ist
Vorbereitungen für die
Nachvertonung
Sie haben folgende Möglichkeiten, zusätzlichen
Ton aufzuzeichnen:
– Nachvertonung über das eingebaute Mikrofon
– Anschließen eines Mikrofons (gesondert
erhältlich) an die Buchse MIC
– Anschließen eines Mikrofons (gesondert
erhältlich) an den intelligenten Zubehörschuh
– Anschließen des A/V-Verbindungskabels an
die Buchse AUDIO/VIDEO (nur DCR-PC104E/
PC105E)
Bei einer Nachvertonung gilt für die Quellen,
über die der Ton eingespeist werden kann,
folgende Priorität:
– Buchse MIC
– Intelligenter Zubehörschuh
– Buchse AUDIO/VIDEO (nur DCR-PC104E/
PC105E)
– Eingebautes Mikrofon
Nachvertonung über das eingebaute
Mikrofon
In diesem Fall sind keine Verbindungen
erforderlich. Wenn kein externes Mikrofon
angeschlossen ist, erfolgt die Tonaufnahme
automatisch über das eingebaute Mikrofon.
Nachvertonung
Door aansluiten van een commentaarmicrofoon
of stereo geluidsbron kunt u een extra
geluidsspoor toevoegen aan het oorspronkelijke
geluid van uw video-opnamen. Met
stereoapparatuur kunt u bijvoorbeeld
achtergrondmuziek aan uw opname in 12-bit
mode toevoegen, eenvoudig door het beginpunt
en eindpunt daarvoor te bepalen. Het
oorspronkelijke geluid blijft gewoon bestaan.
Geluid kopiëren kan niet:
– op een cassette opgenomen in 16-bit stand
– op een cassette opgenomen in LP stand
– wanneer een i.LINK-kabel is aangesloten
– op een blanco gedeelte van een cassette
– Wanneer het wispreventienokje van een
cassette op SAVE staat
Voorbereidingen voor het
kopiëren van geluid
U kunt extra geluid kopiëren op de volgende
manieren:
– Kopiëren met de ingebouwde microfoon
– Los verkrijgbare microfoon aansluiten MIC
– Los verkrijgbare microfoon bevestigen op de
intelligente accessoireschoen
– De A/V-kabel aansluiten op AUDIO/VIDEO
(alleen DCR-PC104E/PC105E)
Bij het opnemen van een nieuw geluidsspoor
geldt de volgende rangorde:
– MIC aansluiting
– Intelligente accessoireschoen
– AUDIO/VIDEO aansluiting (alleen DCR-
PC104E/PC105E)
– Ingebouwde microfoon
Kopiëren met de ingebouwde
microfoon
Er hoeft niets te worden aangesloten. (Wanneer
er geen externe microfoon is aangesloten, wordt
het geluid automatisch gekopieerd door de
ingebouwde microfoon.)
Geluid kopiëren