Operation Manual

29
Het menu gebruiken
Bedieningstoetsitems
De beschikbare bedieningstoetsen
verschillen afhankelijk van de positie van
het lampje en de weergave (PAG).
De standaardinstellingen worden aangeduid
met B.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de items zijn geselecteerd.
De beschikbare functies tijdens de Easy
Handycam-werking worden aangeduid met
"*".
Zie pagina 28 voor meer informatie
over het selecteren van toetsitems.
[PAG1]
U kunt het brandpunt selecteren en het
brandpunt aan een onderwerp aanpassen dat
zich niet in het midden van het scherm
bevindt.
1 Raak het punt aan waarop u wilt
scherpstellen in het beeld.
9 wordt weergegeven.
2 Raak [END] aan.
Als u de scherpstelling automatisch wilt
aanpassen, raakt u [AUTO] aan of stelt u
[FOCUS] in op [AUTO].
b Opmerkingen
Als u [SPOT FOCUS] instelt, wordt [FOCUS]
automatisch ingesteld op [HANDMATIG].
Wanneer het CAMERA-lampje
oplicht
SPOT FOCUS
AUTO
SPOTFOCUS
0:00:00
STBY60min
END
1
2
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen. Selecteer deze optie als u gericht
wilt scherpstellen op een bepaald
onderwerp.
1 Raak [HANDMATIG] aan.
9 wordt weergegeven.
2 Raak (scherpstellen op onderwerpen
in de buurt)/ (scherpstellen op
onderwerpen op afstand) aan om scherper
te stellen. wordt weergegeven als u niet
dichterbij kunt scherpstellen en wordt
weergegeven als u niet verder weg kunt
scherpstellen.
3 Raak aan.
Als u de scherpstelling automatisch wilt
aanpassen, raakt u [AUTO] aan.
b Opmerkingen
De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp voor een goede scherpstelling is
ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
z Tips
Het is eenvoudiger om scherp te stellen op het
onderwerp door de motorzoomknop naar T
(tele-opnamen) te draaien om de scherpstelling
aan te passen en deze knop vervolgens naar W
(groothoek) te draaien om de zoomfunctie aan te
passen voor de opname. Om een onderwerp van
dichtbij te filmen, beweegt u de zoomschakelaar
naar W (groothoek) en stelt u vervolgens scherp.
FOCUS
Wordt vervolgd ,