Operation Manual

30
U kunt de belichting aanpassen en
vastleggen voor het onderwerp, zodat het
onderwerp wordt opgenomen met de meest
geschikte helderheid, zelfs als er een scherp
contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond, zoals bij personen in de
spotlight op het toneel.
1 Raak het punt waar u de scherpstelling wilt
vastleggen en aanpassen, aan op het
scherm.
wordt weergegeven.
2 Raak [EINDE] aan.
Als u de instelling wilt terugzetten op
automatische belichting, raakt u [AUTO]
aan of stelt u [BELICHT] in op [AUTO].
b Opmerkingen
Als u [SPOT METER] instelt, wordt
[BELICHT] automatisch ingesteld op
[HANDMATIG].
Zie pagina 75.
Zie pagina 36.
U kunt beelden op efficiënte wijze
opnemen in verschillende omstandigheden
met de functie SCENE SEL.
B AUTO
Selecteer deze optie om beelden
automatisch op efficiënte wijze op te
nemen zonder de functie
[SCÈNEKEUZE].
SCHEMER* ( )
Selecteer deze optie om de duistere sfeer
van op afstand gelegen omgevingen in
schemerscènes te behouden.
ZONOP&OND.* (Zonsopgang &
zonsondergang) ( )
Selecteer deze optie om de sfeer van
bepaalde situaties, zoals zonsondergangen
en zonsopgangen, te behouden.
LANDSCHAP* ( )
Selecteer deze optie om onderwerpen op
afstand duidelijk op te nemen. Met deze
instelling voorkomt u dat de camera
scherpstelt op glas of metalen gaas in
ramen tussen de camcorder en het
onderwerp.
PORTRET (portretprogramma) ( )
Selecteer deze optie om het onderwerp,
zoals personen of bloemen, naar voren te
halen en een zachte, diffuse achtergrond te
maken.
SPOT METER
(flexibele spotmeter)
WRG. HULP (Weergavehulp)*
MENU
SCÈNEKEUZE
AUTO
SPOT METER
0:00:00
STBY60min
END
1
2
Bedieningstoetsitems (vervolg)