Operation Manual
NL
82
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 20).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo" (blz. 21). Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
– Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in
de stand voor opnemen (blz. 96).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet bij het opnemen van stilstaande beelden de functieknop op een andere functie dan .
• Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 96).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera staat in de weergavestand. Druk op om de camera in de opnamestand te zetten
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 17). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (Macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/30 cm voor telefoto (T) (
t stap 5 in
"Lees dit eerst").
• De (Schemer) of (Landschap) is gekozen als de Scènekeuzefunctie tijdens het opnemen
van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 30).
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 31.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen










