Operation Manual

Problemen oplossen
NL
77
De close-up (macro)-opnamefunctie werkt niet.
De (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie), (Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 23).
In de zoeker is een horizontale lijn zichtbaar.
Dit komt door de structuur van de zoeker. Dit is geen defect.
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 29) of
stel de belichting in (blz. 23).
Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
Schakel het scherm in (blz. 19).
Het beeld is te licht.
U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium. Stel de belichting in (blz. 23).
Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de speciale effecten (blz. 34).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff] in op [Aan] (blz. 44).
Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.