Operation Manual

77
Aanvullende informatie
NL
Het toegangslampje blijft branden of
knipperen nadat de opname is gestopt.
De scène die u zojuist hebt opgenomen, wordt
vastgelegd op de geheugenkaart.
Het beeldveld ziet er anders uit.
Het beeldveld kan er anders uitzien afhankelijk
van de toestand van de camcorder. Dit duidt
niet op een storing.
De werkelijke opnameduur voor films is
minder dan de verwachte opnameduur
van het opnamemedium.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan de beschikbare opnameduur korter zijn,
bijvoorbeeld bij het opnemen van een snel
b
ewegend onderwerp e.d. (p. 84).
De camcorder stopt met werken.
De temperatuur van de camcorder is zeer
hoog. Schakel de camcorder uit en laat deze
afkoelen op een koele plek.
De temperatuur van de camcorder is zeer
laag. Schakel uw camcorder uit en breng deze
naar een warme plek. Laat uw camcorder
opwarmen en schakel deze vervolgens in.
Als u de camcorder blijft blootstellen aan
trillingen, kan de opname stoppen.
Er is een tijdverschil tussen het moment
waarop u op START/STOP drukt en het
moment dat de opgenomen film start/
stopt.
Op uw camcorder kan er een klein tijdverschil
zijn tussen het moment waarop u op
START/STOP drukt en het moment dat de
opgenomen film werkelijk start/stopt. Dit
duidt niet op een storing.
Automatisch scherpstellen functioneert
niet.
Stel [FOCUS] in op [AUTO] (p. 63).
De opnameomstandigheden zijn niet geschikt
voor automatisch scherpstellen. Pas de
scherpstelling handmatig aan (p. 63).
SteadyShot werkt niet.
Stel [ STEADYSHOT] in op [AAN] (p. 64).
Zelfs als [
STEADYSHOT] is ingesteld op
[AAN], is het mogelijk dat uw camcorder
extreme trillingen niet kan compenseren.
Er wordt een verticale streep
weergegeven wanneer kaarslicht of
elektrische verlichting in een donkere
ruimte wordt opgenomen.
Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond te groot is. Dit
duidt niet op een storing.
Er kan een verticale witte lijn worden
weergegeven op een beeld dat bij helder
licht is opgenomen.
Dit verschijnsel wordt ook wel "smeer"
genoemd. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnen zwarte strepen als u een
televisiescherm of computerscherm
opneemt.
Stel [ STEADYSHOT] in op [UIT] (p. 64).
Het beeld flikkert.
Dit gebeurt bij het opnemen van beelden
onder een fluorescentielamp, natriumlamp of
kwiklamp. Dit duidt niet op een storing.
[NIV.AV.LCD] kan niet worden aangepast.
U kunt [NIV.AV.LCD] niet aanpassen in de
volgende gevallen:
Het LCD-scherm is gesloten op uw camcorder
met het LCD-scherm naar buiten gericht.
Stroom wordt geleverd door de
netspanningsadapter.