Operation Manual

17
NL
Opstelling
Opstelling
Printpapier inbrengen
Breng het printpapier blad per blad in. Gebruik deze
printer uitsluitend met aanbevolen printpapier.
1 Zet de printer aan.
De POWER-indicator licht op.
2 Volg de afdrukprocedures.
Nadat u op PRINT hebt gedrukt, knippert de
papiertoevoerindicator. Zie pagina 19 tot 35 voor
details.
3 Breng het printpapier recht in met de blanco zijde
omhoog langs de geleider links van de
papiergleuf.
Voer het papier in tot er minder dan 2 cm rest. Het
papier wordt automatisch geladen wanneer het
afdrukken begint.
Opmerkingen
Voer het printpapier
recht in langs de
geleider links van de
papiergleuf. Als het
papier te ver naar
rechts of schuin zit, kan
de afdruk verkeerd zijn
gepositioneerd.
Als u het papier niet
ver genoeg inbrengt, is
het mogelijk dat het
niet automatisch wordt
geladen.
Voor het afdrukken
kunt u niet op de
drukzijde typen. Schrijf
of teken op de
drukzijde met een
oliepen.
Kleef voor het
afdrukken geen sticker
of dergelijke op het
printpapier.
Raak het
printoppervlak van het
printpapier nooit aan
(glanzende zijde
zonder opdruk).
Bewaar printpapier ook
niet in een stofferige
omgeving.
Vingerafdrukken of
stof kunnen de
afdrukkwaliteit nadelig
beïnvloeden.
Print niet op
stickerpapier waarvan
het rugvel reeds werd
verwijderd.
Gebruik deze printer
uitsluitend met
aanbevolen
printpapier.
Printpapier niet
vouwen noch buigen.
Geleider
Minder dan 2 cm
vervolg